David Mitchell – DroomNummerNegen

Volgend jaar publiceert David Mitchell een nieuwe roman ; dit is een recensie van een ouder werk:

Queeste in mangastijl

Kathy Mathys

Net als zijn debuut ‘De geestverwantschap’(1999) situeert de Brit David Mitchell zijn opvolger, ‘DroomNummerNegen’, in Japan. De auteur woont en werkt er al een aantal jaren en is zowel vertrouwd met de rurale traditie als met de flitsende popcultuur van Tokio. In ‘DroomNummerNegen’ trekt de twintigjarige student Eijie Miyake van het schilderachtige eiland Kagoshima naar Tokio. Hij is op zoek naar zijn vader, een hoge oom in één van Tokio’s meest gereputeerde advocatenkantoren. Eijie heeft zijn vader nooit gekend. Die liet zijn minnares immers in de steek nadat ze zwanger bleek van een tweeling, Eijie en zijn zus Anju. In de hallucinante openingspagina’s van de roman troont Mitchell ons mee naar advocatenkantoor PanOpticon. De firma wordt gerund door bioborgs, geavanceerde cyborgs zoals we die kennen uit ‘Blade Runner’. Eijie schakelt een aantal van deze robots uit en baant zich zo een weg naar zijn vader. Even later flitst Mitchell zijn jonge held dan naar een koffiehuis met zicht op PanOpticon. Zijn stoere entree was niet meer dan een droom. De hele roman staat bol van uitvergrote droomscènes en fantasieën, die allen ontsproten aan het verbeeldingsrijke brein van Eijie. Hij is de postmoderne tiener bij uitstek en zijn wereldbeeld wordt dan ook vooral bepaald door videogames, manga’s en gewelddadige actiefilms. Om zijn verblijf in Tokio te bekostigen neemt Eijie een baantje bij de dienst ‘Verloren voorwerpen’ in een station. Hij neemt zijn intrek boven een videotheek in een miezerige capsule vol kakkerlakken. ‘s Nachts droomt hij weg bij de opwindende billboards van Tokio-ster Zizzi of denkt hij terug aan zijn idyllische kinderjaren op Kagoshima. Samen met lenige bosnimf Anju was hij paradijselijk gelukkig. De kinderen werden grootgebracht door hun grootouders. Hun moeder was niet meer dan een schimmige figuur, een depressieve vrouw die haar kinderen jaarlijks opzadelde met een obligaat en onwennig bezoekje. Wanneer Eijie voor het eerst Kagoshima verlaat voor een voetbaltoernooi komt Anju om het leven bij een ongeval. Eijie voelt zich verantwoordelijk voor haar dood en de queeste naar zijn vader is dan ook een middel om met zijn oude demonen af te rekenen.
Veel tijd voor een spirituele zoektocht krijgt Eijie niet. Tokio blijkt een overweldigende stad, een monsterlijke entiteit die je dreigt op te slokken. Mitchells beeld van de Japanse hoofdstad is bijzonder gretig en aanstekelijk. ‘Dit is een tijd waarin computers menselijk worden en mensen tot computers, ‘ laat Eijie zich ontvallen. Hét personage uit deze roman is dan ook Tokio zelf, een stad vol noedelkraampjes, scooters, karaokebars waar de geluidsinstallatie zo belabberd is dat er maden uit de sushi dreigen te kruipen. De groezelige steegjes waar zakenmannen op zoek gaan naar videostriptiseuses en de psychopatische marteltechnieken van de lokale yakuza’s: Mitchell zet het allemaal neer met evenveel bravoure en stijl. Nu eens refereert hij aan de cyberromans van Philip K.Dick of William Gibson, dan weer aan de extreem gewelddadige actieprenten van Takashi Miike of aan anime-klassiekers als ‘Ghost in the Shell’. Wanneer Eijie op de hielen wordt gezeten door een bende yazuka’s ontketent zich een kolderachtige achtervolgingsscène die zo uit een Jackie Chan-komedie lijkt weggelopen. Mitchell etaleert zijn komisch talent niet alleen in zijn spectaculair opgezette actiescènes, ook zijn dialogen getuigen van veel gevoel voor humor en ritme. Het hoeft dan ook niemand te verwonderen dat deze roman in 2002 de shortlist van de Booker Prize haalde.
Toch is ‘DroomNummerNegen’ geen onverdeeld succes. Mitchells postmoderne wereldbeeld vol alternatieve verhaallijnen en dromen is niet altijd even stimulerend en zinvol. Mitchell toont zich een meester in de creatie van korte sequenties maar hij weet die niet altijd tot een even hecht geheel te monteren. Hierdoor krijg je tijdens de lectuur van het boek wel een kick van Mitchells exuberante stijl maar het geheel blijft toch niet echt hangen. Mitchells pogingen om door middel van Eijie’s prille romance met een pianiste een filosofisch-poëtische dimensie aan zijn roman te geven, gaan dan ook de mist in. De titel van de roman verwijst naar het Beatles-nummer ‘ 9 Dream’. Tijdens één van zijn dromen praat Eijie met zijn idool John Lennon die hem vertelt hoe hij ‘ 9 Dream’ afleidde van een andere Beatles-song, ‘Norwegian Wood’. Hiermee verklaart David Mitchell zich meteen ook schatplichtig aan Japans meest populaire auteur van het moment, Haruki Murakami, schrijver van ‘Norwegian Wood’(2000). Toch is Mitchells werk voorlopig minder diepgravend en lyrisch. Benieuwd waarmee deze hypergetalenteerde auteur de volgende keer voor de dag komt.

David Mitchell, DroomNummerNegen. Vertaald door Aad Van Der Mijn, Querido, Amsterdam, 429 blz., 21,95 euro. Oorspronkelijke titel: Number9dream.