John Updike – My Father’s Tears and Other Stories (De Standaard)


Laatste ademtocht

In John Updike 62ste en laatste boek sieren looprekken en hoorapparaten de pagina’s. De bejaarde vertellers in ‘My Father’s Tears & Other Stories’ blikken met gemengde gevoelens terug.

Kathy Mathys

Zeventig-plussers brengen het er in fictieland dikwijls bekaaid vanaf. Hooguit figureren ze als achtergrondruis. Ze mogen al blij zijn met de rol van de iedereen tot last zijnde grootouder die in een bejaardentehuis wegkwijnt. Te zwak voor testosterongedreven actie en te stroef voor huwelijksacrobatieën: jonge auteurs weten veelal niet wat ze met bejaarde personages aanmoeten. Natuurlijk zijn er mooie uitzonderingen maar toch zijn het vooral pensioengerechtigden die hun pagina’s bezaaien met de attributen van de oude dag. Zo bijvoorbeeld Updike, van wie nu postuum een verhalencollectie verscheen.

In ‘My Father’s Tears & Other Stories’ staan 17 verhalen die de vorig jaar overleden Updike – hij was 76 – het voorbije decennium schreef ; opener ‘Morocco’ verscheen tijdens de jaren 1990. De verhalen staan in chronologische volgorde, waardoor je steeds brozere, minder weerbare vertellers krijgt. Je vreest voor totale aftakeling in het slotverhaal. Updike laat het zover niet komen in ‘The Full Glass’, waarin een tachtiger toast op het leven met het glas water waarmee hij zijn medicijnen inneemt.

Depressiekind

Updike was een kind tijdens de jaren 1930 en misschien is het wel dankzij de armoedige depressiejaren dat hij zo een buitengewone werkethiek had. In één van zijn 62 titels, de memoire ‘Self-Consciousness’ (1989), beschrijft Updike het stadje waar hij opgroeide. In veelkleurige details schetst hij de krassen in de schoolbanken, de verkoopswaren in verdwenen kruidenierszaken en de spelletjes die kinderen tijdens de depressiejaren speelden. Updikes vertellers in ‘My Father’s Tears & Other Stories’ zijn geen echte alter-ego’s, al delen de meesten één en ander met hun schepper. Ze zijn geobsedeerd met de wereld der dingen en proberen die in hun herinnering vast te houden. In ‘The Road Home’ keert David Kern voor een conferentie terug naar het stadje uit zijn kinderjaren. De wegen zijn compleet heraangelegd, oude winkeltjes weggevaagd: het is een gegeven dat Updike erg begeesterde. Hij was briljant als chroniqueur van het veranderende landschap in New England. Updike deelt met Kern ook een interesse voor religie en voor de manier waarop anderen hun geloof beleven. Zijn protestantese opvoeding liet in haast elk van zijn boeken sporen na.

De vrolijke sixties

Al was hij een briljant essayist, criticus en poëet, toch staat Updike vooral bekend als de man die de zeden in een veranderend Amerika te boek stelde. Politiek, religie en economie sijpelden zijn intieme verhalen binnen. Updike had het in schitterende toverwoorden over liefde, passie, jaloezie en ontrouw. Hoeveel verhalen schreef hij niet over bezadigde huwelijken, waarbij de partners elders vertier gingen opzoeken? De bejaarde vertellers in zijn laatste collectie zijn de inmiddels gekrompen minnaars van weleer. Ze denken terug aan het tijdperk van de bain de soleil en de daiquirie en zijn verbaasd over de hardnekkigheid van hun geheugen. Ze herinneren zich nog moeiteloos de harde ondergrond van het rivierhutje waar ze hun geliefde ontmoetten. In ‘Free’ zoekt een weduwnaar een voormalige minnares op en ontdekt dat hij afknapt op wat hem ooit in haar aantrok.

Reizen op leeftijd

De meeste personages in deze bundel hebben affaires achter de rug, velen zijn bezig aan een tweede of derde huwelijk en het contact met kinderen en kleinkinderen is niet altijd even succesvol. En dan zijn er de ouderdomskwaaltjes of ernstigere medische problemen. Gelukkig is er nog de troost van de herinnering. Updike laat zijn meestal mannelijke hoofdpersonages ongehinderd terugkijken. Soms verzuip je als lezer in al die details. De sterkste verhalen zijn die waarin niet enkel objecten uit het verleden, maar ook mensen, een sleutelrol spelen.

Updike is meesterlijk wanneer hij het heeft over toerisme op leeftijd. Het lijkt wel een opgelegde activiteit, de India-reis, de city-trip naar Rome. Niemand ontsnapt aan de dwang van de groepsreis en de vermoeid ogende monumenten al helemaal niet. Updike drijft wel eens de spot met zijn immer lustvolle oude mannen, zoals in ‘Outage’, waarin een grijsaard hoopt op een laatste avontuurtje met een veel jongere vrouw. Toch is hij nooit cynisch of spottend. Hij lijkt veel te delen met zijn personages die het leven uit zich voelen wegglijden en ’s ochtends vol verbijstering naar hun spiegelbeeld staren.

Ontroering

Van Updike verwachten we niets minder dan technische perfectie en een fonkelende stijl. Meestal slaagt hij erin ons zijn zinnen vol bewondering te laten herlezen. Hier en daar duikt wel een minder geslaagd beeld op of een slordigheid. ‘My Father’s Tears & Other Stories’ zijn dan ook niet de beste kortverhalen die Updike ooit schreef. Wel behoren ze tot de ontroerendste uit zijn oeuvre. ‘Varieties of Religious Experience’ verdient een aparte vermelding als een erg sterk 9/11-verhaal. Het is pakken beter en genuanceerder dan Updikes roman ‘Terrorist’ over dezelfde aanslagen.

***

John Updike – My Father’s Tears & Other Stories – Hamish Hamilton – 292 blz.