Sarah Moss – Geestgrond (De Standaard)

Moerasmeisje

Lees hier de krantenversie: Sarah Moss – Geestgrond

In het uiterst compacte ‘Geestgrond’ weet Sarah Moss met een minimum aan woorden te overweldigen.

 

Kathy Mathys

 

Een archeologieprofessor neemt drie studenten mee naar Northumberland voor een experiment. Ze zullen enkele dagen leven zoals mensen dat deden in de IJzertijd, tweeduizend jaar geleden. Sarah Moss laat het verhaal niet vertellen door een van de studenten, wel door Silvie, een achttienjarige die zich met haar ouders bij het gezelschap voegt.

Silvies vader, buschauffeur en amateurgeschiedkundige, is geobsedeerd door de IJzertijd. Hij verheerlijkt het tijdperk en dringt zijn denkbeelden erover op aan zijn gezin. Het liefst zou hij leven van het land. Aan nieuwkomers in Groot-Brittannië heeft hij een hekel, net als aan elke vorm van comfort. Silvies moeder kan nog net bedingen dat de vrouwen tampons mogen meenemen.

Silvie is genoemd naar Sulevia, een plaatselijke Keltische godheid, heerseres over bronnen en poelen. Het tienermeisje heeft een veel grondigere kennis van de lokale flora dan de studenten dankzij de tochten die ze met haar vader maakt. Het wordt de lezer snel duidelijk dat laatstgenoemde zijn gezin met geweld onder de knoet houdt. Moss weet de ingewikkelde gevoelens van de dochter voor haar pa in weinig woorden te schetsen, dit is een van de vele troeven van deze roman.

Terwijl de professor een oogje dichtknijpt wanneer de studenten stiekem langsgaan bij de Spar, is Silvies vader in elk opzicht onbuigzaam. Zijn echtgenote ondergaat de situatie en maant haar dochter aan om vader niet op de kast te jagen. Moss toont de verstikkende gezinssituatie aan de hand van details. Zo lezen we dat ‘papa’s voeten de enige mannenvoeten waren die ik kende’, een onthutsende observatie uit de mond van een achttienjarige.

 

Konijnen villen

 

De naargeestige gezinshut contrasteert met de open landschappen. Moss zet ze in al hun glorie neer. De heide ‘rimpelt’ door een windvlaag. Het geribbelde zand aan de kust geeft Silvie het gevoel dat ‘we over botten wandelden’. Dat laatste beeld is behalve zintuiglijk sterk ook inhoudelijk functioneel. In het drassige veen nabij de kust, waar de personages foerageren, zijn tal van mensenresten bewaard gebleven. ‘Geestgrond’ is in meerdere opzichten een roman over zorgvuldig afgedekte geheimen. De schrijfster vertelt haar verhaal aan de hand van het landschap en van de dieren die er deel van uitmaken. Zo roept het villen van konijnen herinneringen op aan eerdere geweldscènes in het boek.

Moss heeft een opvallend lichte toets. Ze bezigt weinig woorden en het is aan ons om de personages in te vullen op basis van hun handelingen. De deelnemers aan het experiment vlechten manden in de hoop ‘dat we hun geesten werden’. Silvie heeft het hier over de geesten van de Oerbritten. Mooi dat zowel de lezers van dit boek als de personages trachten af te dalen in onbekende lichamen en geesten.

Voor Silvie is het een biologisch gegeven dat mannen de dingen bepalen. Het tienermeisje durft af en toe een grote mond op te zetten, maar in wezen schikt ze zich naar haar vader. Die wil niet dat zijn dochter een vakantiebaantje neemt. Wellicht is hij bang dat geld haar macht zal geven.

De precaire balans in het gezin wordt verstoord door Molly, een van de archeologiestudenten. Die draagt een met kant afgezette beha onder haar tuniek en maakt denigrerende opmerkingen over mannen. Silvie bewondert Molly, ze voelt zich aangetrokken tot deze daadkrachtige vrouw. Wel vindt ze het vervelend dat Molly haar accent nabootst. Silvie en haar ouders zijn noorderlingen uit de lagere klasse. Terloops vermeldt de schrijfster dat het gezin kinderbijslag ontvangt. Wanneer Silvies vader en de professor discussiëren over het verleden zijn, naast twee individuen, twee klassen aan het woord.

Moss maakt een cirkelbeweging in haar roman. Van de ijzige proloog vinden we een echo aan het slot. De thrillerachtige elementen maken van ‘Geestgrond’ een zenuwslopende roman. Toch imponeert de schrijfster vooral met haar stijl, haar levendige natuurbeelden en de manier waarop ze Silvie gestalte geeft. Je leest dit boek snel uit, maar het blijft dagen onder de huid zitten.

 

****

Sarah Moss – Geestgrond – vertaald door Tjadine Stheeman – Orlando – 174 blz.