Werken aan boek drie

 

Een half jaar voor Verdwaaltijd klaar was, dienden zich twee nieuwe personages aan. Ze spookten de hele tijd door mijn hoofd: een zieke vader en zijn volwassen dochter, die tijdelijk bij hem logeert en voor hem zorgt. De vader woont in een groot huis in Brussel. De dochter gebruikt de leegstaande bovenverdieping om masterclasses schrijven te geven.

Zodra de laatste versie van Verdwaaltijd was vertrokken naar de drukker, begon ik te brainstormen. Wie waren die vader en die dochter? Wat voor mensen kwamen naar de masterclasses en waarom? Ik baande me, al schrijvend, een weg door al mijn ideeën en ontdekte dat de dochter, Anna Louise, een autobiografisch schrijver is. Dat een van de masterclass-studenten beroemd werd met zijn boek, zelfs de status van cultauteur verwierf. Twintig jaar na de masterclasses zoekt de dochter van de cultauteur Anna Louise op. Wie was haar inmiddels overleden vader en wat weet de docent over zijn bizarre dood?

Toen ik dit gegeven had, was ik vertrokken. Het voorbije jaar heb ik de eerste 35.000 woorden van mijn manuscript in wording bij elkaar geschreven. Meestal ging dat goed, het was vooral zoeken naar schrijftijd. Het wordt een roman met een plot want daar hou ik van. En een verhaal met ideeën over kantelmomenten en dwaze beslissingen, over de manier waarop we herinneren en vorm geven aan onze levens in verhalen.

Als het allemaal goed gaat, verschijnt het boek in 2021. Dat is nog lang, eerst veel schrijven, in mijn kamertje. Soms bij kaarslicht. Kijk maar. De steen kreeg ik van Elizabeth Gilbert nadat ik haar had geïnterviewd voor schrijven Magazine: