Elizabeth Strout – Opnieuw Olive (De Standaard)

Achter de gordijnen

Lees hier de krantversie: Elizabeth Strout – Opnieuw Olive

Elf jaar geleden werd Elizabeth Strout beroemd dankzij haar personage Olive Kitteridge. In ‘Opnieuw Olive’ laat de schrijfster dit weerbarstige karakter op grootse wijze herleven.

 

Kathy Mathys

 

Van sommige schrijvers weet je precies wanneer je ze ontdekte, herinner je je tot in de kleinste details hoe het was om de bladzijden om te slaan van dat eerste van vele boeken. Elizabeth Strout volg ik al sinds haar debuut ‘Amy en Isabelle’, een Alice Munro-achtige vertelling met karakters die bijblijven. Diezelfde Isabelle duikt op in ‘Opnieuw Olive’. Ze woont in een zorginstelling en wordt ‘Muizenhart’ genoemd door medebewoner Olive Kitteridge. Van de felle moeder uit dat debuut is niet veel over, zo lijkt het tot Olive en Isabelle met elkaar in gesprek gaan. Muizenhart is moediger dan haar bleke gezichtje laat uitschijnen.

Zoals de titel van de bundel aangeeft, is niet Isabelle het centrale personage. ‘Olive Kitteridge’, een boek uit 2008 waarvoor Strout een jaar later de Pulitzer Prize kreeg, was een bundel waarin Olive de ene keer de hoofdrol speelde, de andere keer aantrad als passant in het leven van een dorpsgenoot. In ‘Opnieuw Olive’ herhaalt Strout dit succesvolle recept.

Olive woont nog steeds aan de kust van Maine. Haar man is overleden, haar zoon, die ze zelden ziet, is hertrouwd. Strout kijkt naar de laatste jaren in Olives leven. Ze hertrouwt met Jack en wordt voor de tweede keer weduwe.

‘Jullie weten allemaal wie je bent,’ vertelde wiskundelerares Olive ooit aan haar leerlingen. In slotverhaal ‘Vriendschap’ beseft Olive dat ze geen idee heeft wie ze is geweest en wat het leven voorstelt. De mensen in het kustdorp Crosby kennen haar als een bazige, wat moeilijke vrouw die niets heeft met schone schijn. Ze gruwt van snobisme, wat spanningen oplevert met Jack, een voormalige Harvard-professor met geld. Wanneer Olive weigert in eerste klasse te vliegen, noemt hij haar koppigheid een vorm van snobisme.

Net als in ‘Ik heet Lucy Barton’ en ‘Niets is onmogelijk’ is dit een bundel over klassenverschillen. Maine staat te boek als een blanke en homogene staat. Van de komst van Somalische vluchtelingen worden de meeste kustbewoners zenuwachtig. Olive verwelkomt haar Somalische verpleegster met open armen, al moet ze toegeven dat ze vroeger neerkeek op de ‘Canadese fransozen’ in het dorp.

 

Troostende inzichten

 

In ‘Moederloos kind’ krijgt Olive bezoek van haar zoon en zijn gezin. Het onbeholpen gesprek tussen Olive en de tweede vrouw is een van de vele meesterlijke dialogen in dit boek. De gesprekken verschijnen in allerlei vormen. Soms klinken ze schrijnend, soms stug of juist troostend.

In ‘Hulp’ voelt de lokale raadsman zich bezoedeld door nare herinneringen. Hij vindt genade op een onverwachte plek. ‘Baren’ is dan weer een verhaal waarin de gesprekken niet vlotten. Olive is te gast op een babyshower en ze beseft dat ze niets met vrouwen heeft. Dat neemt niet weg dat ze in ‘Licht’ op bezoek gaat bij oud-leerlinge Cindy die aan kanker lijdt. Hier weet de vaak botte Olive de lezer te verrassen met dit troostende inzicht: ‘Op de hele wereld is er verdorie geen mens die niet een paar nare herinneringen met zich meedraagt.’

‘Opnieuw Olive’ biedt meer van dat soort warme woorden. Dat de schrijfster nooit afglijdt naar het niveau van de tegeltjeswijsheden toont haar grote klasse. Laat je niet misleiden door de al te zoetroze cover van dit boek, Strout schuwt de donkere kanten van de ziel niet. Ze kijkt binnen bij een gezin waar de man zijn dementerende vrouw mishandelt, laat zien dat niet elke vorm van eenzaamheid eender is.

Dit is een bundel waarvan de zinnen door je hoofd blijven galmen. Strout laat je nadenken over spijt en schaamte, over hoe jarenlang gekoesterde inzichten vals blijken, over het wonder van de liefde, dat ook.

Haar zinnen zijn onopgesmukt en in de beschrijvingen van de natuur, een bron van troost voor Olive, zelfs wat saai. ‘Het water sprankelde uitbundig,’ schrijft Strout. Verderop heeft ze het over een ‘diepblauwe hemel’. Dat dit niet stoort, ligt aan de lange lijst met troeven van dit boek. Je leest deze auteur om de diepgang en complexiteit van haar personages, om de levendige en ongeforceerde verhaallijnen en het genuanceerde beeld van kleinsteeds Amerika. En laten we haar gevoel voor humor niet vergeten. Meermaals moest ik hardop lachen om Olives reacties.

Aan het eind van de bundel laat Strout haar stekelige personage achter in een zorginstelling waar ze herinneringen neerschrijft op een typemachine. Net zoals Olive moeite heeft om het leven los te laten, valt het de lezer zwaar afscheid te nemen van dit schitterende personage en haar rijke leven.

 

****

 

Elizabeth Strout – Opnieuw Olive – vertaald door Marijke Versluys – Atlas Contact – 352 blz