Evie Wyld – Wij zijn de wolven (De Standaard)

Bezwerende vrouwenkoorzang

Lees hier de krantenversie: Evie Wyld – Bass Rock

Evie Wyld bevestigt haar grote talent met een derde roman. ‘Wij zijn de wolven’ is een verhaal over hoe geweld mensenlevens ontwricht.

 

Je zou kunnen denken dat de Engelse Evie Wyld op de #MeToo-trein is gesprongen met haar boek over vrouwenlevens die door mannen uit de sponnen zijn gerukt. Niets is minder waar. Ook haar vorige roman ging over een vrouw die haar weg tracht te vinden in een onfrisse mannenwereld.

Wyld houdt van veelstemmige verhalen, deze keer volgt ze drie vrouwen.  In de eerste verhaallijn klinkt de hartslag van onze tijd. Ik-verteller Viviane ziet aan de puntjes op haar telefoonscherm dat haar zus aan het typen is, ze doet vage freelanceklussen, heeft vage dates. Twee jaar geleden is haar vader gestorven. De rouw sleept aan. Viviane trekt vanuit Londen naar de kust van Schotland waar ze het huis van haar grootmoeder leegruimt.

In de tweede verhaallijn leren we die grootmoeder, Ruth, kennen. Ditmaal vertelt Wyld in de derde persoon wat – opvallend is dat – meer intimiteit oplevert dan Vivianes nerveuze ik-vertelling. Ruth is een Engelse die trouwt met een weduwnaar met twee zoons. Een van die zoons wordt later Vivianes vader. Ook Ruth rouwt, ze mist haar in de oorlog gesneuvelde broer tot in het diepst van haar botten. Ze verdooft de pijn met drank, net als haar kleinkind jaren later. Ruth wordt scherp in de gaten gehouden. De inwoners van het kustdorp vinden het onbetamelijk dat ze geen aansluiting zoekt.

Dan maakt de schrijfster een sprong in de tijd met het achttiende-eeuwse verhaal over Sarah, beschuldigd van hekserij. Een priester ontfermt zich over het meisje. Dit verhaal krijgen we bij monde van de priesterzoon. Het is niet losgezongen van de rest. Sarah dreigt haar leven te verliezen door de geweldpleging van mannen. Ruth vindt in haar echtgenoot en in de lokale priester geduchte tegenstanders. Viviane belandt in bed met een man die haar bedreigt wanneer ze het contact verbreekt.

En dan is er nog een vierde draad, die zich moeilijk laat vastgrijpen, net als het krioelende zeeleven in de kustpoelen waar Vivianes vader rondhing als kind. Wyld vertelt dit verhaal achterstevoren, een techniek die ze ook gebruikte in haar vorige roman en die haarfijn laat zien dat het lot van een personage onomkeerbaar is, met hoeveel zorg het zijn koffer ook inpakt om een nieuw leven te beginnen.

 

Zeerots

 

In ‘Na het vuur, een ademloze stilte’ en ‘Overal vogelzang’ liet Wyld zich kennen als een schrijver die de impact van landschap op mensenlevens begrijpt. In dat opzicht en ook in haar sterk zintuiglijke beschrijvingen is ze verwant aan haar Engelse collega Sarah Hall. Wanneer Wyld op de eerste bladzijden Vivianes moeder neerzet als botanisch tekenaar van fungi, kan je de gifzwammen bijna ruiken. Voorbeelden van haar fysieke stijl: voetstappen in het bos gaan ‘niet sneller dan de logge klop van een koeienhart’. Of deze: ‘Haar bloed herinnerde zich het springende-zalmgevoel als de baby binnen in haar van positie veranderde.’ De Engelse titel ‘The Bass Rock’ legt de nadruk op het belang van dat landschap. De strandrots met zijn groteske vorm (hij doet Ruth denken aan een misvormd kinderhoofd) is de stille getuige van de gewelddadige gebeurtenissen.

Een roman over geweld tegen vrouwen zou kunnen uitpakken als een programmatisch gedrocht. Dat gebeurt niet bij deze schrijfster die ook vrouwen geweld laten plegen, mannen slachtoffer laat worden. Bovendien houdt Wyld ook geniepige vormen van geweld tegen het licht. Zo voelt Viviane zich bedreigd door het gekietel van een date, die haar angstige protest juist als aanmoediging ziet. Ruth duldt het geweld tussen de echtelijke lakens: ‘Je werd immers geacht geen aanstoot te nemen aan de avances van je echtgenoot.’

‘Wij zijn de wolven’ is meer dan een roman over geweld. Wyld schrijft overtuigend over relaties tussen zussen, moeders en dochters, over klassenverschillen, over hoe gevaarlijk het is wanneer je je afzondert van de gemeenschap, a room of one’s own opeist.

Voor Viviane was haar grootmoeder een afstandelijke, formele vrouw. Wij, de lezers, bewonen Ruths leven op die overweldigende manier die uniek is voor geschreven fictie. Dit boek zou zomaar een literair hoogtepunt van 2021 kunnen worden.

 

Kathy Mathys

 

****

 

Evie Wyld – Wij zijn de wolven – vertaald door Astrid Huisman en Roos van de Wardt – De bezige Bij – 367 blz.