Door kinderogen (2) – (Schrijven Magazine)

Door kinderogen (2)

 

Hoe ziet de wereld eruit door de ogen van een kind of jongere en hoe laat je haar of zijn stem geloofwaardig klinken?

 

– In het vorige nummer gaven we tips om in verhalen voor volwassenen vanuit een kind of jongere te schrijven in de eerste persoon. Nu kijken we naar andere perspectiefmogelijkheden.

Stephen King omschreef het perspectief ooit als volgt: ‘Het is alsof ik me achter hun (van de personages, KM) ogen bevind en naar de buitenwereld kijk.’ Het klinkt eenvoudig en logisch. Toch ligt voor veel schrijvers daar het probleem. Wat valt er te zien door de ogen van anderen? De blik van kinderen is veel lastiger te peilen dan die van volwassenen. Dat laat het experiment zien dat psycholoog Jean Piaget ooit uitvoerde. Hij liet kinderen uitkijken op een model van een bergketen en plaatste aan de andere kant van het model een pop. Kinderen jonger dan negen beseften niet dat de pop iets anders ziet dan zij. Consequent en geloofwaardig vanuit kinderen schrijven is dan ook moeilijk en toch vraagt het verhaal er soms om.

– In haar essay ‘Getting Characters’ Ages Right’ vertelt Martha Cooley dat haar schrijfstudenten moeite hebben om te laten zien hoe oud iemand is. Er is een groot verschil tussen een zeventien- en een elfjarige. Tenzij je iemand kent van die leeftijd is het lastig om een consequent handelend personage te scheppen. Ze raadt aan te observeren en daarna te experimenteren met een alwetende verteller. Schrijf een scène met daarin een kind, een prille puber en een volwassene. Laat aan de hand van de dialogen en gebaren zien hoe oud ze zijn. Noem hun leeftijd niet.

– Wie niet wil vastzitten aan de beperkte/specifieke woordenschat van een kind of tiener kiest voor een hij/zij-verteller. Vergelijk onderstaande romanfragmenten. Het eerste komt uit Anne Provoosts In de zon kijken, het tweede uit Edward St Aubyns Moedermelk.

 

‘De telefoon rinkelt. Mijn moeder zet de blender af. Ze knoopt haar schort los en haalt de lus over haar hoofd.’

 

‘Onder de plataan had zijn broertje het op een krijsen gezet. Robert zou willen dat iemand ervoor zorgde dat hij daarmee ophield. Hij voelt de babytijd van zijn broertje als een dieptebom ontploffen in zijn eigen herinneringen.’

 

Provoost zit het ik-personage op de huid. In het tweede voorbeeld is de taal veel complexer en poëtischer. St Aubyn, die in de derde persoon schrijft, wilde zichzelf die vrijheid gunnen. Volgens sommigen ging hij te ver, nam hij teveel afstand tot het kind en deed zijn personage te oud aan. Je kan uiteraard in de derde persoon schrijven zonder dat je woorden gebruikt als ‘dieptebom’. Je beslist zelf hoeveel afstand je creëert.

– Hoe kan je kinderen of jongeren direct en levendig opvoeren zonder in de eerste persoon te schrijven? Door middel van de dialogen. In zijn meest recente roman Helden van de grens laat Dave Eggers dit zien. De auteur laat een broer en zus volop praten en daardoor kom je in hun buurt, zonder dat je de hele tijd hun blik volgt.

Ook gebaren, bewegingen, acties brengen je dichtbij. Esther Freud is daar erg bedreven in. Lees haar roman ‘Wildernis’ om te zien hoe kinderen spelen, bewegen, voelen.

 

 

 

Tips en oefeningen:

 

– Wie het moeilijk vindt om vanuit kinderen te schrijven, kan het best beginnen bij zichzelf. In ‘Old Friend from Far Away’ van Natalie Goldberg vind je tips en oefeningen om over de kindertijd te schrijven. Bijvoorbeeld: vertel me over die keer dat je in de problemen kwam in de klas. Vertel over die keer dat je buiten hebt geslapen. Vertel over je oom, over je grootvader.

– In het autobiografische ‘Winterlogboek’ spreekt Paul Auster zijn jongere ik aan. Hij schrijft in de jij-vorm, kijkt als het ware naar het kind dat hij was. Probeer dit met een van de onderwerpen uit Goldbergs boek en kijk naar het effect. Het jij-perspectief kan opwindende teksten opleveren, het kan ook geforceerd en bevreemdend aandoen.

– Experimenteer met een verhaal dat je al kent, een sprookje, een kinderboek, een klassieker uit de literatuur. Zorg dat een van de personages een kind is of een jongere. Het oorspronkelijke verhaal wordt niet vanuit dit kind of deze jongeren verteld. Vertel het verhaal opnieuw en kies nu voor het perspectief van het kind of de jongere.

– Ga op zoek naar een foto van een kind of jongere in magazines. Scheur de foto uit en laat het kind of de jongere over zichzelf praten in de ik-persoon. Kijk goed naar de foto: wat gaat er in hem of haar om? Wat roert er zich? Wat wil dit personage? Herschrijf nu in de tweede en derde persoon. Experimenteer met afstand. Hoe meer gedragen en poëtisch de taal, hoe meer afstand je schept.

 

Leestips:

Natalie Goldberg: Old Friend from Far Away

Esther Freud: Wildernis

Edward St Aubyn: Moedermelk

 

 

Verschenen in Schrijven Magazine Jaargang 20, nr 6. Zie www.schrijvenonline.org