Amy Liptrot – De uitweer (De Standaard)

Tegen de klippen op

 

Amy Liptrot dronk tot ze er letterlijk bij neerviel. Op de Orkney-eilanden vindt ze iets wat lijkt op kalmte.

 

Kathy Mathys

 

Er doen verhalen de ronde over zeehonden die een menselijke gedaante aannemen, over dwalende heiligen en spookschepen. Wie op de bij Schotland gelegen Orkney-eilanden wil aarden, kan maar beter over een dosis verbeelding beschikken, aldus Amy Liptrot, schrijfster van ‘De uitweer’. Zonder de verbeelding is het leven er ruw en troosteloos. Grijs voert er de boventoon , bomen zijn een zeldzaamheid. De voet van de kerstboom wordt gegoten in beton, anders waait hij weg. Van alle Orkney-eilanden worden er twintig bewoond, met bevolkingsaantallen die variëren van twee tot enkele honderden. Er leven meer ganzen op Orkney dan mensen.

Voor Liptrot, dochter van Engelsen die naar het Noorden verhuisden, was Orkney lange tijd de te ontvluchten plek. Haar ouders runden een boerderij met schapen en Hooglanders. Liptrot en haar broer hadden een liefdevol thuis, maar hun vader was manisch-depressief, hun moeder zocht haar toevlucht bij de wedergeboren christenen. Liptrot leerde te spreken in tongen. Ze zag haar vader geregeld afglijden naar zijn onbereikbare wereld.

Toen ze ‘de Rots’, zoals Orkney door de lokale tieners wordt genoemd, ruilde voor Londen was ze al een stevige drinker en druggebruiker. Liptrot hunkerde naar ‘de warme polsslag van de stad’, ze wilde weg van de rand, de uithoek. Daar, in Londen, tussen de hippe jongens en meisjes die elkaar opzochten in pakhuizen en nachtclubs, zou het gebeuren. De schrijfster liet zich opzwepen door de beat, ze vulde zich met drank tot alles soepeler werd: haar lijf, haar spraak, haar gedachten.

 

Zonder schaamte

 

Liptrot alludeert van bij het begin op de crash die komen gaat. Ze heeft het over ‘de aanval’, een cryptische gebeurtenis waarvan we de details pas tegen het eind te lezen krijgen. Niet dat ‘De uitweer’ perse nood heeft aan een traditionele spanningsboog met allusies en vooruitwijzingen. In elke regel gebeurt er wel iets verrassends. Het is de taal – levendig, lyrisch en zinnelijk – die daarvoor zorgt, net als het rusteloze heen en weer zwiepen tussen Londen en Orkney. Liptrot vergelijkt discolampen met het licht van zonnestormen op het eiland. Ze omschrijft zichzelf, gevloerd en straalbezopen, als een schaap dat op de rug ligt en dreigt te stikken. Deze debutante schrijft zoals ze is: gepassioneerd, opgejaagd, de horizon afspeurend op zoek naar een prikkel. Ze is de schaamte voorbij. We lezen over dronken huilbuien, over vrienden die zich van haar afkeren. Haar drang naar alcohol kan nooit worden gestild. Ze verhuist van de ene naar de andere deprimerende kamer in Londen, ‘van de ene schaduw naar de volgende’. Dan kickt ze af en keert ze terug naar de thuisbasis.

 

Kruisbestuiving

 

De gedachte aan drank blijft altijd bij je, schrijft Liptrot, het is zoiets als oorsuizingen. Razend knap hoe ze haar gevecht met die drang op zoveel manieren neerzet, zonder dat het gaat vervelen. Alcohol maakte Liptrot gemakzuchtig, het was een middel om contacten te leggen, om te scoren op velerlei manieren. Nuchter heeft ze meer verbeelding nodig. Nog steeds is ze op zoek naar kicks en die vindt ze nu in de natuur. Ze spot ruimtewolken – formaties die uit ijskristallen bestaan – bruinvissen en kwartelkoningen. Ze bestudeert de geschiedenis en de geologie van de eilanden en gaat beseffen dat ze deel uitmaakt van een groter iets. Van religie heeft ze sinds haar kindertijd een afkeer. Toch zoekt ze, in lijn met de instructies van AA, een organisatie die ze aanvankelijk niet moet, naar het hogere. Voor haar zijn dat de planten, de dieren en de sterren.

Liptrot vermijdt een therapeutische toon. Ze doet niet sentimenteel over het natuurschoon en beseft dat ze van de ene verslaving in de andere is gerold, al is een zeehondjes-high minder schadelijk. De schrijfster overwintert op Orkney-eiland Papay, viert er ‘muckle supper’, het oogstfeest. Er is zoveel sociale controle dat mensen alle auto’s op het oor herkennen, maar er is ook een gemeenschap die Liptrot niet veroordeelt. Net als Helen Macdonald of Julia Blackburn brengt Liptrot meer dan één verhaal. Deze kruisbestuiving van autobiografie, geschiedenis, folklore en biologie is groots.

 

****

 

Amy Liptrot – De uitweer – vertaald door Robbert-Jan Henkes – Ambo/Anthos.