Black Swan (Medisch weekblad)


Witte zwaan krijgt zwarte veren

Darren Aronofsky toont zich vol lef en visuele durf met ‘Black Swan’, een naargeestige verkenning van de geest van een ballerina.

‘The Fountain’, de derde film van Darren Aronofsky uit 2006, was een ongebalanceerde vertoning: sentimenteel, vol new age-aspiraties en surrealistische nonsens. De regisseur werd door velen afgeschreven. In 2008 was er ‘The Wrestler’, een klassieke tragedie over een worstelaar die de eindjes met veel moeite aan elkaar knoopt en contact zoekt met zijn enige dochter. Mickey Rourke, haast onherkenbaar, zette een indrukwekkende vertolking neer als de worstelaar.
En nu is er ‘Black Swan’, opnieuw een film over iemand die zijn fysieke grenzen verlegt en daarbij tot het uiterste gaat.
Natalie Portman is Nina Sayers, een topballerina, die aan het Lincoln in New York danst en hoopt op een hoofdrol. Nina’s moeder, een mooie rol voor Barbara Hershey, gaf ooit haar (bescheiden) danscarrière op voor haar dochter, die ze zowat verstikt. Ze knipt haar nagels, kleedt haar aan en uit en gunt haar geen moment van privacy. In het duistere appartement waar de twee samenhokken, schildert ze portretten van Nina. Er is een machtswissel op til bij het dansensemble: de gerenommeerde sterdanseres Beth wordt afgevoerd. De jonge danseressen roddelen over Beth in de kleedkamers: ze is oud vinden ze, versleten. Nina hoort het gegniffel met weerzin aan. Zij kijkt op naar Beth en hoopt ooit een even mooie glansrol als haar te kunnen vertolken. Thomas Leroy, de artistieke leider van het gezelschap, zoekt een fris gezicht voor de hoofdrol in ‘Het zwanenmeer’. Hij vindt Nina helemaal geschikt voor de rol van de witte zwaan, die onschuld, teergevoeligheid en meisjesachtigheid moet uitstralen. Maar kan Nina haar tegenpool vertolken, de zwarte zwaan, die verleidelijk is en sensueel, dierlijk?

Tegenpool

Lily is nieuw in het gezelschap, een Californische schone die soepel en ontspannen danst, die zich kan laten gaan. Ze kleedt zich in het zwart, is ongedwongen, spontaan en daarmee vormt ze de tegenpool van de nerveuze, angstige Nina, die bang is van haar eigen lichaam. Lily zoekt toenadering tot Nina, die ondanks Thomas’ bedenkingen de hoofdrol kreeg. In een vroege scène van de film zien we Nina de kamer van haar moeder binnengaan. De schilderijen van de moeder hebben pratende monden. Op dat moment beseft de kijker dat de camera niet objectief is en dat we meekijken met Nina. Dat is geen nieuwe techniek, al biedt het zelden zo een verbluffende ‘werkelijkheid’ als in ‘Black Swan’. Nina is namelijk de pedalen kwijt en ze glijdt af in een psychose. Het doet denken aan wat Martin Scorsese deed in ‘Taxi Driver’. De cameravoering werd daarin steeds subjectiever om te eindigen met het gruwelijke bloedbad in het bordeel. Een neutrale camera zou enkel de horror tonen, Scorsese toonde een triomf omdat we keken met de ogen van de ontspoorde taxichauffeur.
Omdat Nina steeds verder wegglijdt verandert ‘Black Swan’ gaandeweg van genre. Het begint in de psychologisch realistische traditie en eindigt in horror. Aronofsky kent de trukendoos van de horrormeesters. Hij benut de dubbele spiegels, de donkere metrotunnels en laat de kijker meer dan eens opschrikken van zijn stoel. ‘Black Swan’ biedt een zintuiglijke filmervaring. Vanaf de eerste filmbeelden hoor je de krakende botjes in de tenen van de dansers, ruik je hun zweet. Het is een kijkervaring die door merg en been gaat, die tijd nodig heeft om te verdampen op het netvlies. We zitten dicht op Nina’s huid, zo dicht dat haar ogen de onze zijn. Paradoxaal genoeg biedt dat géén filmervaring die even intiem is als ‘The Wrestler’. Daarin gebruikte Aronofsky een neutraal vertelstandpunt. Toch had je als kijker een intiemere band met de aan lager wal geraakte vechter. Dit heeft natuurlijk te maken met Nina’s persoonlijkheid die meer angst oproept dan dat ze uitnodigt tot medeleven. Hoe briljant Aronofsky ook is, hoezeer hij ook alle middelen inzet voor een cinema vol durf en zwier, ‘Black Swan’ heeft erg veel te danken aan de cast. Hershey vermeldden we al. Portman is steengoed als het magere bottenmeisje dat bezwijkt onder haar droom. Ook als zwarte zwaan staat ze er. Cassel, die als slechterik een neiging heeft tot over-acting, vindt de juiste toon voor de rol van vrouwenversierder Thomas. Winona Ryder heeft een bijrol, maar het is er één die je niet snel zal vergeten.

Kathy Mathys