Michael Ondaatje interview (De Standaard)

Archeoloog van verhalen / Lees hier de krantenversie: Michael Ondaatje interview 1Michael Ondaatje interview 2

 

In ‘Blindganger’, de nieuwe roman van Michael Ondaatje probeert Nathaniel te weten te komen wie zijn moeder was en welk aandeel ze had in de Tweede Wereldoorlog.

 

Kathy Mathys

 

Londen, 1945. Twee tieners krijgen te horen dat hun ouders naar Singapore verhuizen omdat de vader er een nieuwe baan heeft. De kinderen, Rachel en verteller Nathaniel, moeten op kostschool. Ze houden het er niet uit en keren terug naar het ouderlijke huis waar ze onder toezicht staan van de onderhuurder, een man die ze De Mot noemen. Het was ‘een bescheiden man, groot maar met schuchtere bewegingen, waardoor hij veel weg had van een mot,’ schrijft Ondaatje. De moeder van de kinderen kende De Mot al van tijdens de oorlog, waarin beiden een schimmige rol speelden. Jaren later blikt Nathaniel terug op die jaren na de oorlog en stelt hij de vraag of deze periode zijn leven goed heeft gedaan of niet.

Ondaatje, vooral beroemd van de roman ‘De Engelse patiënt’, is neergestreken in Keulen om zijn boek te promoten. Hij heeft even in Engeland gewoond, al was dat niet in de jaren 1940. ‘Ik kwam pas in Londen in de jaren 1950. Toen zag de stad er al anders uit,’ vertelt hij.

Ondaatje komt liever beetje bij beetje te weten waarover hij het wil hebben in zijn werk.

‘Ik weet nooit wat ik zal gaan schrijven wanneer ik begin. Geleidelijk aan ontdek ik waarover het verhaal gaat. Het enige wat ik wist, toen ik aan ‘Blindganger’ begon, was dat het verhaal zich in Engeland zou afspelen in 1945. Er zijn veel verhalen waarin gezinnen zich herenigen aan het eind van de oorlog. Ik wilde een verhaal schrijven over een gezin dat na de oorlog juist uiteenvalt.

Ik heb wel vaker verhalen geschreven over ongewone omstandigheden. In ‘De kattentafel’, mijn vorige roman, komt een elfjarige jongen alleen op een groot schip terecht. Of in ‘Divisadero’ sterft een vrouw in het kraambed, in het ziekenhuis. De weduwnaar neemt niet alleen zijn eigen baby mee, maar ook het kind van de overleden vrouw die naast zijn echtgenote ligt. Ik hou ervan om mensen bij elkaar te brengen die niet door het bloed zijn verbonden.’

‘Blindganger’ opent als een verhaal met een onheilspellend karakter. Het is duidelijk dat De Mot zich ophoudt in criminele milieus. Je stelt je als lezer de vraag waar de kinderen zijn terechtgekomen en hoe het hen verder zal vergaan.

‘In al mijn boeken zit een mysterie-element. Iemand is op zoek naar een vader, een kind, een verloren vriend.’

Wanneer ik Ondaatje vraag hoe dit komt, krijg ik vage antwoorden. De schrijver is sowieso kort van stof, het lijkt erop dat hij niet graag reflecteert over zijn werk. Toch ga ik erop door. Het is opvallend hoe vaak Ondaatje een personage opvoert dat terugkijkt op een gebeurtenis van lang geleden, in een poging om er meer van te begrijpen. Ziet Ondaatje het leven als een puzzel?

‘Soms wel. Heb je ooit iets ingewikkeld meegemaakt, dan ben je de rest van je leven bezig met de ontcijfering van die gebeurtenis. Wat heeft ze voor impact gehad? Wat heeft ze echt betekend? Waar kom je vandaan? Waar is die ene persoon die ooit zo belangrijk voor je was gebleven? Dat zijn fundamentele vragen.

Misschien heeft die terugkerende thematiek ook te maken met de manier waarop ik werk. Ik weet nooit waaraan ik begin. Ik zie de roman als een onderzoeksvorm. Mijn personages voeren een onderzoek, net als ik, de schrijver.’

 

Doofpot

 

In 1984 publiceerde Ondaatje ‘In de familie’. Daarin keert hij terug naar Sri Lanka, het land waar hij in 1943 werd geboren. Hij wilde zich verdiepen in de generatie van zijn ouders ‘die in mijn geheugen gegrift stonden als een bevroren opera. Ik wilde ze aanraken, woorden van ze maken.’

Het boek werd een hybride werkstuk. Het bevat gedichten, familieverhalen, foto’s en persoonlijke anekdotes. Ondaatje laat zich in dit boek ontvallen dat hij het een groot gemis vindt dat hij als volwassene nooit met zijn vader heeft kunnen spreken. Misschien zijn Ondaatjes personages wel zo vaak op zoek omdat de schrijver zoveel vragen heeft over het eigen leven.

‘Als je onvoldoende weet over je ouders, is er een leegte, een gemis. In mijn geval was het gemis dubbel. Ik kwam naar Engeland en niet alleen liet ik de mensen van mijn geboorteland achter, maar ook het landschap. Engeland was totaal anders dan Sri Lanka. Dat is ook de reden waarom ik “In de familie” heb geschreven: ik had het gevoel dat ik de deur naar het verleden moest opengooien. Nathaniel krijgt niet de kans die ik heb gekregen. Ik ben twee keer teruggereisd naar Sri Lanka om interviews af te nemen. Mijn hoofdpersonage tast veel meer in het duister.’

Ondaatje relativeert sowieso wat je over de ander te weten kan komen.

‘Je leert je medemens nooit helemaal kennen. Het verleden zit vol verrassingen. Soms kom je iets te weten over je beste vrienden wat je omverblaast, dat ze ooit revolutionaire strijders waren of zoiets. Met “In de familie” heb ik niet hét verhaal verteld van mijn vader. Het is mijn portret van hem. Ook in mijn fictie blijven de personages tot op zekere hoogte onkenbaar.’

Ondaatje ervaart de tijd tijdens het schrijven op een vreemde manier. Met elke werkdag beweegt hij zich meer in de richting van de toekomst, maar het project neemt hem steeds dieper het verleden in. ‘Toen ik werkte aan “De geest van Anil” deed ik veel research in Sri Lanka. Ik had toen echt het gevoel net zozeer een onderzoeker te zijn als een auteur. Ik vind mijn werk vergelijkbaar met dat van archeologen. Die graven iets op en onderzoeken het artefact of het lichaam dat ze hebben gevonden. Ik graaf naar verhaal en betekenis. Geleidelijk aan worden de contouren van het gevondene meer zichtbaar.’

Ondaatje introduceert een keur aan personages die het leven van Nathaniel en Rachel vormgeven. Zo helpt Nathaniel een man die honden smokkelt voor races. We leren een onafhankelijke etnografe kennen, een dakbewerker die zich ontpopt tot spion. Als volwassene werkt Nathaniel voor de Geheime Dienst en komt hij meer te weten over de rol van zijn moeder tijdens en na de oorlog.

‘Oorlogen interesseren me omdat ze verwarrend zijn. Wat is er gebeurd? Wat is de waarheid? Mensen proberen gebeurtenissen in de doofpot te stoppen, ze verbranden explosieve documenten. In Engeland is er ontzettend veel bewijsmateriaal vernietigd. Ik wilde de verwarring tonen van na de oorlog, de dingen die men het liefst verborgen hield. Mijn boeken gaan niet enkel over individuen die terugblikken. Ook naties doen dat, of liever: ze zouden het moeten doen. Er is niet altijd een bereidheid om terug te kijken. In Engeland is het proces nu volop bezig. Mensen hebben er een bepaald beeld van de oorlog maar door nieuw onderzoek kan dat beeld worden bijgesteld.’

 

Familieverhalen

 

Ondaatje erkent dat de verhalen die in zijn familie circuleerden een grote impact op hem hadden, niet alleen inhoudelijk maar ook stilistisch. In zijn boek over de zoektocht naar zijn vader vertelt hij hoe de familie op de veranda zit en er steeds nieuwe versies verteld worden van eenzelfde verhaal.

‘Tot mijn elfde heb ik weinig gelezen, maar ik hoorde wel voortdurend verhalen om me heen. Aan de eettafel ging het er geanimeerd aan toe. Mensen discussieerden, maakten ruzie, vermaakten elkaar met anekdotes. Die orale traditie heeft me onbewust gevormd.

Het heeft lange tijd geduurd voor ik besefte dat ik schrijver kon worden. Zelfs toen ik al aan de universiteit studeerde in Canada en gedichten schreef, zag ik me niet als schrijver. Ik deed het alleen voor mezelf, ik had geen ambitie. Ik begon als dichter en publiceerde enkele bundels. Pas met de verschijning van “The Collected Works of Billy the Kid” veranderde er iets. Dat boek bevatte proza en gedichten. Toen begon het me te dagen dat schrijven meer kon zijn dan een hobby.’

In het werk van Ondaatje keren bepaalde thema’s steeds terug: de impact van landschap, de werking van het geheugen, het proces van herinneren, de doorwerking van heftige gebeurtenissen. Vijfenzeventig is de Canadese auteur momenteel. Hij heeft geen idee wat de toekomst voor hem in petto heeft. ‘Ik zou graag opnieuw poëzie schrijven,’vertelt hij.  ‘Momenteel heb ik geen plan. Ik wacht tot ik nieuwsgierig word naar iets. Schrijven doe je vanuit een leegte, vanuit een gemis, niet omdat het moet.’

 

***

Michael Ondaatje – Blindganger – vertaald door Inger Limburg en Lucie van Rooijen – Nieuw Amsterdam – 288 blz.

 

 

In schaduwen gehuld

 

De ouders van Rachel en Nathaniel hebben zelden over hun leven verteld. De vader is getraumatiseerd teruggekeerd uit de Tweede Wereldoorlog, de moeder had een vage rol in het conflict. Tijdens de oorlog verbleven de kinderen bij de ouders van de moeder, in de Saints, een regio in Suffolk. Het eerste deel gaat over de tienerjaren van Nathaniel, over de excentrieke individuen die De Mot om zich heen verzamelt in het ouderlijke huis van de kinderen. Het tweede deel speelt zich af in Suffolk, waar de volwassen Nathaniel zich heeft gevestigd.

Ondaatje schrijft met enige afstand. De personages zijn niet volledig belicht. De stijl is beeldend. Wat je bijblijft, zijn de boottochten op de Thames, de nachten die Nathaniel met zijn vriendinnetje doorbrengt in lege appartementen, de vrouw in de ommuurde tuin in Suffolk. Nathaniel vertelt aftastend. Hij is als de bestuurder van een auto bij nacht die enkel ziet wat er in het licht van de koplampen verschijnt. Soms overdrijft de schrijver met zijn fascinatie voor versluierde levens en geheimen. Steeds weer komt er een nieuw schimmig personage opduiken.

‘Blindganger’ is sowieso geen roman die je leest omwille van het mysterie-element. Je weet al gauw hoe het ongeveer zit met de moeder, de details van haar spionagewerk zijn voor de lezer minder interessant dan voor haar zoon. Het best lees je ‘Blindganger’ als een boek dat je meeneemt naar verrassende werelden of omwille van de prachtige one-liners: ‘We ordenen ons leven aan de hand van verhalen die we nauwelijks kennen’. (KM)