Penelope Fitzgerald – De boekhandel (De Standaard)

ontroerende-literatuur-in-de-boekhandel-van-penelope-fitzgerald-200x300Verdelgers en verdelgden

Penelope Fitzgerald debuteerde op haar achtenvijftigste. Toch schreef ze nog drie biografieën en negen romans waaronder het verrukkelijke ‘De boekhandel’.

Kathy Mathys

Volgens Fitzgerald moet je biografieën schrijven over mensen die je bewondert en respecteert, romans over mensen die zich jammerlijk schijnen te vergissen. Wanneer Florence Green, een vrouw op middelbare leeftijd, een boekhandel opent in het rurale Suffolk stevent ze af op zo’n schromelijke vergissing. Op de eerste bladzijden van ‘De boekhandel’, een roman uit 1978 , voorziet Fitzgerald haar hoofdpersonage van een minzaam hart, om er meteen aan toe te voegen dat deze minzaamheid nauwelijks van pas komt wanneer het gaat om zelfbehoud.

Florence is een typisch Fitzgerald-personage, ietwat wereldvreemd, onhandig en alleen. In Hardborough, een vochtig dorp dat ingeklemd zit tussen rivier en zee is al jaren geen boekhandel meer. Het is een plek van vissers en moerasmannen, de bankdirecteur blaast er hoog van de toren en de vrouw van de generaal is de lokale patrones van de kunsten. Laatstgenoemde wil in Old House, de door Florence uitgekozen boekhandellocatie, een kunstcentrum beginnen. Vijfhonderd jaar oud is Old House, opgetrokken uit aarde, stro, takken, ‘alles bij elkaar geen geruststellende plek om te wonen’. Een huis met een klopgeest bovendien, al speelt die een marginale rol in het verhaal.

Dit is een roman met veel personages, we kijken niet enkel door de ogen van de optimistische heldin. Fitzgerald weet de dorpsbewoners in enkele zinnen te vangen: ‘Hij glimlachte zoals padden glimlachen, die per slot van rekening geen andere gezichtsuitdrukking kennen.’ Het is een dorp waar mensen elkaars rituelen kennen, waar onrust de kop opsteekt wanneer deze of gene niet op het gebruikelijke uur zijn ommetje maakt. Fitzgerald beschrijft het gehucht met ironische humor, zoals wanneer ze stelt dat de middelbare leeftijd bij de hogere middenklasse gekenmerkt wordt door een crisis ‘waarna de meerderheid aquarellen met landschappen ging schilderen’. Maar de humor is soms vreemder en excentrieker. Zo heeft Christine, het tienjarige winkelhulpje van Florence, twee afgebroken voortanden. Het kind is tegen de was aangelopen en kreeg een ‘klap van een hemd van ijs’.

Lolita

Het zijn niet de meest opzienbarende titels die Florence aan de klanten verkoopt: boeken over veldbloemen, over militaire geschiedenis, koninginnenbiografieën. De winkel kent haar hoogtepunt wanneer de eigenares massaal ‘Lolita’ van Nabokov inkoopt, de schandaalroman van Olympia Press die grappig genoeg een hit wordt in het zeedorp.

Fitzgerald werkte zelf in een landelijke boekenwinkel, een van de vele banen die ze had voor ze eindelijk aan schrijven toekwam. Met liefde beschrijft ze de mooie Everyman-uitgaven die een toekomst wacht als winkeldochter. Gelukkig heeft dit boek niets nostalgisch of kneuterig, daarvoor zijn de zinnen te zeer geïnjecteerd met ironie en zijn de personages te bizar.

In het nawoord staat dat Fitzgerald de mensheid indeelde in verdelgers en verdelgden. En inderdaad, sommige personages hebben dag in dag uit gifpijlen op zak, anderen dienen te incasseren. Toch dirigeert de schrijfster haar spelers met milde hand. Ze heeft het over hun ijdelheden, doopt haar pen evenwel niet in azijn.

De taal is precies, af en toe loop je tegen mooie beelden aan. ‘Een sluimerende berg veren’ schrijft Fitzgerald over onrustige kippen in een fietsmand. De schrijfster doet geen grote uitspraken, wel legt ze haar personages memorabele aforismen in de mond, zoals deze: ‘Ik weet niet of mannen betere oordelen vellen dan vrouwen, maar ze verspillen minder tijd aan het betreuren van hun beslissingen.’

Julian Barnes schrijft in ‘Uit het raam’ een lovend essay over het werk van Fitzgerald. We lezen er dat ze eruit zag als een oma die jam maakte en dat was ze ook, zo blijkt uit haar brieven. Niet de minste pretenties had ze. Toch won ze de Booker Prize voor ‘Offshore’. Volgens Barnes zijn haar late romans – historische boeken waarin ze minder dicht bij eigen leven blijft – nog beter dan het vroege, komische werk, waar ‘De boekhandel’ deel van uitmaakt. Hopelijk volgen er meer vertalingen. Met name ‘The Blue Flower’ over de Duitse dichter Novalis zou een tour de force zijn.

 

****

 

Penelope Fitzgerald – De boekhandel – vertaald door Mieke Prins – Karmijn uitgeverij – 144 blz.