Elizabeth Taylor – Hotel Claremont (De Standaard)

Voorlaatste halte

Lees hier de krantenversie: Elizabeth Taylor – Hotel Claremont

Met  ‘Hotel Claremont’  bracht de Engelse Elizabeth Taylor een innemend portret van een weduwe.

 

Kathy Mathys

 

Tijdens de jaren 1960 van de vorige eeuw was het in Engeland nog gebruikelijk voor weduwes en weduwnaars om hun laatste jaren in een hotel te slijten. Dat kwam goedkoper uit dan het verpleegtehuis waar velen uiteindelijk zouden terechtkomen om te sterven. De Claremont is zo’n plek waar, behalve toeristen, een handvol oudere dames en één oudere heer verblijven. Meneer Osmond houdt zich ver van het weduwekransje. Woede is zijn motor. Hij vult zijn dagen met het schrijven van verontwaardigde lezersbrieven aan kranten.

En dan verschijnt mevrouw Palfrey in het hotel. Nee, dit is geen verhaal over een laatste liefde. Mevrouw Palfrey heeft, naar eigen zeggen, een perfect huwelijk gehad. Ze zit niet te wachten op de romantische aandacht van meneer Osmond.

‘Hotel Claremont’ verscheen in 1971,vier jaar voor Taylor op haar drieënzestigste overleed aan kanker. Op thematisch vlak zijn er overeenkomsten met Taylors zwanenzang, ‘Blaming’. Beide romans gaan over de beproevingen van een weduwe en over een ongebruikelijke vriendschap. Amy uit ‘Blaming’ ontmoet een excentrieke Amerikaanse romanschrijfster met wie ze een moeizame vriendschap sluit. Ook in ‘Hotel Claremont’ gaat het om een vriendschap met een jonge schrijver. Ludo helpt mevrouw Palfrey wanneer ze ten val komt op straat. Na de eerste ontmoeting maakt hij aantekeningen over haar geur, de aderen op haar benen. Voor Ludo is mevrouw Palfrey dat grappige oudje die hem, zo zal blijken, financiële hulp kan leveren. En toch is dit een te eenzijdig portret van die vriendschap. De schrijfster laat zien dat er voortdurend dingen verschuiven in relaties tussen mensen. Ze doet dat erg terloops, zonder veel aandacht te besteden aan intrige. Haar focus ligt bij de gedragingen van mensen en bij de overwegingen die achter die gedragingen schuilgaan.

 

De uren

 

In ‘Blaming’ ondernam weduwe Amy onsuccesvolle pogingen om de banden met haar kinderen aan te halen. Hier leren we de dochter, die in Schotland woont, enkel kennen via de brieven die ze haar moeder stuurt. Echte communicatie is het niet, weet mevrouw Palfrey, maar ze ziet het niet zitten om daar alsnog iets aan te veranderen. De schone schijn ophouden, meer zit er niet meer in. Haar leven speelt zich nu af binnen ‘een soort verkleinde, en gedroogde schoolwereld’. En inderdaad, de jaloerse vlagen waaraan de weduwes ten prooi vallen wanneer een ander meer bezoek krijgt, zijn net zo hevig als die uit de tienerjaren.

Niemand tot last zijn, daar draait het om. Een manier vinden om de uren door te komen. Niet laten blijken hoe moeilijk het soms is. Taylor laat haar personages voornamelijk zien in de dialogen die soms hopeloos zijn, soms grappig of aandoenlijk. Geen van hen is een karikatuur, zelfs die van wie je even denkt dat ze enkel dienen ter vermaak van de lezer.

Ondanks het sprankelende van Taylors observaties schuilt er droefenis onder het oppervlak. Dit is een roman over de hopeloze wandelingetjes tegen de stijfheid, over de eenzaamheid van het late middaguur en over de onthutsende vaststelling dat niemand nog je voornaam gebruikt, eenmaal je een bepaalde leeftijd gepasseerd bent. Blanquette de veau en waterige pudding: daarmee moeten de bewoners het stellen, week in, week uit.

Over het verleden van mevrouw Palfrey komen we niet veel te weten. Ze heeft met haar man in het Oosten gewoond en leerde daar een manier te vinden om altijd haar waardigheid te behouden. Taylor houdt enige afstand tot haar hoofdpersonage, alsof ook zij die waardigheid wil respecteren. Gelukkig hebben we af en toe toegang tot de gedachten van het hoofdpersonage en leren we haar kennen aan de hand van de uitstapjes die haar nog restten, de vriendschap met Ludo.

Taylor neemt af en toe fikse versnellingen in haar tekst waardoor er een spannend ritme ontstaat: ‘Het volkslied; de koffie; mevrouw Palfrey sloeg een crème de menthe af (…)’. Er is niets oubolligs aan dit boek van een halve eeuw geleden. Taylors psychologische diepgang en haar lichte toets blijven bekoren.

 

****

Elizabeth Taylor – Hotel Claremont – vertaald door Johannes Jonkers – Karmijn – 192 blz.