Elizabeth Gilbert interview (Schrijven Magazine)

24453082Discipline en kinderlijk plezier

 

Elizabeth Gilbert (Eten, bidden, beminnen/Pelgrims/Het hart van alle dingen) schreef Big Magic. De kunst van het creatief leven. Wij spraken met haar in Amsterdam.

 

Gilbert zit aan tafel voor een laat ontbijt. De schrijfster heeft een razend druk schema, eigenlijk heeft ze geen tijd voor nog een interview. ‘Toen ik hoorde dat dit een interview werd voor een magazine over schrijven wilde ik het toch doen,’ zegt de innemende Gilbert.

In haar nieuwe boek schrijft ze: ‘Heb je de moed om naar buiten te treden met de schatten die binnen in jou verborgen liggen?’ Niet iedereen hoeft dichter, kunstenaar of zanger te worden van Gilbert. Met Big Magic wil ze mensen aanmoedigen een leven te leiden dat meer door nieuwsgierigheid wordt gedreven dan door angst. Hoe komt het toch, vraag ik haar, dat angst zoveel mensen in de weg zit?

 

De wereld is een verdomd beangstigende plek. Aan de ene kant zijn we een nieuwsgierige diersoort, aan de andere kant beschermen we onszelf. Er is een stem in ons hoofd die zegt: als ik niet weet hoe het verhaal afloopt, schrijf ik het niet. Nieuwsgierigheid en angst strijden voortdurend om onze aandacht. Ik ben altijd een angstig persoon geweest. Gelukkig ben ik net iets nieuwsgieriger dan dat ik angstig ben. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik schrijfster kon worden.

Als maker moet je wel aanvaarden dat angst erbij hoort. Je moet ook aanvaarden dat creativiteit niet altijd gepaard gaat met een gevoel van gelukzaligheid. Sommige onderdelen van het creatieve proces zijn saai. Als je daar niet tegen kan, heb je een probleem.

 

Tijdens het lezen van Big Magic kreeg ik de indruk dat dat jij je boeken ziet als een manier om te ontsnappen aan jezelf. Klopt dit?

 

Daar is zeker iets van aan. Wanneer ik werk, ontsnap ik voor een deel aan de angsten en neuroses die me bezighouden. Je duikt een nieuwe wereld in, je gaat op avontuur, dat is een van de aantrekkelijke aspecten van het schrijven. Het moge duidelijk zijn: alles draait rond het schrijfproces voor mij. Hoeveel aandacht mijn boeken ook krijgen, hoeveel mooie recensies er ook worden geschreven, ik ben het gelukkigst wanneer ik aan het werk ben. Als je niet dol bent op het schrijfproces, zal het je nooit lukken om schrijver te worden. Het moet in de eerste plaats draaien om het schrijven zelf, niets om wat er gebeurt na eventuele publicatie.

 

Op je zestiende legde je de gelofte af dat je schrijver zou worden. Die gelofte ging niet over succes, wel over discipline. Je beloofde dat je elke dag zou schrijven. Hoe belangrijk is dat geweest?

 

Essentieel. De meeste mensen beseffen niet hoeveel meters je moet maken voor je enig niveau hebt. Ik schreef elke dag, hoe miserabel ik me ook voelde, hoe rommelig de tekst op het blad ook was. Op mijn zestiende schreef ik heel ernstige poëzie en heel ernstige verhalen die ik vervolgens opstuurde naar de New Yorker. Ik liet me niet ontmoedigen, ook al kreeg ik jarenlang enkel afwijzingen, ook toen ik al volwassen was. Weet je, ik heb het geluk dat schrijven voor mij altijd het meest opwindende was wat ik kon doen. Het gewone leven in ons klein stadje was veel saaier.

 

Wat gebeurt er als we creativiteit niet toelaten in ons leven?

 

Daar heeft mijn vriendin Brené Brown over geschreven. Zij is een academica, die tien jaar geleden nog beweerde dat ze creativiteit niet nodig had. Inmiddels weet ze via onderzoek dat je zonder creativiteit geen vol leven kan leiden. Velen van ons kregen ooit te horen dat ze maar beter konden stoppen met schilderen of tekenen of schrijven. Misschien was het een leraar die dit vertelde of een ouder. Die opmerkingen kunnen traumatiserend zijn. Ik ben niet de eerste die daarover schrijft. Denk maar aan Julia Cameron en haar boek The Artist’s Way. Ik had geluk: van mijn hardwerkende ouders mocht ik doen wat ik wilde, zolang ik financieel voor mezelf instond. Op mijn achttiende zeiden mijn ouders: ‘Okee, nu sta je er alleen voor, maak er wat van.’

 

Je moedigt creatievelingen aan om hun baan niet op te geven.

 

Ik word altijd heel nerveus wanneer mensen me vertellen dat ze hun baan opgeven om een boek te schrijven. Zorg ervoor dat je financieel comfortabel zit zodat je tijd kan vrijmaken om te schrijven. Dat is een veel betere aanpak. Want geef toe: hoevelen kunnen leven van hun kunst? Bovendien zullen die banen je grondstof bieden voor je verhalen, je zal nieuwe werelden verkennen. Gebruik die ervaring.

Ik hoor voortdurend van mensen dat ze geen tijd hebben om hun kunstenaarsprojecten uit te voeren. Ze kijken liever naar Netflix, ze zijn te moe. Doe maar, zeg ik dan, maar kom niet bij mij klagen. Wie creatief wil zijn, moet tijd maken, moet dingen opgeven die leuk zijn. Ga niet naar verjaardagsfeestjes of naar borrels, neem jezelf serieus als kunstenaar. Zoveel tijd heb je echt niet nodig. John Updike heeft terecht opgemerkt dat de meeste romans geschreven zijn door mensen die er slechts een uur per dag konden aan besteden. Je hebt geen acht uur per dag nodig om te schrijven. Het zal je toch niet lukken om zo lang geconcentreerd te werken. Wanneer ik in het midden van een urgent project zit, schrijf ik drie uur per dag, meer lukt me niet.

 

Hoe ontstaan je boeken?

 

De personages en de setting komen eerst, pas daarna begin ik na te denken over de plot. Ik weet welke sfeer ik wil voor het boek, ik zie de personages voor me alsof het echte mensen zijn, maar het kost me heel veel tijd om het verhaal uit te vogelen. Daar doe ik echt jaren over. Het schrijven van romans valt me zwaarder dan het schrijven van non-fictie, bij non-fictie werk je namelijk met een wereld die al bestaat. Toen ik Het hart van alle dingen, mijn meest recente roman, begon te schrijven, had ik last van plankenkoorts. Het was twaalf jaar geleden dat ik een roman had geschreven en ik vroeg me af of ik het nog wel kon. Ik heb mijn angst kunnen verbannen door het boek te behandelen als een non-fictieproject. Wanneer ik non-fictie schrijf, neem ik interviews af en doe ik een hoop research. Datzelfde systeem pas ik nu ook toe wanneer ik verhalen schrijf. Ik noteer interessante weetjes, thema’s, karaktertrekken van personages, dat soort dingen, op indexkaarten. Nu ben ik bezig met een roman over showgirls in New York tijdens de jaren 1940. Ik zit nog volop in de ontwikkelfase. Op mijn bureau groeit de stapel indexkaarten gestaag. Toen ik twintig was , werkte ik op een heel andere manier. Ik ging voor een wit blad zitten en wachtte tot de inspiratie kwam. Dat zou ik niemand aanraden.

 

Meer tips van Elizabeth Gilbert:

 

1) Nieuwsgierigheid is belangrijker dan passie. Staar je niet blind op het fenomeen van de getormenteerde kunstenaar. Schrijf je verhalen vanuit je nieuwsgierigheid naar de wereld.

 

2) Streef niet naar perfectionisme. Gilbert: ‘In mijn ogen is perfectionisme gewoon een deftige haute-couture versie van angst.’

 

3) Ga op zoek naar leermeesters in je boekenkast.

 

4) Neem het allemaal niet te serieus. Gilbert interviewde muzikant Tom Waits: ‘In de loop der jaren heeft Tom Waits eindelijk het gevoel gekregen dat het hem vrij staat om luchtiger met zijn creativiteit om te gaan – met niet meer zoveel drama, met niet meer zoveel angst. Een groot deel van zijn luchtigheid heeft hij gekregen doordat hij zijn kinderen heeft zien opgroeien, en zag hoe totaal vrij die zich voelden in hun creatieve expressie.’

 

5) Laat ideeën niet te lang liggen. Doe je dit wel, dan gaan ze dood.