Diane Setterfield – Er was eens een rivier (De Standaard)

Bruisend en kolkend

Lees hier de krantenversie: Diane Setterfield – Er was eens een rivier

Rest u nog wat zomervakantie of verlangt u alweer naar nieuwe bestemmingen? Lees dan ‘Er was eens een rivier’, een zwierig geschreven roman met water in de hoofdrol.

 

Kathy Mathys

 

Rivieren hebben mensen altijd verleid met hun schittering van zonlicht op het wateroppervlak, hun intrigerende onderstromen. ‘Wanneer het pijn doet, gaan we terug naar zekere rivieren,’ beweert dichter Czesław Milosz. Olivia Laing omschrijft haar fascinatie in ‘Naar de rivier. Een reis onder het oppervlak’ zo: ‘Ik gaf me graag over aan iets waarover ik absoluut geen zeggenschap had.’ Bovengenoemde redenen om oevers of het water zelf op te zoeken, komen, samen met vele andere, voorbij in ‘Er was eens een rivier’.

Diane Setterfield schreef eerder de succesroman ‘Het dertiende verhaal’ en woont in Oxford, nabij de Theems, de stroom die glanst en buldert in haar tweede boek. Net als in haar debuut kiest ze voor een victoriaanse setting, het verhaal begint in 1887. Wie het werk van Charles Dickens – die echte Victoriaan – kent, zal aan zijn romans denken tijdens het lezen. In ‘Grote verwachtingen’, bijvoorbeeld, speelt de Theems een sleutelrol. Dat is meteen een van de redenen waarom ‘Er was eens een rivier’ zoveel leesgenot verschaft, het is een ruim en open boek dat herinneringen aan andere rivieren en verhalen oproept.

‘Er was eens een herberg die vredig op de oever van de Theems stond bij Radcot, op een dag lopen vanwaar de rivier ontspringt.’ Ja, zo begint het echt, als een sprookje, een verhaal waarvoor u eens goed mag gaan zitten. De schrijfster neemt de tijd, ze wijdt uit, slaat zijwegen in. Net als de rivier vertraagt ze om dan weer snel en onstuitbaar te gaan stromen.

De herberg staat bekend als een plek waar verhalenvertellers samenkomen. Vertellingen van vroeger en nu worden verfraaid, vervormd en doorgegeven. De grinddelvers, waterkersverbouwers en schippers die er na hun uren neerstrijken, vertellen graag over veerman Quietly. Die gaf het leven om zijn verdronken dochtertje terug te halen uit het rijk der doden. Sommigen zijn er van overtuigd dat de veerman nog steeds rondspookt bij de Theems. Ze geloven dat de belletjes onder het oppervlak boodschappen voeren van de riviergeesten.

 

A la Dickens

 

Tijdens de kortste nacht van het jaar stranden een gewonde man en een meisje in de herberg. De geur van de rivier hangt om hen heen. Het meisje is dood, zo stelt de lokale vroedvrouw vast. En dan geschiedt er een wonder: ze wordt wakker. Henry Daunt, de gewonde man, heeft het kind nooit eerder ontmoet. Het meisje kan niet praten. Wie is ze en waar komt ze vandaan? Daar draait het allemaal om. Een echtpaar van wie de dochter werd ontvoerd, eist haar op, maar er zijn andere partijen die aanspraak maken op het kind.

‘Er was eens een rivier’ is een roman met een uitgebreide cast à la Dickens. Setterfield zet in op plot en spanning, maar net zoals Sarah Waters dat doet in haar historische romans, besteedt ze veel aandacht aan de uitdieping van de kernpersonages. Henry Daunt is gebaseerd op een fotograaf van de Theems met dezelfde naam. Hij is een van de sterke présences in het boek, net als de vroedvrouw en de vader van het ontvoerde kind.

Voor wie houdt van het modderige duister in rivierverhalen zoals ‘Young Adam’ van Alexander Trocchi of Daisy Johnsons werk zal dit boek te netjes aandoen. Aan het eind wordt alles keurig afgerond – of toch bijna alles. Setterfield beklemtoont te vaak de metaforische betekenis van haar rivier en onderschat daarmee haar lezers. Ook is het jammer dat de monologen uit de monden van personages te gelijkend klinken.

Het is bovenal genieten van de rivier zelf ‘die onder haar verschoof en duwde als iets levends’, van de vermakelijke mix van Victoriaanse ingrediënten (weeskinderen, waarzeggers) en van het vertelvernuft van Setterfield. Dit aanstekelijke verhaal is uitermate geschikt om de zomer mee uit te zingen.

 

***

Diane Setterfield – Er was eens een rivier – vertaald door Miebeth van Horn – Orlando – 432 blz.