Lionel Shriver – Big Brother (De Standaard)

De vloek van de roombotertaart
Het bezoek van Pandora’s extreem zwaarlijvige broer verstoort de balans in haar gezin. ‘Big Brother’ is een frisse ideeënroman en een pageturner in een.
Kathy Mathys
Eten is brandstof. Eten is zintuiglijk genot. Het houdt ons in leven en laat ons vol verrukking proeven. Of zo zou het moeten. Voor velen is eten helaas een bron van angst, obsessie. Word ik niet te dik? Is dit wel supergezond? In Lionel Shrivers nieuwe roman ‘Big Brother ‘loopt een personage rond dat met een haast religieuze ijver een boog om de roomboter heen maakt. Enkel bruine rijst, quinoa en broccoli voor Fletcher, echtgenoot van Pandora Halfdanarson, verteller van het verhaal. Hij is een van de vele personages in dit boek van wie het eetpatroon een manier is om zich te bewijzen of af te zetten. Pandora omschrijft zichzelf als ‘witte rijst (…) garnering voor spannender kost ‘. Ze komt uit een excentriek gezin waarvan de vader ooit in een tv-serie meespeelde en de moeder jong stierf. Het liefst wil Pandora niet herinnerd worden aan haar kinderjaren in Hollywood en dat lukt aardig in de uitgestrekte velden van Iowa waar ze woont met Fletcher en zijn twee stiefkinderen. Pandora streeft naar anonimiteit en dat haar bedrijf zo’n grote hit werd, is puur toeval, een uit de hand gelopen grap.
Edison, Pandora’s oudere broer en haar held, dient zich aan in Iowa. De jazzmuzikant wil een adempauze nemen voor hij weer op tournee trekt. De Fletcher die Pandora afhaalt op het vliegveld is in de voorbije vier jaar ruim 100 kg bijgekomen en van zijn Jeff Bridges-achtige looks is niets meer over.
Eten als machtsmiddel
Lionel Shriver heeft altijd geschreven vanuit maatschappelijke thema’s die raakten aan haar leven. ‘We moeten het even over Kevin hebben‘ vloeide voort uit haar dilemma’s rond ouderschap, ‘Dat was het dan‘ ontstond uit schuldgevoel over de dood van een vriendin die stierf aan kanker en die Shriver, naar eigen zeggen, verwaarloosde. Shrivers broer overleed aan obesitas en dat maakt ook van ‘Big Brother’ een persoonlijk boek. Shriver laat zien dat maatschappelijke thema’s wel degelijk thuis kunnen horen in een roman, op voorwaarde dat de auteur niet preekt en aandacht besteedt  aan plot, personages en stijl. En dat doet ze.
‘Big Brother’ gaat over familiebanden en loyaliteit. Als je met iemand trouwt, neem je er dan ook zijn of haar familie bij? In hoeverre zijn we verantwoordelijk voor het geluk van onze broers en zussen? Shriver verkent deze vragen op haar kenmerkende onsentimentele, soms grappige toon. De passages over allianties binnen families en over de manier waarop broers en zussen de gelederen sluiten tegenover de ouders zijn sterk.
Pandora heeft een theorie die, zelfs als je er niet mee akkoord gaat, interessant is. Volgens haar is de zintuiglijke eetervaring ongrijpbaar. We zijn vooral bezig met nadenken over eten – de bereidingen, de boodschappen – en/of met de zoektocht naar manieren om eten te vermijden. We gebruiken eten als machtsmiddel, als politieke troefkaart. Fletcher, wiens meubelmaker bedrijf nauwelijks winst maakt, fietst zich te pletter en onderhoudt zijn strakke lijf als een tempel omdat het de enige manier is om Pandora, die aan de mollige kant is, te overtroeven. In de ongrijpbaarheid van de zintuiglijke ervaring zullen velen zich niet herkennen: de meesten van ons hebben, in tegenstelling tot Pandora, wel een hoop gedetailleerde herinneringen aan bijzondere maaltijden. En toch heeft Shriver een punt. We steken veel energie in nadenken en stressen over eten, zoveel dat het tafelgebeuren zelf ondergesneeuwd geraakt.
Edison vindt zijn eetgedrag een privézaak. Fletcher ziet het als een familiekwestie en niet alleen omdat broerlief als een lomp gevaarte door het minimalistisch ingerichte huis waggelt: ‘Je maakt mijn vrouw aan het huilen en dat bevalt me niet.‘
Shriver beschrijft op onverschrokken wijze welke impact Edisons aanwezigheid heeft op het gezin. Ze staat niet enkel stil bij grote broer maar ook bij het (eet)gedrag van Fletcher, Pandora en de kinderen. Het is de innerlijke mens die wordt veronachtzaamd in een cultuur waarin zoveel draait om het uiterlijk. Wanneer onze identiteit samenvalt met de vorm van onze neus, met ons haar-met-uitgroei is er iets grondig mis, lijkt Shriver te zeggen.
Shrivers personages zijn sterk en met al hun nare en onhebbelijke kantjes vallen ze erg menselijk uit. Pandora’s maatschappelijke bespiegelingen verdiepen en zijn niet betuttelend. De ironische toon ondermijnt nergens de zeggingskracht van deze belangrijke roman. Dit is Shriver op haar best.
****
Lionel Shriver – Big Brother – Atlas Contact – 413 blz.