Jeanette Winterson – De schemerpoort (De Standaard)

Brandende heksen
Jeanette Winterson schreef een donker spookverhaal dat zowel spannend is als veelgelaagd.
Kathy Mathys
In het zeventiende-eeuwse Engeland liep je als kruidenvrouw of vroedvrouw het gevaar om beschuldigd te worden van hekserij. De toenmalige vorst, James I, wou zijn koninkrijk schoonvegen tot in de verste uithoeken. Zelfs katholieken dienden te vrezen voor hun leven onder deze fervente protestant en auteur van het boek ‘Daemonology’. In haar nieuwste roman beschrijft Jeanette Winterson de aanloop naar het proces van de Heksen van Lancaster (1612).
In haar vorige boek ‘Waarom gelukkig zijn als je ook normaal kunt zijn?’ ging Winterson op zoek naar haar biologische moeder. Voor de schrijfster bij wie de zoektocht naar Grote Liefde haast altijd centraal staat, vormde dit autobiografische boek een soort eindpunt. Velen – inclusief Winterson – vroegen zich af wat de toekomst zou brengen. Het begint alvast goed met dit donkere werkstuk dat helemaal doordrongen is van Wintersons filosofie, ook al lijkt het op het eerste gezicht anders dan haar eerdere werk. ‘De schemerpoort’ verscheen in Engeland bij Hammer, ooit een legendarische, Britse filmstudio voor horror, die nu herboren is als uitgever van spannende verhalen. Spannend is ‘De schemerpoort’ absoluut, al weet je hoe het zal aflopen voor Alice Nutter, die beschuldigd is van hekserij. In korte hoofdstukken laat Winterson zien dat ze heel goed overweg kan met het genre van het historische spookverhaal.
Het donkere Noorden
Lancaster, een provincie in het noorden van Engeland, krijgt het bezoek van Thomas Potts, aanhanger van de koning en gedreven heksenjager. Het Noorden is een donkere plek, zoals Winterson beschrijft in haar muzikale openingszinnen. Je kan er niet rondwandelen zonder het gevoel te krijgen dat je begluurd wordt. Alice Nutter is landeigenares in Lancaster. Ze rijdt niet als een amazone, draagt mannenhandschoenen en steekt graag zelf de haard aan in plaats van het over te laten aan haar bedienden. Dat zou voor sommigen al genoeg zijn om haar te bestempelen als heks maar er is meer. Nutter lijkt niet te verouderen en waar haalde ze haar rijkdom vandaan? Nutter neemt het op voor enkele verarmde vrouwen en kinderen die op haar land wonen en beschuldigd zijn van hekserij. Daarmee brengt ze ook haar eigen leven in gevaar.
In 1612 stond een zekere Alice Nutter terecht als heks, de precieze toedracht van de zaak is onbekend. De schrijfster van ‘De passie’ en ‘Sinaasappelen zijn niet het enige fruit‘ maakt van haar een vintage Winterson personage: eigenzinnig en oerromantisch, iemand die makkelijk heen en weer reist tussen verschillende werelden. Ooit was Nutter hofleverancier van koningin Elizabeth en ging ze in de leer bij een beroemd alchemist. In een mooie scène ontmoet Nutter Shakespeare en de twee praten over magie. ‘De schemerpoort’ is, net als al Wintersons eerdere boeken, een pleidooi voor de verbeelding.
Duister
Wie Hammer zegt, zegt horror en dit boek bevat gruwelijke, expliciete folterscènes, naargeestige taferelen van wegrottende lichaamsdelen, van gemolesteerde kinderen. Van effectbejag kan je Winterson niet beschuldigen. In deze passages klinkt de stem van de geëngageerde Winterson die iets vertelt over armoede, ziekte en ontbering. Alice Nutter merkt tegen een magistraat terecht op dat de beschuldigde vrouwen geen enkele kans maken in zijn wereld en dat ze daarom hun macht laten gelden op eigen domein. De wereld van die verarmde vrouwen is er een waarin kruidendrankjes brouwen en voodoopoppen maken niet ongebruikelijk is. Eigenlijk zijn de beschuldigde vrouwen een soort van heksen, maar ze ‘bijten’ enkel om zich te verdedigen.
De toon van dit boek is enigszins afstandelijk en af en toe ironisch, zoals in de passages waarin binnenskamers wordt gepraat en gediscussieerd. Die momenten doen denken aan de historische romans van Hilary Mantel, die nog meer bedreven is in dit soort fijnzinnige scènes dan Winterson, al verrast laatstgenoemde toch echt met haar sterke realistische dialogen. ‘De schemerpoort’ bevat ook het relaas van een liefde en het is vooral dan dat we Wintersons ‘oude’ lyrische stem horen. Ze beschrijft Nutters magenta rijkleed als  volgt: ‘Het leek gemaakt van water dat in brand stond’. Ook dit is een vertelling over de Grote Liefde maar, zoals dat past in een spookverhaal, is het een liefde met duistere rafelranden.
Het knappe aan dit boek is dat het, ondanks de strakke compositie en de beperkte lengte, zoveel verschillende lagen bevat. Het is een geëngageerde roman, een liefdesverhaal en een spannende huiververtelling in één.
****
Jeanette Winterson – De schemerpoort – vertaald door Lidwien Biekmann – Atlas Contact – 192 blz. – € – Oorspronkelijke titel: The Daylight Gate.
Eerste zin: ‘Het noorden is het donkere oord. Het is niet veilig om begraven te worden aan de noordkant van de kerk, en de Noordelijke Deur is de weg van de Doden.’