Over de alwetende verteller (Schrijven Magazine)

Jane Austen  620Weidse blik op de wereld

 

Wanneer is het slim om een alwetende verteller te gebruiken en wanneer doe je dat beter niet?

 

In het begin van deel twee van Gustave Flauberts Madame Bovary doet de verteller een en ander uit de doeken over de geschiedenis en de geografie van Yonville-l’ Abbaye. Zo komen we iets te weten over de windmolens in het dorp, over de verbasterde taal die daar gesproken wordt en over de kerkverbouwing. De alwetende verteller is hier aan het woord: gezeten als een godheid op zijn troon serveert hij het verhaal aan de lezer. Alwetende (ook auctoriale) vertellers weten alles over de personages, ze weten alles over vroeger, over nu en over later.

In negentiende-eeuwse romans vond je dit soort vertellers vaak, bij Jane Austen bijvoorbeeld of bij Charles Dickens, Lev Tolstoj. De alwetende verteller kan de gedachtewereld van alle personages binnendringen; hij kan de gebeurtenissen becommentariëren, voorspellen en interpreteren. Kom, zegt de alwetende verteller, geef me gerust de hand, bij mij ben je veilig.

De stem van de alwetende verteller is niet intiem, kan zelfs betweterig zijn of autoritair. In haar essay Point of View: The Complete Menu stelt Valerie Vogrin dat de populariteit van de alwetende verteller afnam in de twintigste eeuw door religieus scepticisme, feminisme en door de opkomst van de theorieën van Freud. Frans Stüger beschrijft het als volgt in Personages, conflict, perspectief: ‘De lezer van nu gelooft niet meer zo makkelijk in iemand die alles weet en overziet.’

Toch zijn er twintigste-eeuwse en zelfs hedendaagse verhalen met een alwetende verteller. Harry Mulisch en Joost Zwagerman experimenteerden met de mogelijkheden van dit perspectief, net als Milan Kundera of Michael Ondaatje.

Een kakelvers voorbeeld vinden we in de roman Furie en fortuin van Lauren Groff. Daarin vertelt de Amerikaanse auteur over een huwelijk waarbij ze de twee kanten van het verhaal laat zien. Eerst lezen we hoe Lotto, de echtgenoot, alles beleeft, daarna komt Mathilde aan het woord. In het Lotto-deel lijkt het alsof Groff vertelt vanuit de mannelijke hoofdpersoon. Toch gebruikt ze de alwetende verteller, een perspectief dat geassocieerd wordt met het mannelijke, het autoritaire. Dat past bij een verhaal over een extreme ijdele echtgenoot.

 

Tips voor het gebruik van de alwetende verteller:

 

1) Dit perspectief past bij epische verhalen. Het biedt je de mogelijkheid om een breed scala aan personages te laten zien. Het wordt zelden gebruikt in korte verhalen. Toch zijn er uitzonderingen op die regel. Alice Munro en William Trevor, schrijvers die bekend staan om hun epische korte verhalen, gebruiken soms alwetende vertellers.

 

2) Je hoeft niet in het hoofd van ál je personages te duiken wanneer je een alwetende verteller gebruikt. Je kan je beperken tot twee of drie hoofden. Bedenk wel dat je geen eindeloos lange gedachtestromen van een personage kan weergeven. Wil je dat wel doen, dan dien je het gebruik van de alwetende verteller te vermijden.

 

3) Dit perspectief biedt je de mogelijkheid om de spanning op te voeren. Zo kan het zijn dat de alwetende verteller gebeurtenissen onthult waarvan de personages niet op de hoogte zijn.

 

4) Wil je een scène beschrijven waarin veel personages aanwezig zijn en wil je laten zien hoe die personages denken, zich voelen, dan kan de alwetende verteller een oplossing bieden. Lauren Groffs roman bevat een aantal scènes die op feesten spelen. Ze duikt van het ene hoofd in het andere. Let op: het moet voor de lezer altijd duidelijk zijn vanuit wie je kijkt.

 

5) Sprookjes hebben bijna altijd een alwetende verteller. Schrijf eens een hedendaags sprookje met een alwetende verteller en kijk wat er gebeurt.

 

6) De alwetende verteller kan op een komische/ironische manier de gebeurtenissen becommentariëren. Denk maar aan de beroemde openingszin van Trots en vooroordeel van Jane Austen: ‘Het is een waarheid die iedereen, waar ook ter wereld, zal onderschrijven: een ongehuwde man met een behoorlijk vermogen heeft behoefte aan een echtgenote.’

 

7) Er zijn nadelen verbonden aan het gebruik van de alwetende verteller. Moderne lezers houden ervan om meegenomen te worden door het verhaal. Een alwetende verteller haalt de lezer uit het verhaal, dat kan nadelig zijn. Voor een intieme, intense vertelling is een alwetende verteller helemaal niet geschikt.

 

Kathy Mathys is schrijfster, journaliste en schrijfdocente.