Thomas Pynchon – Eigen gebrek (De Standaard)


Hasj en patchoeli

Bikinibroekjes met bloemenprint en foute surfadelica: Thomas Pynchon stort zich in hippie-L.A.

Kathy Mathys

Tijdens de jaren 1960 en 1070 woonde Thomas Pynchon in Los Angeles. Hij schreef er ‘Gravity’s Rainbow’, zijn cultroman die de status ‘onleesbaar’ kreeg opgeplakt. Pynchon, die al lang in anonimiteit leeft en nooit interviews geeft, situeert zijn nieuwste roman op het fictieve Gordita Beach, een surfersparadijs gemodelleerd op Manhattan Beach, jarenlang Pynchons vaste stek. In 1970 kon je er de straten plaveien met hasj-adepten, liefhebbers van de moleculaire keuken, would-be astrologen en yogameesters. Tijdens de laatste stuiptrekkingen van de Summer of Love klonterden hippies er samen in Wavos en ‘Original Tommy’s Hamburgers’. Eén van de vaste klanten is Larry ‘Doc’ Sportello, een privé-detective, die nauwelijks nog een korte-termijngeheugen heeft door overvloedig geblow. Toch is Doc geen complete mislukkeling. Zijn druggebruik laat hem, naar eigen zeggen, toe om ruimdenkend te werk te gaan en onconventionele paden te bewandelen. Docs vaste klanten zijn prutsers die wat blikschade hebben aangericht, geen zware criminelen. Dit verandert wanneer Shasta, Docs ex die haar bloemetjesbikini heeft geruild voor een strak pak, het rommelige kantoor binnenwandelt. Shasta heeft iets met Mickey Wolfmann, een vastgoedkoning die overal een vinger in de pap heeft. Shasta vreest dat Wolfmanns echtgenote hem wil laten opsluiten in een gekkenhuis, nu Wolfmann dreigt zijn bezittingen weg te schenken.

Geesteskind

Herinnert u zich de gratie en cool waarmee Humphrey Bogaert zich voortbewoog in ‘The Big Sleep’? Niet één gladde Hollywoodtelg deed het hem na, sindsdien. Pynchon brengt met ‘Eigen gebrek’ een liefdesdronken hulde aan de noir-detectives uit de jaren 1930 en 1940. Doc mag dan wel rasta’s hebben, naar patchouli ruiken en joints verkiezen boven whisky, hij is het geesteskind van Philip ‘The Big Sleep’ Marlowe. Beide verhalen hebben nog iets gemeen: ze moeten het meer hebben van sfeer, humor en knisperende dialogen dan van een strakke, begrijpelijke plot. Pynchon, die altijd al dol was op krankzinnige, haast hallucinante zijsprongen, ravot er vrolijk op los in wat één van zijn toegankelijkste romans ooit kan worden genoemd. Hij haalt er totaal absurde liedjesteksten bij van foute hippienummers, filosofeert over de invloed van de Beach Boys op obscure surfbands en laat Doc opgaan in tv- vertier van dubieus allooi. Godzilla en lang vergeten zombielekkers, het passeert allemaal, alsof Quentin Tarantino aan de tekst heeft zitten morrelen. Doc herinnert dan weer aan the Dude uit ‘The Big Lebowski’.

Hippiekater
Pynchon laat vallen dat het verhaal speelt tijdens de aanloop naar het proces van Charles Manson, die met zijn slachtpartijen het einde aankondigde van het hippietijdperk. De personages discussiëren over Manson, Nixon en de Viëtnam-erfenis. Ze merken dat de hippies veld zullen ruimen voor ‘de trouweloze, door geld gedreven wereld’. Doc, en vermoedelijk Pynchon met hem, voelen zich hier melancholisch om. Toch plaatst Doc ook kritische kanttekeningen bij de idealen van de jaren 1960. Doc ziet muziekfans in afzonderlijke cabines luisteren naar nieuwe l.p.’s. Door dit eenzame beeld stelt hij zich vragen bij ‘de grote, collectieve droom waar iedereen werd aangemoedigd in rond te blijven trippen.’ De literaire goegemeente reageert geschrokken, nu de ‘onleesbare’ Pynchon komt aanzetten met een detectiveroman. Toch is ‘Eigen gebrek’ een echte Pynchon. Het boek is minder cryptisch en ondoorgrondelijk dan eerder werk. Wél vind je er de typische paranoïa uit vele van Pynchons romans, het pastiche-element, de flarden popcultuur, de drukke en zinderende stijl. Geen metafysische theorieën over licht zoals in voorganger ‘Against the Day’, wel een vrolijke trip door L.A. en Las Vegas. Privé-detectives glippen makkelijk overal naar binnen en ‘Eigen gebrek’ biedt dan ook een wervelend en verscheiden beeld van de vroege jaren 1970.

***
Thomas Pynchon – Eigen gebrek – vertaald door Auke Leistra – De Bezige Bij – 414 blz. – 29,90 € – oorspronkelijke titel: Inherent Vice.