Julia Blackburn – De vrouw die van Picasso bleef houden (De Standaard)

Van maagd tot muze

Lees hier de krantenversie: Julia Blackburn – De vrouw die van Picasso bleef houden

Julia Blackburn geeft een stem aan Marie-Thérèse Walter, de belangrijkste minnares van Pablo Picasso en de inspiratiebron voor tal van zijn kunstwerken.

 

‘Ik vraag me weleens af waarom ik van iedereen juist hem heb gekozen om over te schrijven,’ bemerkt Julia Blackburn op de openingsbladzijden van ‘Draad. Het delicate leven van John Craske’. Misschien heeft het antwoord op haar vraag iets te maken met dat woord ‘delicate’. Blackburn graaft het liefst in de levens van zij die het moeilijk hadden: John Craske, Billie Holiday (‘With Billie’). En nu dus  Marie-Thérèse Walter, minnares van Picasso, moeder van hun dochter Maya. Walter stond model voor Picasso en vormde jarenlang zijn belangrijkste muze. Hun verhouding zou veranderen op het moment dat de Kroatische fotografe Dora Maar ten tonele verscheen. In 1936 was dat. Vanaf dan zou Maar, duister afgebeeld, dikwijls het onderwerp vormen van Picasso’s kunst. Walter staat meestal als licht en blond op de schilderijen.

Blackburn kiest voor gedichten. Die hebben een verhalend karakter, lezen bijna als proza. ‘De vrouw die van Picasso bleef houden’ is Blackburns tweede dichtbundel. Eerder schreef ze ‘Fluisteringen van liefde, smart en spreeuwen’ over haar overleden man. In de nieuwe bundel laat Blackburn de twee geliefden zelden tegen elkaar praten. In Vogel gebeurt dat wel:

 

‘Dit is liefde,’ zei hij.’

Ja,’ beaamde ik, ‘dit is liefde.’

 

Het is Walter die hier een stem krijgt. Blackburn laat haar praten in de ik-persoon en versterkt zo de intieme toon:

 

‘Als ik in

een andere tijd

dan de mijne had geleefd

had ik misschien over dit alles

willen praten

om erachter te komen

waarom ik niet kon stoppen

met van hem te houden.’

 

Minotaurus

 

Zeventien was Marie-Thérèse Walter toen Picasso, destijds zesenveertig jaar oud, haar sommeerde naar zijn studio. De naam van de kunstenaar zei haar niets. Jaren later vraagt ze zich af wat ze voor hem betekende: ‘Of gaf hij alleen om de kunst die de vorm van mij kreeg?’

De gedichten hebben pretentieloze titels. Het zouden net zo goed titels van verhaaltjes uit een voorleesboekje kunnen zijn: hond, dans, rivier. Boven elk gedicht staat een tekening van Jeffrey Fisher. De illustraties van bloempotten, een potlood, handen bekrachtigen de eenvoud van de gedichten. De stem van de minnares is direct,  ondramatisch. Ze beklemtoont het erotische karakter van de relatie en omschrijft Picasso als ‘een stier die graag het gewicht van zijn bungelende ballen tegen zijn zacht fluwelen dijen voelt botsen’.  Klinkt dit haast grappig, dan krijgen deze woorden een donkere lading wanneer de schrijfster Picasso vergelijkt met de Minotaurus aan wie de maagd wordt geschonken.

Het meest geslaagd zijn de gedichten die de biografische feiten overstijgen. Daarin dringt Blackburn diep in de gedachten van de minnares en vult ze die, met behulp van haar verbeelding, in. Zo herinnert Walter zich in Wassen de lakens met menstruatiebloed:

 

‘Ik dompel de ze onder in koud water,

zag donkere beekjes

ontspringen

aan wit linnen,

voelde geen angst

voor de toekomst.’

 

Erg geslaagd is Gewicht waarin Blackburn de minnares vergelijkt met een bruinvis. Ze beweegt zonder inspanning, heeft een lichaam zonder gewicht. Dat beeld laat ze meteen volgen door dat van een vallende steen: de vrouw pleegde zelfmoord op haar achtenzestigste, vier jaar na de dood van Picasso. De botsing van die beelden maakt indruk.

In andere gedichten blijft Blackburn bij de uit biografieën over Picasso bekende feiten. In Bleekmiddel vertelt ze hoe een kleinzoon van de kunstenaar wordt weggehouden van zijn grootvader en uit wanhoop bleekmiddel drinkt. Schilderij gaat over de grote tentoonstelling van 1932 in Parijs, waar Picasso’s officiële vrouw de schilderijen van de minnares ontdekt.

Sommige gedachten stipt Blackburn aan om ze meteen weer los te laten. Zo weet Walter niet of ze jaloers was of trots op Picasso’s liefde voor hun dochter. Hierover zou je meer willen weten, maar zo een boek is dit niet. Blackburn geeft Marie-Thérèse Walter een stem, maar laat veel ongezegd. Het is aan ons om dit fragiele leven verder in te vullen.

 

***

Julia Blackburn – De vrouw die van Picasso bleef houden – vertaald door Paul van der Lecq – De Bezige Bij.