Lisa Moore interview (Het medisch weekblad)

Een golvend leven

Hoe begin je een nieuw leven zonder het verleden helemaal achter je te laten? De Canadese schrijfster Lisa Moore schreef ‘Februari’, een roman over rouw, liefde en levenslust.

Kathy Mathys

In Canada is Lisa Moore (Canada, 1964) geen onbekende. Ze heeft er dezelfde literaire reputatie als schrijvende landgenoten zoals Anne Michaels. Bij ons timmert Moore langzaam aan de weg. Haar roman ‘Alligator’, een wijdvertakt verhaal met vele vertellers, bracht een eerste kennismaking. In ‘Februari’ concentreert Moore zich op een handvol mensenlevens. Het diepst graaft ze in de ziel van Helen O’Mara, een vijftiger die in St Johns, Newfoundland woont, de geboorteplaats van Moore. Helens leven kantelde toen haar man Cal stierf in 1982. Het booreiland waar hij werkte, zonk voor de kust van Newfoundland. Alle 84 bemanningsleden kwamen om. Het ongeval is gebaseerd op ware feiten en de ramp met de Ocean Ranger liet diepe sporen na in de gemeenschap. Moore laat aan de hand van Helen zien hoe een rouwproces jaren, misschien zelfs decennia, kan duren. Helen voedt haar vier kinderen alleen op. Ze zorgt ervoor dat haar huishouden blijft draaien, hoe zwaar ze het ook heeft. Helen heeft vaak het gevoel dat ze een buitenstaander is die de dol draaiende wereld vol verbijstering en van op afstand aanschouwt.
Moore laat Helen 25 jaar later terugblikken op de fatale februaridag. Ze kiest niet voor een glasheldere scheiding tussen heden en flashbacks. Het zijn vloeibare entiteiten, net als het water dat zowel een dodende als bevrijdende kracht vormt in deze roman. Het verleden komt in stuwende golven op Helen af. Het zijn geen golven die haar verzuipen, wel impulsen die Helen laten voelen dat er nog leven in haar zit. John, één van Helens kinderen, heeft het verleden verdrongen. Hij is een vrouwenversierder die diepgaande relaties uit de weg gaat en die geen vader wil worden. Wanneer één van zijn vriendinnetjes zwanger blijkt, verandert zijn leven ingrijpend.
Vooral Helen is een fascinerend personage dat blijft verrassen. Helen is niet fatalistisch maar ze neemt wel de tijd om te rouwen. Helen meent dat aanvaarding van Cals dood hetzelfde is als verraad aan haar geliefde. Moore is erg goed in de beschrijving van rouw en liefde. Haar observaties zijn niet cerebraal, wel erg zintuiglijk. Moore laat de lezer voelen hoe pijn en verdriet voelen, welke ravage ze aanrichten in een mensenlichaam. Minder geslaagd zijn de andere personages die te schetsmatig zijn om te beroeren.

‘Het verhaal van de Ocean Ranger is na 27 jaar nog niet verteerd in Newfoundland,’ vertelt Lisa Moore in Amsterdam. ‘ Iedereen kent wel iemand die bij dit drama betrokken was. Mensen worden nog snel emotioneel als het over die nacht gaat. Het Ocean Ranger-drama had kunnen worden vermeden. Mensen stierven omdat er sprake was van nalatigheid, van onvoldoende veiligheidsmaatregelen. Slechte reddingsboten, te weinig zwemvesten. Het waren doden die te vermijden waren. Ik wou over de Ocean Ranger schrijven en heb dat gecombineerd met herinneringen aan de plotse dood van mijn vader. Toen ik zestien was, stierf mijn vader aan een hersenbloeding. Mijn vader en moeder waren dolverliefd en ik heb dat gebruikt in mijn boek. Ik weet ook goed hoe het is om iemand plots te verliezen, ik hield erg veel van mijn vader. Ik zag hoe mijn moeder met dat verdriet omging en dat heb ik gebruikt voor Helen. ‘

Is ‘Februari’ het eerste verhaal over de Ocean Ranger?

Ik heb de archieven doorzocht in Newfoundland en er is erg weinig geschreven materiaal over de ramp. Ik vond het interessant om te merken hoe weinig er was, alsof het heilig was. Te pijnlijk, zodat er niet over geschreven werd. Er zijn nu wel, op hetzelfde moment dat ‘Februari’ verscheen, een paar non-fictiewerken over gepubliceerd. Ik wou, aan de hand van mijn personages, laten zien wat voor gevolgen een industrieel ongeval heeft. Het zijn de emotionele gevolgen die ik laat zien, sommige werken generaties later nog door. Ik wou vooral beschrijven hoe verdriet aanvoelt en op die manier laat ik de ramp zien, laat ik zien wat die ramp echt betekent in mensenlevens.

Verdriet en rouw zijn niet meteen erg dynamische emoties. Was het een uitdaging als romanschrijver om daarmee aan de slag te gaan?

Ik was vooral geïnteresseerd in de vraag hoe tijd beweegt, in herinnering. Volgens mij is het verleden altijd aanwezig in het heden. Er is eigenlijk geen ‘heden’ want van zodra we gaan denken over het ‘nu’, wordt dat al opgeslokt door het verleden. Ik wou weergeven hoe, terwijl we ons leven leven, er constant golven van herinneringen door ons heen gaan. Ze lijken op vloeiend water, op zandkorrels. Ik zie die golven van herinneringen als actie, als beweging. Zo beweegt en werkt de geest nu eenmaal. Ik vind zelfs dat de geest erg snel kan werken, hij kan binnen luttele seconden decennia doorkruisen. Ik wou Helen het verleden laten herbeleven, niet zozeer omdat ze zielig is maar omdat ze opnieuw verliefd wordt. Ze verzoent zich door terug te blikken met het verleden.

Willen mensen de doden te snel vergeten?

Helen denkt dat ze Cal zal verraden door zijn dood te aanvaarden. Dat klopt niet, denk ik. Toch vind ik dat mensen zich veel te snel door hun rouwproces haasten, deze dagen. Er zit echt druk achter. Na enige maanden verwacht iedereen dat het verdriet weg is. Waarom? Ik heb van Helen bewust een heel levendige vrouw gemaakt. Haar innerlijke leven staat in het teken van haar man en het verdriet om haar man, maar ze zit niet weg te kwijnen. Ze reist, voedt kinderen op, ze werkt, ze lacht. Er zijn veel mannen en vrouwen zoals haar. Ik vind het net mooi dat liefde duurt, ook na de dood. Ik heb geleerd dat de doden niet echt weggaan. Door dit boek te schrijven, ben ik gaan inzien dat herinneringen niet vervagen maar dat ze juist dieper en rijker worden, naarmate de tijd verstrijkt.

Kan u iets vertellen over de structuur van het boek?

Ik wou met de structuur weergeven hoe herinneringen en het geheugen werken. Ik zie het boek als een opeenvolging van golven. Helen komt steeds dichter bij een soort verzoening ; de golven worden sterker en sterker. Aan het einde van het verhaal heeft ze meer rust.

Hoe belangrijk is het landschap in uw werk?

De meeste van mijn verhalen spelen in St.Johns, waar ik geboren ben en waar ik nog steeds woon. Het is de oudste Europese stad in Noord-Amerika. Het is heel mooi, er is een haven, op twee minuten van huis ben ik bij kliffen die op de oceaan uitkijken. Het is een ruw landschap. Ik vind het fascinerend om St.Johns op één of andere manier in kaart te brengen. Ik hou van verhalen met heel specifieke details, waardoor je je echt op een bepaalde plek voelt. In mijn vorige roman ‘Alligator’ laat ik verschillende personages zien die in St.Johns wonen. Het is een portret van downtown St.Johns gedurende één zomer. Ik wou een snapshot van de stad tonen, een beetje zoals kubistische schilders dat doen. Cézanne toonde vaak eenzelfde ding vanuit verschillende oogpunten. Hoe kan je dat doen in een roman? , vroeg ik me af.

Laat u zich beïnvloeden door kunst?

Ik heb een kunstopleiding gevolgd en de school waar ik ging was gespecialiseerd in conceptuele kunst. Elke dag kregen we te horen dat we iets nieuws moesten proberen, vooral met de vorm. Ik heb dat meegenomen als schrijver. Ik probeer altijd nieuwe dingen uit, dat vind ik spannend. Het is haast onmogelijk maar ik probeer het wel altijd. In ‘Februari’ wou ik dat er zoveel mogelijk verledens simultaan naast elkaar speelden. Ik wou zien hoe snel de lezer, samen met een personage, voorwaarts en achterwaarts kon reizen in de tijd. Ik wou dat soms in één zin vatten, die sprongen. Hoe buigbaar is de roman, als het aankomt op tijd en herinnering? In de roman waar ik nu mee bezig ben, probeer ik weer helemaal iets anders. Ik heb een mannelijke protagonist en ik wil niet één flashback in het verhaal en het staat vol dialogen.
Ik heb ook realistische schilderijen geschilderd vroeger. Ik kon toen urenlang naar een object kijken en na een tijd merk je dat het er helemaal niet uitziet zoals je dacht. Ik heb hierdoor geleerd om op een heel specifieke manier naar de dingen te kijken en dat komt me als schrijver goed van pas.

Kathy Mathys

Lisa Moore – Februari – Meulenhoff – 269 blz.
Lisa Moore – Février – Feux croisés – 282 blz.