Wat je beter niet kan vertellen (Schrijven Magazine)

stackpole-peter-actress-pamela-curran-writing-on-typewriterTussen de regels gebeurt het, vinden veel schrijvers. Maar wat laat je beter ongezegd?

Toen ik Colm Tóibín interviewde over zijn ingehouden roman Brooklyn vertelde hij dat het echte leven interessanter is dan fictie: ‘In een mensenleven zijn er momenten die zo complex zijn dat je ze niet kan vatten in woorden. Natuurlijk kan je de dingen beschrijven, maar nooit ten volle. Hoe ze voelen, ruiken, hun implicaties, hoe we ze herinneren, dat is nauwelijks allemaal vast te leggen in een verhaal. Ik denk dan ook dat de schrijver er beter aan doet om al die nuances te impliceren tussen de regels. Het is niet in de woorden zelf dat de magie ligt, wel in de schaduw van de woorden.’

In zijn meest recente roman, Nora, laat Toíbín zien hoe je dat doet. Een kersverse weduwe met vier kinderen probeert er het beste van te maken in het Ierland van de jaren 1960. De schrijver laat ons peilen naar haar verdriet en daardoor komen zinnen als deze dubbel zo hard aan: ‘Maar er waren geen andere dingen. Er was enkel datgene wat gebeurd was.’

Wees spaarzaam met tranen en dramatische uithalen wanneer je een emotioneel moment beschrijft. Less is more, wanneer het gaat om verdriet, excessieve blijdschap.

Sterft er iemand in je verhaal, slaat de rampspoed toe? Beschrijf dit dan liever summier. Anders dreigen de clichés zich op te hopen. In Haar van Kathleen Vereecken groeien drie zussen op zonder hun moeder. Zo beschrijft Vereecken het ongeval waarbij de moeder omkomt: ‘Op de terugweg naar België moest de auto aan de kant met motorpech. Haar moeder stapte uit en liep om hulp te halen terug naar het tankstation dat ze zojuist gepasseerd waren. Maar nog voor ze daar was, maaide een Spaanse vrachtwagen haar van de pechstrook. Het was ergens tussen Toulouse en Montauban.’

Meer staat er niet over dit ingrijpende moment dat de levens van alle betrokkenen zal veranderen.

 

De schooltijd van je personage

 

En dan seks. Nog zoiets waar enkele zinnen vaak beter werken dan bladzijden vol met bloemrijke omschrijvingen. Het kan simpel zoals in Euforie van Lily King: ‘Ze rolde haar naakte lijf bovenop het mijne. Er viel niets meer te zeggen, dus ik kuste haar en duwde haar benen uit elkaar, en we bewogen heftig tegen elkaar aan en tegen het ruwe hout van het dek.’

Saskia de Coster kiest in Dit is van mij voor poëtische humor: ‘De hele nacht hebben we in de hotelkamer gepraat, tot we niet veel woorden meer over hadden, alleen nog gebaren en die konden we het beste onder de lakens uitleggen.’

Laat de lezer zelf ontdekken, kauw het niet allemaal voor. Dat geldt niet enkel voor grote emoties, dramatische gebeurtenissen en seks. Er is nog iets waar we voorzichtig mee moeten zijn: de achtergrond van het verhaal. Voor je begint te schrijven heb je misschien al bladzijden vol geschreven over de kleutertijd van je personage, de basisschooljaren, de eerste verliefdheid. Het is belangrijk dat jij weet hoe het zit met je personage, maar je hoeft het niet allemaal te vertellen aan de lezer.

Dialogen ten slotte. Nergens loert het gevaar om te veel te verklappen zozeer als wanneer de personages beginnen te praten. Wat we in het echte leven om ons heen horen, is zelden of nooit zonder meer bruikbaar. Schrap dus nietszeggende woorden en ga naar de kern.

In gesprekken laten we niet altijd het achterste van onze tong zien. We zeggen ‘Had de trein vertraging?’ terwijl we eigenlijk denken: ‘Waarom ben je zo laat? Ben je weer iets gaan drinken na je werk?’. De vraag ‘Had de trein vertraging?’ heeft een onderliggende  betekenis, we spreken van subtekst. Door gebruik te maken van subtekst worden de dialogen suggestiever en spannender.

 

Tips:

 

– We hebben weleens de neiging om dingen dubbel te vertellen. We schrijven ‘Ze begon te praten.’ en daarna horen we het personage praten. Die introducerende zin is overbodig.

– Herlees een dramatisch of emotioneel fragment dat je hebt geschreven. Wat kan je schrappen? Wees vooral kritisch bij sentimentele zinnen.

–In The Five-Minute Writer geeft Margret Geraghty een leuke oefening om het probleem van overtollige achtergrondinformatie te omzeilen. Verzin geslacht en leeftijd van je personage. Verzin geen naam. Je personage wordt wakker in bed en herinnert zich niet hoe hij of zij daar terecht kwam. Het personage is zijn geheugen kwijt. Schrijf nu wat er gebeurt.

 

Kathy Mathys is schrijfster, journaliste en schrijfdocente.

Dit artikel verscheen in Schrijven magazine nr. 3, Jaargang 20. Zie www.schrijvenonline.org