Joy Williams – 99 verhalen over God (De Standaard)

Er kan altijd nog een hotdog bij, wist Jezus. (De Standaard: Joy Williams – 99 verhalen)

 

In de Verenigde Staten zijn haar verhalen net zo populair als die van Lydia Davis. Tijd voor een ontdekking van ’99 verhalen over God’ van Joy Williams.

 

Kathy Mathys

 

Een verhaal zonder een titel is als een klap die je niet ziet aankomen of, in het geval van een onbrutale vertelling, als een cadeau vanuit het niets. Een titel brengt je in de stemming, stuurt de lezersgeest een richting uit. Bij de zeer korte verhalen in de bundel van Joy Williams staat de titel onderaan de tekst. Soms vat hij de inhoud samen zoals in ‘Vaccin’ waarin Jezus staat aan te schuiven bij de apotheker. Een andere keer voegt hij een komische laag toe, zoals in ‘Haar ogen stonden tamelijk dicht bij elkaar, wat haar iets dringends gaf’ of laat hij de lezer met een andere blik kijken naar wat voorafging. Wie de film ‘Irriversible’ van Gaspar Noé zag, zal nooit vergeten dat een achterstevoren verteld verhaal een ander effect sorteert dan een met een chronologische opbouw. Begin je aan de verhalen van Williams, dan verbaas je je aanvankelijk over de vreemde bochten die ze neemt. De titel laat je enigszins landen, al is deze schrijfster geen handelaar in geruststellende en zoete woorden.

Samen met Lydia Davis is Joy Williams in de Verenigde Staten de ster van het zeer korte verhaal. Ze werd er genomineerd voor de National Book Award en de Pulitzer Prize. Nu pas verschijnt ze voor het eerst in het Nederlands.

Er zijn romans die de lezer nauwelijks een inkijk geven in de geest van de maker, zo gelikt en onpersoonlijk klinken ze. Bij zeer korte verhalen kan de schrijver zich niet verstoppen achter conventies want de vorm zelf is te apart. voor geest heeft Joy Williams? Één die meer geïnteresseerd is in filosofische vraagstukken en taalspelletjes dan in plot. Dat heeft Williams met Lydia Davis gemeen. Zo gaat ‘Open geest’ over de juiste terminologie om het woord ‘God’ te definiëren en gaat ‘Eigenlijk’ over het eerste konijn in de geschiedenis der mensheid dat naar een bijwoord werd vernoemd. Davis en Williams delen een liefde voor Kafka en voor dieren, zo blijkt uit hun teksten.

 

Hemel en hel

 

In ‘Degeneratie’ verwondert God zich over de mens die op Onafhankelijkheidsdag een wedstrijd hotdog-eten organiseert. God is een betrokken speler in deze verhalen, hij stuurt zijn gezant Jezus er op uit, laat hem optreden als mens onder de mensen. De ene keer schudt Jezus het hoofd bij wat hij aanschouwt, de andere keer doet hij gewoon mee aan de ‘demolition drive’, een wedstrijd waarbij auto’s elkaar in de prak rijden.

Williams put uit het werk van mystici en theologen, ze laat de lezer nadenken over hemel en hel, over leven en dood en doet dat altijd op een lichtvoetige manier. Niet alle verhalen hebben rechtstreeks iets met God of Jezus te maken. In ‘Nee’ verliest een moeder haar kind. De dood dient zich op een gewelddadige manier aan in ‘Indien geplukt’, stil en zacht in ‘Buffetkast’.

Williams houdt ervan om elementen bijeen te brengen waarvan de samenhang zich niet bij een eerste lezing laat ontdekken. Haar zeer korte verhalen hebben meer gemeen met poëzie dan met langere verhalende fictie. Toch brengt ze wel degelijk personages en verwikkelingen in een aantal van deze miniaturen, zoals in ‘Jas’ of in ‘Polyurethaan’. Ze doet dit op een ongebruikelijke manier, laat bijvoorbeeld de reactie van een personage zien op een integraal weergegeven krantenartikel of op een schijnbaar onooglijk detail. Williams houdt enige afstand, beschrijft liever van buitenaf dan van binnenuit: we zitten niet diep verzonken in de gedachten van de personages.

Deze verhalen zijn niet geschikt om in één lange sessie op te lepelen, hoe compact dit boek ook is. Door de hoge densiteit, de veelheid aan ideeën en details neem je beter tien verhalen per keer tot je. Dit zijn vertellingen die ontregelen en bevreemden, die in lachen laten uitbarsten en, heel soms, op de zenuwen werken. Joy Williams verdient ook bij ons een groot publiek.

 

****

 

Joy Williams – 99 verhalen over God – vertaald door Marianne Gaasbeek – De Geus