Annie Dillard – Pelgrim langs Tinker Creek (De Standaard)

Gewriemel bij het water

Lees hier de krantversie: Annie Dillard – Pilgrim

‘Pelgrim langs Tinker Creek’, het klassieke werk van Annie Dillard is vertaald en dat is heuglijk nieuws.

 

Kathy Mathys

 

Ik onderbrak het schrijven van dit stuk voor een kleine wandeling. De buitenwereld lonkte zo verrukkelijk op maandagochtend. De wintertakken staken af tegen het felle blauw. Ik hurkte neer om het rijp op het gras te inspecteren, merkte op dat de schaduwkant van de weide nog helemaal bevroren was. Bewust observeren heb ik geleerd. Toch gaan er weken voorbij waarin ik tijdens mijn wandelingen te veel in mijn hoofd verdwijn. Gelukkig is daar Annie Dillard. Haar werk kan je niet lezen zonder achteraf met nieuwe ogen om je heen te kijken.

De Amerikaanse won in 1974 de Pulitzer Prize voor ‘Pelgrim langs Tinker Creek’, een boek dat nu in het Nederlands is vertaald. Het staat al jaren op de leeslijst in Amerikaanse scholen, wat de schrijfster in haar nawoord uit 1999 het volgende liet opmerken: ‘Waarom zou je een boek lezen dat op de leeslijst van je puber staat?’ Nochtans, zo meent ze terecht, is het geschikter voor volwassenen dan voor jonge lezers. Laatstgenoemden bijten zich wellicht stuk op de gedragen, barokke zinnen van de Amerikaanse.

Zevenentwintig was Dillard toen ze besloot om een jaar lang te schrijven over de observaties die ze deed in de buurt van Tinker Creek, een dalriviertje in de Appalachen in de staat Virginia.

In haar prachtige autobiografie ‘An American Childhood’ beschreef Dillard hoe ze opgroeide in stedelijk Pittsburgh. De natuur begon al snel aan haar te trekken. Indrukwekkend was haar sfeerschets van de vroege kindertijd, waarin het zelfbewustzijn nog niet zijn intrede heeft gedaan. De wereld is in die jaren een feest van vorm en kleur. Met de komst van de taal krijgen die kleuren en vormen betekenis en gaat er volgens Dillard iets verloren, ook al las ze zelf ’to delirium’. Tijdens haar tocht langs Tinker Creek doet Dillard pogingen om terug te keren naar die oude staat van zijn.

Haar boek begint in de winter – ‘De botten van de bergen steken uit (…)’ – en eindigt een jaar later.

 

Ambitieus

 

‘Pelgrim langs Tinker Creek’ is een rijk boek vol feitjes, overpeinzingen, metafysische bespiegelingen. Dillard zoemt in en uit,wat je soms laat duizelen. Het best leg je dit boek eens opzij om naar buiten te trekken, te kijken of na te denken. Hierover bijvoorbeeld: een schildpad kan onder water zuurstof naar binnen krijgen. ‘Met zijn achterlijf zuigt hij water in zijn brede cloaca, zijn poepgat. Daar wordt de zuurstof via gevoelig weefsel rechtstreeks zijn bloed in gefilterd, net als bij kieuwen. Dan perst de schildpad het water naar buiten en zuigt een nieuwe lading op.’

Dillard schrijft over de textuur van licht, over schaduwen. Haar aandacht gaat uit naar reuzenwaterwantsen bidsprinkhanen, slangen. Haar toon is enthousiast, zoals hier: ‘Wat zou ik al niet kunnen als ik de macht en wilskracht van een mol had!’ Soms klinkt ze hoogdravend: ‘Ik wist niet, ik heb nooit geweten, welke Geest het is die in mijn longen afdaalt en als een opvliegende arend naast mijn hart klappert.’

De inzet van deze gelovige schrijfster is aanzienlijk. Ze wil niet alleen kijken, maar ook doorgronden. Het mysterie van de schepping, daar is het haar uiteindelijk om te doen. Het eerste deel is een lofzang op de uitbundigheid van de natuur. Vanaf het midden kijkt Dillard met een somberdere bril. Het verhaal van de natuur is er ook een van gruwelijke verspilling, vindt ze. Waartoe dient dat dwangmatig voortplanten toch? Gaat het om leven scheppen of om dood scheppen? Het gonst hier van de verhalen over beestjes die hun soortgenoten opeten. Dillard laat zien dat de mens, dat teerhuidige wezen zonder schild of schubben, op de lange termijn veel minder taai is dan de beestjes die hij onnadenkend vertrappelt. Dit tweede deel is duister en confronterend. Het slothoofdstuk is dan weer optimistischer.

Dillard is geen wetenschapper. Ze heeft wel massa’s gelezen over dieren en planten. Ze put uit het werk van vogel- en insectenkenners, uit de brieven van Van Gogh, uit Heraclitus. Haar stem is associatief, zelfverzekerd. Ze wijkt soms uit naar vroeger, naar elders, om dan weer uit te komen bij haar favoriete boomstam aan Tinker Creek.

 

****

 

Annie Dillard – Pelgrim langs Tinker Creek – Atlas Contact – vertaald door Henny Corver – 319 blz.