Man Booker Prize 2016 (De Standaard)

1006Wie wint de Man Booker Prize 2016?

 

Kathy Mathys

 

Ottessa Moshfegh – Eileen

 

Eileen Dunlop worstelt met heftige emoties à la Hamlet maar haar omstandigheden zijn minder groot. In 1964 vervult de jonge vrouw de functie van dochter en oppasser voor haar alcoholistische vader, een voormalige politieagent. Eileen draagt de kleren van haar overleden moeder en zo krijgt de relatie met haar vader zelfs een incestueuze kant. Vader en dochter verwarmen zich ’s winters bij een oven met open deur, er is nooit eten in huis, wel drank. Eileen is zowel preuts als geobsedeerd door seks en de functies van het lichaam. Ze werkt als secretaresse in een jeugdgevangenis waar ze de mooie Rebecca leert kennen, een diva die zich zal buigen over de opvoeding van de jongens.

De ik-verteller blikt als oudere vrouw terug op die ene week dat haar leven uit de startblokken schoot. Het tempo is traag, broeierig, aan het eind krijgt deze roman iets van een thriller.

De Amerikaanse Moshfegh zet in haar tweede roman een vrouw neer die geobsedeerd is door zichzelf en die toch medeleven opwekt bij de lezer. De manier waarop de schrijfster laat zien hoe verwaarlozing en geweld met elkaar verstrengeld zijn, overtuigt. Wel laat ze Eileen te vaak herhalen hoe eenzaam ze is.

In Amerika geldt deze schrijfster als een van de grote beloftes. Haar proza is klassiek, haar personage is dat niet. Met ‘Eileen’ maakt ze een kleine kans op de hoofdprijs.

 

****

 

Ottessa Moshfegh – Eileen – Penguin Books

 

 

Paul Beatty – The Sellout

 

De ik -verteller in Paul Beatty’s vierde roman is Me, een Afro-Amerikaan. Zijn vader, een sociale wetenschapper, gebruikte zijn zoon als proefkonijn, wilde hem conditioneren tot blankenhater. Dan wordt de wetenschapper om niets vermoord door politieagenten en wordt de naam van het zwarte gehucht waar het gezin woont van de landkaart verwijderd. Er komen steeds meer rijken wonen en de armen geraken in de verdrukking. De geschiedenis is steeds meer onzichtbaar, niets herinnert nog aan het verleden waarin zwarten werden gediscrimineerd. Me komt met een excentriek plan: hij wil de slavernij en de segregatie opnieuw invoeren.

‘The Sellout’ is een satire met een babbelzieke, bij momenten zeer grappige verteller. Qua thematiek sluit dit boek naadloos aan bij de raciale problemen in de Verenigde Staten van vandaag. Beatty kiest voor de lach en de provocatie. Met ‘The Sellout’ zou de jury een geëngageerd en eigentijds boek bekronen dat op geen enkel moment doodernstig aandoet of zwaar. Of je van dit boek houdt of niet hangt af van je tolerantie voor Beattys overvolle stijl. In het tweede deel van de roman probeert de schrijver de relatie tussen Me en zijn vriendin meer gewicht te geven. Hij slaagt daar half in.

 

***

Paul Beatty – The Sellout – Farrar, Straus and Giroux

 

 

 

 

 

 

Deborah Levy – Hot Milk

 

In 2012 stond ‘Terug naar huis’ van Levy al op de shortlist. In haar nieuwe roman verkent ze gelijkaardige thema’s binnen eenzelfde mediterrane setting. Sofia is een antropologe die haar doctoraatsstudie onderbrak om te zorgen voor haar moeder die aan vage kwalen lijdt en niet kan lopen. ‘Mijn benen zijn haar benen,’ zegt de dochter die haar eigen verlangens heeft begraven. Ze verschuilt zich achter het scherm van haar laptop die ze omschrijft als ‘haar sluier van schaamte’. De twee trekken naar Zuid-Spanje waar een arts de moeder zou kunnen helpen.

‘Hot Milk’ begint vrij conventioneel en komisch met Sofia’s gedachten. Geleidelijk aan ontdek je dat Levy lak heeft aan de typische kenmerken van een realistische roman. Wie haar werk kent, weet dat deze schrijfster geïnteresseerd is in thema’s als seksualiteit, identiteit, menselijke gedragingen en verhoudingen. Levy brengt sterke beelden die resoneren, die de lezer zelf met elkaar in verband moet brengen. Toch is er wel degelijk sprake van een dramatische verwikkeling, zelfs van een ijzingwekkend slot.

Levy is een schrijfster met een indrukwekkend en volstrekt eigenzinnig oeuvre. De kans dat zij de prijs krijgt, is wezenlijk, al worden de beelden en symbolen in ‘Hot Milk’ soms te sterk aangezet of uitgelegd.

 

***

 

Deborah Levy – Hot Milk – Hamish Hamilton

 

 

Graeme Macrae Burnet – His Bloody Project

 

Met ‘His Bloody Project’ staat zowaar een thriller op de shortlist, klinkt het hier en daar verbaasd. Toch is dit boek niet in meerdere of mindere mate een thriller dan ‘Eileen’. Het etiket is relatief, zeker in de Angelsaksische literatuur waarin plot en suspens door veel auteurs serieus wordt genomen. Deze tweede roman van de Schotse Burnet is een vertelling die qua sfeer en setting doet denken aan ‘Oogst’ van Jim Crace, ook al genomineerd voor de Man Booker.

De schrijver presenteert zijn roman als een gevonden document van een voorouder die beschuldigd werd van drievoudige moord. Voor alle duidelijkheid: het hele boek is een verzinsel. Het is de advocaat van zijn voorouder die de beschuldigde aanmoedigt om neer te schrijven wat er gebeurde. Roderick, een jongen nog, schrijft vloeiend, als iemand van de hogere klassen, wat bij sommigen ten onrechte het vermoeden oproept dat hij zijn memoires niet zelf heeft geschreven. Na de memoires van de beschuldigde volgen uittreksels uit het medisch rapport, een uittreksel uit het oeuvre van een crimineel antropoloog die de gevangene bezoekt en een verslag van het proces.

Het is de schrijver minder te doen om regelrechte huivermomenten dan om sociaal engagement en om vertelplezier. In elk hoofdstuk weerklinkt een totaal andere vertelstem en dat maakt van dit boek een ingenieus werkstuk. Roderick is een onderpachter die net als zijn dorpsgenoten onderdrukt wordt, geen koelbloedige moordenaar.

De shortlistnominatie is zeker verdiend, toch is het twijfelachtig dat de Schot de prijs krijgt.

 

****

 

Graeme Macrae Burnet – His Bloody Project – Contraband

 

 

 

 

 

 

Madeleine Thien – Do Not Say We Have Nothing

 

Madeleine Thien is een Canadese schrijfster met Maleisisch-Chinese wortels, ‘Do Not Say We Have Nothing’ is haar vierde boek, na twee romans en een verhalenbundel. Het is haar meest ambitieuze werk en ook het meest epische boek op de shortlist. Het gaat over twee generaties binnen een Chinese familie. De eerste generatie had te lijden onder Mao’s maatregelen tijdens de Culturele Revolutie, de tweede woont in Canada en voelt nog steeds het gewicht van de geschiedenis.

De ik-verteller woont in hedendaags Vancouver waar ze vriendschap sluit met een Chinese vrouw wiens vader haar eigen vader heeft gekend. De vaders leefden voor de klassieke muziek, de een als componist, de ander als muzikant. Wanneer Mao de westerse muziek als ontaard bestempelt, verandert alles.

Er zijn een hoop andere personages in dit boek dat iets heeft van een negentiende-eeuwse Russische roman. De cast is uitgebreid, de schrijfster neemt haar tijd. Dit is een roman over intense eenzaamheid, over kunst als reddingsboei en over liefde. Ook is het een verhaal over het niet-lineaire karakter van de tijd, over hoe de geschiedenis zich herhaalt en hoe het verleden nooit voorbij is. Dit boek maakt een grote kans op de bekroning. Het is complex, genuanceerd en toch helder, toegankelijk, erg klassiek. Niet alle personages zijn even levendig neergezet.

 

***

 

Madeleine Thien – Do Not Say We Have Nothing

 

 

David Szalay – Wat een man is

 

Negen mannen op een kruispunt in hun leven. De jongste trekt met de rugzak door Europa, de oudste voelt de koele adem van de dood op zijn huid. Allen zijn ze op reis, letterlijk en figuurlijk want elk leven is een tocht. ‘Wat een man is’ is het vierde boek van deze Engelse, in Canada geboren, schrijver. Een roman is het niet, al vormen de negen vertellingen een coherent geheel en zijn er motieven, symbolen die terugkeren.

In elk verhaal treedt een man aan met een andere nationaliteit. De personages doen dertien Europese landen aan en daarmee schept Szalay een veelzijdig beeld van het moderne Europa. We komen in smerige hotelkamers met deprimerende brandvlekken op het tapijt en in dure huizen waar het licht op elegante wijze binnenvalt. Szalay is ambitieus, hij verkent niet enkel de eenzaamheid en ambitie van zijn spelers, maar heeft het ook over de werkvloer, klasse, lust en liefde. Hij gebruikt verschillende registers, klinkt de ene keer ironisch, dan weer doorleefd. Op technisch vlak is dit een meesterstuk, elk verhaal heeft een eigen klank, een eigen kleur. Met dit boek zou de jury een waardige winnaar bekronen. Enig minpunt: de vrouwelijke personages zijn aan de clichématige kant.

 

****

 

David Szalay – Wat een man is –Nijgh en van Ditmar (verschijnt in november in het Nederlands).