Culinaire romans (De Standaard)

IMG_0439Zout op de ijsklontjes

 

Voor wie net zo graag eet als leest over eten zijn dit de interessantste culinaire romans van het moment.

 

Kathy Mathys

 

Culinaire romans zijn er in alle maten en soorten: sommige auteurs doen aan chicklit met recepten, andere gaan voor suspens of voor doorleefde emotie. Eetlezers komen dit jaar sowieso aan hun trekken, de oogst is gevarieerd.

Journalist Simon Wroe is een voormalige chef-kok en met ‘Chop chop’ stond hij op de shortlist van de Costa First Novel Award 2014. Terecht, zo blijkt uit dit debuut dat bruist van het enthousiasme. Monocle is commis bij het Londense restaurant The Swan. Helemaal onderaan de ladder staat hij: dweilen, uien snipperen en sjouwen zijn zijn deel. Monocle is een berkentwijgje, een schuchtere boekenwurm. Hij nam het baantje enkel uit geldnood en ontdekt het volgende: ‘Een handeling waar Dostojevski dertig pagina’s voor nodig had, wordt hier binnen dertig seconden gefikst.’ Wroe is niet de eerste die schrijft over wat er achter de schermen van een toprestaurant gebeurt, maar hij doet het met verve. Zijn toon is satirisch en toch is zijn liefde voor de keuken en het personeel voelbaar. Op de eerste bladzijden vrees je dat Dave de Racist en Ramilov typetjes zullen blijven maar dat is niet zo. Vooral Ramilov, de vulgariteiten spuiende en flirtende Albanees, is een prachtkarakter.

The Swan is niet het soort restaurants waar het personeel samen eet voor de avonddienst begint. Bob, de chef, is een kwelgeest die zijn mensen opsluit in de koelruimte wanneer iets hem niet aanstaat. ‘Gemorste sauzen en andere donkere aftreksels liggen te stollen als bloed,’ schrijft Wroe – dit is geen keukenidylle.

In het tweede deel gaat de schrijver meer de thrillerkant op. Dan wil de meest gevreesde klant wraak nemen omdat hij ooit een bedorven gerecht geserveerd kreeg. ‘Chop chop’ gaat over koken, hakken, snijden en proeven. Je leert een hoop bij – dat zout strooien op ijsklontjes het smelten vertraagt, bijvoorbeeld. En toch is deze roman meer dan een excuus om lekker – en in dit geval ook onsmakelijk – eten te laten zien. Het verhaal gaat over vriendschap, vijandschap, verlies en over Camden, een kleurrijk stuk Londen dat Wroe overtuigend neerzet.

Sentimenteel wordt het nooit, het slot had wel korter gemogen. De humor knettert, net als de taal. Het gaat er niet ontspannen aan toe in de ‘passe’, de plek waar alle gerechten passeren voor ze de keuken verlaten. Dit is een boek vol stank, bloed, zweet en bederf.

 

Vleesnachtmerries

 

Laten we ons nog wat langer ophouden in donkere contreien met een boek dat strikt genomen geen culinaire roman is. Wel gaat het over een vrouw voor wie de weigering van vlees een daad van rebellie vormt. ‘De vegetariër’ van de Zuid-Koreaanse Han Kang ligt in sommige boekhandels bij de eetliteratuur, al telt het niet één smaakopwekkend moment, integendeel zelfs. Hier vind je geen proustiaanse mijmeringen of glorieuze bakmomenten.

De onderdanige echtgenote van een ambtenaar krijgt afschuwelijke nachtmerries vol beelden van bloedrode lappen vlees. Ze weigert vervolgens vlees te eten, wat in Zuid-Korea zo ongebruikelijk is dat haar man en de rest van de familie geschokt zijn. Voor de man is haar vegetarisme niets anders dan koppigheid, voor haar is het een levensreddende keuze. Ze wil loskomen van haar menselijke lichaam en droomt van een leven als plant of boom.

Het klinkt bevreemdend en dat is dit boek ook. Het eerste deel wordt verteld vanuit de nuchtere zakenman, daarna klinkt de obsessieve stem van de schoonbroer van de vrouw. Hij is een kunstenaar die droomt over het lichaam van zijn schoonzus. Hij wil haar beschilderen met plantenbladeren en een video maken van dat tafereel. In het derde deel lezen we hoe de zus van de vegetarische vrouw dit familiedrama beleeft.

De drie stemmen hebben hun eigen kleur en ritme. Vooral in het tweede deel is de taal sensueel, maar nooit kitscherig. ‘De vegetariër’ is beklemmend, spannend en origineel. Uitbarstingen van extreem geweld worden gevolgd door momenten van ijzingwekkende stilte. In de dialogen blijven de personages aan de vlakte en juist daardoor worden hun onderliggende verlangens dubbel zo zichtbaar.

 

Zoektocht naar recept

 

Masgouf is een Iraaks visgerecht, bereid met karper, al kiezen koks tegenwoordig ook voor rode snapper of zalm. Volgens traditioneel gebruik dient de vis afkomstig te zijn uit de Tigris of de Eufraat en gegaard te worden op een vuur van abrikozenhout. Het is dit recept dat centraal staat in Jessica Soffers debuutroman ‘Als de abrikozen morgen bloeien’. Lorca is een tienermeisje dat hunkert naar de aandacht van haar moeder, chef bij het New Yorkse Le Canard Capricieux. De twee trekken in bij een tante, nadat Lorca’s ouders uit elkaar gaan. Lorca’s moeder zou graag nog eens de masgouf eten die ze ooit proefde in een Iraaks restaurant te New York. Haar dochter gaat op zoek naar het oude recept en die zoektocht voert haar naar Victoria, een oude vrouw die net haar man Joseph verloor. Victoria en Joseph, Iraakse joden die vanuit Bagdad naar de VS trokken, hadden ooit een restaurant waar masgouf op de kaart stond.

Er zijn meer culinaire romans waarin personages op zoek gaan naar dat ene geweldige recept en de koppeling van eten aan troost en/of rouw is ook niet nieuw. Gelukkig weet Jessica Soffer te overtuigen dankzij haar ingetogen stijl en haar durf om het duister op te zoeken. Zeker, er wordt gezellig gekookt in dit boek, maar de personages zijn geen poppetjes die enkel vlees op de botten kregen om keukenhandelingen uit te voeren. Lorca verminkt zich om aandacht te trekken. Enkel wanneer ze bloed ziet gutsen uit haar armen of benen voelt ze het leven bruisen; haar eenzaamheid is al net zo groot als die van de andere personages.

Na Josephs dood zijn citroenen ‘het fleurigste wat ik in huis had,’ vertelt Victoria die het betreurt dat zij en haar man niet meer samen konden eten door zijn ziekte. Op het laatst stonden er meer pillendozen dan kruiden in haar keuken. De manier waarop Soffer de personages laat samenkomen verrast.

Er valt wel wat aan te merken op dit debuut. Bij momenten zakt het verhaal wat in en de schrijfster beroept zich bijna uitsluitend op culinaire metaforen en vergelijkingen, het wordt wat te veel op de duur. Toch is het niet vreemd dat Colum McCann zich in lovende woorden uitliet over deze roman van de voormalige assistente van Nicole Krauss.

Ruth Reichl dan. Zij was hoofdredacteur van het tijdschrift Gourmet, schreef restaurantrecensies voor de New York Times en publiceerde vier culinaire memoires. Delicious! is een chicklitachtige debuutroman over een jonge vrouw, Billie Breslin, die aan de slag gaat bij het magazine Delicious! Dit boek is net zo nostalgisch en gezellig als een romantische Hollywoodkomedie in de herfsttijd. Er loopt een aaibare hond rond in het boek; de heldin is een schoonheid die zich verstopt achter lelijke brilglazen; we komen enkel in schilderachtige stukken van New York: hippe restaurants, aromatische kaaswinkels, kleurrijke eetstalletjes in Chinatown.

Door de crisis wordt het tijdschrift wegbezuinigd en dan ontdekt Billie brieven in het archief die haar terugvoeren naar de Tweede Wereldoorlog. Helaas zijn de brieven, die centraal staan in het tweede deel, niet boeiend. Het loopt erg voorspelbaar allemaal. Reichl wist meer te overtuigen met haar non-fictie. Hier klinken de zintuiglijke beschrijvingen een stuk vlakker: de sinaasappelschillen hebben een ‘frisse, aangename geur’. Reichls voorlopige meesterstuk is Garlic and Sapphires: The Secret Life of a Critic in Disguise. Daarin beschrijft ze haar jaren bij de New York Times, toen ze zich vermomde om incognito restaurants te bezoeken. Heel vermakelijk en goedgeschreven is dat boek.

 

****

Simon Wroe – Chop chop – De Arbeiderspers – vertaald door Ton Heuvelmans – 294 blz.

 

****

Han Kang – De vegetariër – Nijgh & Van Ditmar -vertaald door Monique Eggermont – 222 blz.

 

***

Jessica Soffer – Als de abrikozen morgen bloeien – Orlando – vertaald door Elvira Veenings – 357 blz.

 

**

Ruth Reichl – Verrukkelijk! – vertaald door Jacqueline Smit – 432 blz.