Graham Swift – Een olifant maken (De Standaard)


Met pen en gitaar

In ‘Een olifant maken’ biedt de Engelse Graham Swift een inkijk in zijn keuken.

Kathy Mathys

‘Ik zou het ronduit geweldig vinden als iemand mij nu de boeken voorlegde die ik las toen ik acht of negen was. Ik ben vergeten welke boeken het waren. Ik zal ze van de bibliotheek hebben geleend, en als ik ze nu weer kon openslaan, zouden ze me mee terugvoeren naar de kiem van alles.’ De jonge Graham Swift (° 1949) las avonturenverhalen die zijn hartslag de hoogte injoegen, vertelsels die een blos op zijn wangen toverden en waarin hij helemaal kon verdwijnen. Swift had het lezersvirus al snel te pakken. Als kind van de jaren 1950 boden de Londense buitenwijken enkel radio en boeken als afleiding. In ‘Een olifant maken – over lezen en schrijven’ komt Swift met een prachtige beschrijving van fictie aanzetten. Hij ziet het als een inenting tegen de plagen en gruwelen van de ons omringende werkelijkheid: ‘Maar net als een echt vaccin werkt het alleen als het een spoor bevat van de plaag zelf, een zweem van datgene waar het zich tegen verzet.’

Griekse kronieken

In zijn fictie cijfert Swift zich naar eigen zeggen volledig weg. ‘Een olifant maken’ is dan ook het eerste boek waarin hij een inkijk biedt in zijn hoofd. De artikelen en essays die in het boek zijn opgenomen, bestrijken meer dan veertig jaar en bieden een chronologisch geordende blik op Swifts schrijversleven. Het begint met een essay over de laten jaren 1960, toen Swift de Londense buitenwijken achterliet voor een rondreis van vijf maanden in Griekenland en Turkije. De zeventienjarige Swift wilde toen al schrijver worden, maar hij kampte met een faalangst die hem nog enige jaren weghield van de schrijftaal. Toch zou hij in Griekenland, waar hij als twintiger een baantje had als leraar Engels, zijn eerste, inmiddels vernietigde roman schrijven.

Welkom, meneer Rushdie

Swift heeft het over zijn band met schrijvers die hij bewondert maar nooit ontmoette: Isaac Babel en Michel de Montaigne. Hoewel Swift geen fuifbeest is en zenuwachtig wordt van een kamer vol auteurs, heeft hij toch enkele schrijversvrienden van wie hij mooie portretten maakte. Kazuo Ishiguro noemt hij ‘een verrukkelijke plaaggeest’. Ish, zoals Swift hem noemt, vergezelde hem ooit naar Charing Cross Road op zoek naar de ideale gitaar. Ishiguro is een meer dan behoorlijke muzikant en aan het einde van een perfecte dag hadden ze beet. Swift bekent dat hij, op momenten dat het schrijven niet zo wil lukken, ‘Bach verkracht’ op zijn gitaar.
Nu ontmoeten ze elkaar niet meer maar toen Salman Rushdie ondergedoken leefde, was hij een goede vriend van Swift. De Swifts en de Rushdies vierden samen kerst en die feesten hadden altijd ‘een zweem van specifiek, bewust verzet’ in zich. Terwijl de dominante, altijd komische Rushdie de kamer vulde met zijn verhalen, zaten de veiligheidsagenten op de eerste verdieping kalkoen te eten. In één van de grappigste anekdotes uit het boek duikt Rushdie’s naam opnieuw op. Toen Swift genomineerd was voor de Booker Prize in 1983, kwam een BBC-interviewer tijdens de slotshow op Swift afgestapt met de woorden ‘Welkom, meneer Rushdie!’

Vulpen

‘Een olifant maken’ heeft meer te bieden dan schrijversonderonsjes. Swift heeft het over zijn grootvader, die werkte in de Oliver Typewriter Company. De kleine Swift vond de schrijfmachine in grootvaders huis magisch: urenlang zat hij te ratelen op het ding, zelfs toen hij nog niet kon lezen. Swifts vader was een kantoorklerk voor wie de oorlogsjaren één groot avontuur vormden. Toen was hij gevechtspiloot en zag hij de wereld. Na zijn dood zocht Swift het saaie rijtjeshuis op, waar zijn vader opgroeide. Tot Swifts opluchting was het huis overwoekerd, wat het uit de vergetelheid en anonimiteit optilde.
Ook erg de moeite zijn de interviews met Swift, één door collega Patrick McGrath over ‘Waterland’ en één voor het boek ‘The Way We Write’, over het schrijversambacht. Swift is verknocht aan drie vulpennen die hij altijd gebruikt en hij begint om half zes ’s ochtends: ‘Het is bijna alsof je vroeg opstaat om te gaan jagen’.

Na de voltooiing van ‘Het volle daglicht’ schreef Swift zijn enige gedichten en ook die zijn opgenomen. Het zijn toegankelijke, verhalende werkstukken over de thema’s die ook in zijn romans zitten: de rol van de geschiedenis, vragen rond intimiteit en dood.

Swift heeft een prachtig gevoel voor humor en zelfrelativering, zoals mag blijken uit volgend voorval. Op een literaire avond leest Swift voor uit eigen werk, waarna het gevreesde vragenhalfuurtje volgt. Eén van de genodigden vraagt waarom Swift nu precies een fragment van die schrijver voorlas.
Niet alle stukken uit ‘Een olifant maken’ zijn even interessant voor buitenstaanders. Zo zijn er de snel van de lezer afglijdende verhalen over Swifts ontdekker, Alan Ross, en over visuitstapjes met dichter Ted Hughes. Toch biedt ‘Een olifant maken’ een mooi beeld van Swifts kunnen, van zijn thema’s en aanpak.

De auteur: Graham Swift (61) is de schrijver van Booker Prize-winnaar ‘Laatste ronde’, ‘Waterland’ en ‘Morgen’.

Het boek: Swift brengt essays over schrijven, bevriende auteurs en familie.

Ons oordeel: mooie observaties over schrijven, geschreven met een fijn gevoel voor ironie

***
Graham Swift
Een olifant maken – Over leven en schrijven.
Vertaald door Paul van der Lecq, De Bezige Bij, 409 blz. Oorspronkelijke titel: ‘Making an Elephant’