Jonathan Safran Foer interview (De Standaard)

Foer Hier ben ik schets 3.indd‘Ik ben cynischer geworden.’

 

In ‘Hier ben ik ‘, de derde roman van de Amerikaanse Jonathan Safran Foer, loopt de ontmanteling van een huwelijk parallel met toenemende oorlogsdreiging in Israël.

 

Kathy Mathys

 

In 2009, tijdens de tournee voor zijn non-fictieboek ‘Dieren eten’ kondigde Jonathan Safran Foer aan dat hij niet kon wachten om opnieuw fictie te schrijven. Zes jaar later is daar zijn derde roman, ‘Hier ben ik’. Het huwelijk van Julia en Jacob komt onder druk te staan wanneer zij pikante berichtjes vindt op zijn telefoon, berichtjes die niet voor haar zijn bestemd. Het paar heeft drie kinderen en ook de grootouders en de overgrootvader spelen een prominente rol in het verhaal waardoor dit een echte familieroman wordt. Halfweg het boek haalt Foer de grote wereld binnen: een aardbeving in Israël zet de toestand in het Midden-Oosten op scherp. Er dreigt oorlog uit te breken en de Israëlische premier roept Joodse mannen wereldwijd op om mee te helpen vechten.

Foer benadrukt meerdere keren tijdens het interview dat er een groot verschil is tussen zijn nieuwste roman en zijn eerste twee boeken:

‘Mijn eerste twee romans waren flamboyant, fel verlicht. Ze zitten vol grote gebaren, visuele effecten. Ik was toen veel meer bezig met stijl. Ik denk dat “Dieren eten” het keerpunt vormde. Het is een rustiger boek, ik neem er de tijd om stil te staan bij dingen. “Hier ben ik” is aan de ene kant rumoerig omdat iedereen zijn zegje wil doen, aan de andere kant is het een boek waarin ik de tijd neem om aandachtig te zijn. Dat had ik nog niet eerder gedaan.’

Het lijkt lang geleden dat Foer fictie schreef – zijn vorige roman verscheen in 2005 – en toch was hij altijd met verhalen bezig. Hij deed enkele kunstprojecten, maakte het boek ‘Tree of Codes’ en besteedde veel tijd aan de opvoeding van zijn zonen. In 2005 vroeg HBO hem om een serie te schrijven.

‘Ik dacht: waarom niet? Ik was met een aantal dingen bezig maar over geen van die projecten was ik echt enthousiast. Na twee jaar was de serie af, we hadden acteurs geregeld en konden beginnen met de opnames. Ik weet nog dat ik in Denemarken was, in een kleine kuststad. Het was er rustig, ik kon nadenken en kreeg wat ik misschien wel een midlifecrisis zou kunnen noemen. Ik besefte dat ik helemaal niets te maken wilde hebben met die opnames. Voor het eerst in mijn leven vroeg ik me af wat ik echt wilde. Dat is het moment waarop ik tegen mezelf zei: ik wil romans schrijven. Vreemd misschien omdat ik al twee romans had geschreven maar mijn eerste twee boeken kwamen er enigszins toevallig. Zo vloeide mijn debuut voort uit een project waaraan ik werkte op de universiteit. Nu pas kies ik ten volle voor het schrijverschap.’

Foer praat over de tomeloze energie van zijn jonge jaren. Na de publicatie van ‘Alles is verlicht’ en ‘Extreem luid en ongelooflijk dichtbij’ werd alles anders, het gewone leven slokte hem op en de energie verdween.

‘Vroeger ging het schrijven vanzelf, nu had ik het gevoel een steen de berg op te moeten rollen. Toch heb ik het schrijfproces nooit eerder zo intens beleefd. Het was glorieus, er waren momenten van diep geluk. Ik ben trots op dit boek, al weet ik niet of het goed is. Ik weet ook niet of ik dat het belangrijkste vind. Voor het eerst bleef ik geboeid door een project tot op het eind. Dat lukte me vroeger niet, ik was te ongeduldig. Ik vind het moeilijk om interesse te blijven opbrengen voor dingen, ook voor mensen, het is één van mijn zwaktes. Nu maak ik me zorgen of ik het ooit opnieuw zal kunnen, met zoveel toewijding aan iets werken.’

Voor Foer is het belangrijk om niet op voorhand te plannen want dan verliest hij zijn belangstelling en doet het eindresultaat, naar eigen zeggen, manipulatief aan. ‘Ik denk totaal niet na over symboliek en thema’s. Ik schrijf gewoon. Wanneer de trucjes, de ingenieuze structuur en dat soort dingen belangrijker worden dan de menselijkheid van een verhaal is er volgens mij iets mis. Dit boek had geen duidelijk begin. Ik had losse flodders. De ontdekking van de mobiele telefoon was een gegeven uit de tv-serie die nooit is gemaakt. Het idee van een aardbeving in het Midden-Oosten kreeg ik toen ik op reis was in Tel Aviv.’

 

 

Minder intimiteit

 

Jacob en Julia Bloch zijn een welgesteld echtpaar met een huis vol spullen. Jacob heeft de indruk dat zijn binnenkant bedolven geraakt, dat hij zich verliest in de praktische regelingen van het gezinsleven.

‘In zekere zin brengen die praktische dingen hen dichter bij elkaar. Koppels praten over wie de kinderen naar de pianoles zal brengen, wie de boodschappen regelt. Dat is best vermakelijk maar er is steeds minder ruimte voor verlangen, persoonlijke expressie.

In het begin van een relatie is er meer ruimte voor intimiteit en is het operationele secundair. Vrienden en lezers vertellen me dat het operationele bijna altijd belangrijker wordt dan de intieme kant. Het lijkt bijna onvermijdelijk, al betekent het niet noodzakelijk dat er minder liefde is. Laatst vertelde iemand me dat hij in bed lag naast zijn partner. Hij gaf zijn hand de opdracht om haar aan te raken. Zijn hand bewoog niet, het lukte niet. Zoiets beschrijf ik ook in de roman.’

Foer was jarenlang getrouwd met schrijfster Nicole Krauss, ze hebben twee zonen. In 2013 gingen ze uit elkaar, wat volgens de schrijver niet betekent dat dit boek autobiografisch is.

‘Voor het portret van de overgrootvader baseerde ik me op mijn grootmoeder, die vanuit Oost-Europa naar Amerika is getrokken. Ze maakte haar vinger nat met haar tong voor ze een bladzijde omsloeg, doet plastic over de meubels. Zij behoorde tot een generatie Joden die nu aan het verdwijnen is in de Verenigde Staten. Verder heb ik details gebruikt uit de vroege kinderjaren van mijn zonen.

Jacobs omstandigheden lijken heel erg op die van mij. Toch heb ik meer affiniteit met Julia, zij heeft een hoop met mij gemeen, net als Sam, de oudste zoon. De gebeurtenissen in het boek heb ik niet letterlijk zo beleefd. Wel kan ik zonder enige twijfel stellen dat dit mijn meest persoonlijke boek is. Het schrijfproces was louterend.’

 

Worsteling

 

‘Hier ben ik’ is een roman over taal, over hoe woorden van betekenis veranderen naargelang hun context. Volgens de schrijver is dat de reden waarom de personages zoveel praten en debatteren.

‘Ik ken geen enkele roman waarin personages een algemene repetitie houden voor de aankondiging van hun echtscheiding. Ik laat Julia en Jacob zoveel praten omdat het een belangrijk gegeven is in hun relatie. Volgens mij geeft Julia het huwelijk op omdat ze geen vertrouwen meer heeft in de manier waarop haar man praat.

Op bijna elke bladzijde is er sprake van conflict of van ruzie. De personages hebben uitgesproken standpunten, het boek heeft die niet. Dit is geen roman voor of tegen het huwelijk, voor of tegen Israël. Ik laat uiteenlopende argumenten horen, stemmen die een Grieks koor vormen.

Ik zou mezelf omschrijven als iemand die voortdurend leeft met conflicten. Ik ben een toegewijde vader maar stel me vragen over hoe ik het moet aanpakken als ouder. Ik ben  Joods en die identiteit is me dierbaar, al weet ik dikwijls niet goed wat dat Joods zijn betekent en gebeuren er dingen in de wereld die mij als Jood een slecht gevoel geven. Conflict maakt deel uit van de Joodse identiteit; het woord Israël betekent ‘worstelen met God’.’

Joodse identiteit speelt op allerlei niveaus een rol in het boek. Het gezin bereidt zich voor op de bar mitswa van de oudste zoon, Jacobs vader is een beroemde blogger die zich nadrukkelijk keert tegen alles wat Palestijns is en dan is er die aardbeving, halfweg de roman. Foer wilde graag schrijven over de manier waarop Amerikaanse Joden zich verhouden tot Joden in Israel en omgekeerd.

‘Daar wordt weinig over gepraat. Als Amerikaanse Joden niet langer loyaal zouden zijn tegenover Israël, dan zou de Amerikaanse regering hen daarin volgen. Zonder Amerikaanse financiering zou Israël in grote problemen komen. Als Amerikaanse Joden nu eens zeiden dat ze er genoeg van hebben, dat ze zich schamen om de politiek die Israël voert, dan zou dit het hele Midden-Oosten op zijn kop zetten.

In de roman wilde ik een situatie scheppen waarin de loyaliteit van Amerikaanse Joden op de proef wordt gesteld. Hoeveel zouden er echt bereid zijn om in Israël te gaan vechten? De relatie tussen Joodse Amerikanen en Israëliërs vertoont parallellen met die van het echtpaar. Jacob en Julia zijn weliswaar nog door de echt verbonden maar hoe loyaal zijn ze eigenlijk?

Ik wijs niemand met de vinger, steek de hand in eigen boezem. De manier waarop ik me uitlaat over Israël is afhankelijk van de context. Op een feestje onder Joden zal ik kritischer zijn over Israël dan wanneer er geen Joden aanwezig zijn.’

En zo komen we opnieuw terecht bij woorden en de context waarin ze worden uitgesproken. Volgens Foer zeggen mensen vaak het ene en doen ze het andere. Zelf verwoordt hij de dingen anders dan vroeger, met meer precisie, nauwkeuriger. Hij wikt en weegt zijn woorden meer, wil minder indruk maken. ‘Ik ben cynischer geworden, heb minder vertrouwen in wat politici vertellen. Toch geloof ik onveranderd in de kracht van woorden en in verhalen vertellen. Met deze roman wijs ik woorden niet af, wel wilde ik tonen hoe glibberig woorden kunnen zijn.’

 

***

 

Jonathan Safran Foer – Hier ben ik – Ambo/Anthos – vertaald door Gerda Baardman en Tjadine Stheeman – 638 blz.

 

Recensie:

 

Over de liefde ten huize Bloch schrijft Foer: ‘(Ze) zond een trilling door de gloeidraad van de gedimde lampen.’ Een mooi beeld voor een roman die tot halverwege vooral binnenshuis speelt. In tegenstelling tot zijn eerste twee boeken is ‘Hier ben ik’ een klassieke familieroman waarin de schrijver de tijd neemt om alles en iedereen te laten zien. Van de inhoud van het medicijnenkastje tot het boodschappenlijstje bij IKEA, Foer brengt het ons allemaal. Hij laat op een meesterlijke manier zien hoe het innerlijke leven ondergesneeuwd geraakt door het organisatorische. De passages met de kinderen zijn wisselend grappig en aandoenlijk.

Dan begint de aarde te beven in Israël. Sommige landen sluiten zich bij elkaar aan en trekken ten oorlog tegen de staat. In de laatste helft sijpelt de buitenwereld binnen bij de Blochs, die bovendien bezoek krijgen van een Israëlische neef.

Dit boek bevat grappige passages – zo is er een over masturbatie die doet denken aan het oude werk van Foer -, is bij momenten diepgravend, bij momenten sentimenteel. De dialogen zijn erg dominant, spitsvondig, niet altijd even realistisch. Sommige scènes worden te lang gerokken en daardoor werd ‘Hier ben ik’ een interessante maar overvolle roman. (KM)