Jonathan Safran Foer – Extreem luid (De Standaard)


Een hemd van vogelzaad

In Jonathan Foers tweede roman, Extreem luid & ongelooflijk dichtbij, tracht de negenjarige Oskar Schell zich te verzoenen met de dood van zijn vader, die op 11 september 2001 omkwam in de WTC-torens.

Kathy Mathys

In 2002 debuteerde de toen amper 25-jarige Jonathan Safran Foer met het magistrale Alles is verlicht. Daarin vertelde hij het verhaal van een joodse jongen die in de Oekraïne op zoek gaat naar de vrouw die zijn grootvader redde uit de handen van de nazi’s. Ondanks de talloze dramatische en hartverscheurende verwikkelingen was Alles is verlicht bovenal een komisch boek. Foer goochelde met verschillende verhaallijnen en zijn vertellers bleken zo grappig en aandoenlijk dat de beschreven gruwelen draaglijk werden. Ook in Extreem luid & ongelooflijk dichtbij neemt Foer geen genoegen met een rechtlijnig verhaal. Het boek mag zich dan wel grotendeels afspelen in het hedendaagse New York, toch is dit niet echt en zeker niet uitsluitend een verhaal over de naweeën van 11 september. Daarvoor ontbreekt het dit boek aan filosofisch-sociologische diepgang. Foer presenteert ons geen verrassende politieke of maatschappelijke inzichten. De slotsom van de roman, namelijk dat iedereen altijd iedereen verliest, is niet bepaald origineel. Toch is dit een fascinerend werkstuk over rouwen en verlies, waarin Foer het sentiment niet schuwt. Deze roman ontleent zijn kracht vooral aan zijn innemende vertellers en aan Foers interessante vormelijke experimenten.
Oskar Schell, het negenjarige hoofdpersonage, is een vroegrijpe jongen die liever met zijn neus weggedoken zit in ‘A Brief History of Time’ dan te spelen zoals zijn leeftijdgenoten. Oskar schrijft brieven naar Stephen Hawking, buigt zich over Shakespeares Hamlet en is een enthousiast uitvinder. Sinds de dood van zijn vader op 11 september is Oskar geobsedeerd door uitvindingen die de veiligheid kunnen verhogen. Zo overweegt hij het ontwerp van een hemd van vogelzaad zodat mensen meteen kunnen wegvliegen bij gevaar. Hij denkt ook aan een wolkenkrabber die op en neer gaat, terwijl de lift blijft stilstaan: ‘…erg handig als je op de vijfennegentigste etage bent en een vliegtuig boort zich onder je in het gebouw, dan kan het gebouw je naar de grond brengen en blijft iedereen ongedeerd, ook al heb je die dag je vogelzaad-hemd thuis laten liggen.’
Oskar wil weten hoe zijn vader precies is gestorven. Met zijn moeder kan hij niet echt praten over wat er gebeurde. Oskar denkt dat ze nauwelijks verdrietig is omdat ze steeds zitten te scrabbelen met Ron, een vriend die ze leerde kennen in een praatgroep. Wanneer Oskar op een dag een sleutel vindt in de slaapkamer van zijn vader, begint voor hem een zoektocht door de vijf districten van New York. Op de sleutel staat het woord ‘Black’ en Oskar gaat langs bij de 472 New Yorkse Blacks, in de hoop dat zij hem kunnen vertellen op welk slot de sleutel past.
In een tweede verhaallijn krijgen we het droevige verhaal van Oskars grootvader, die na de bombardementen in Dresden tijdens de Tweede Wereldoorlog, een emotioneel wrak werd. Hij verliest zijn zwangere vriendin, Anna, en zijn ouders tijdens de fatale gebeurtenissen en strandt uiteindelijk in Amerika, waar geleidelijk aan zijn vermogen om te spreken verdwijnt. Alle woorden vertrekken, tot hij enkel nog ‘me’ kan zeggen en daarna niets meer. Hij communiceert met notitieboekjes en in plaats van te zingen onder de douche schrijft hij de teksten van zijn lievelingsliedjes op zijn huid ‘waardoor het water blauw, rood of groen kleurde, en de muziek langs mijn benen stroomde.’
Het derde verhaal, ten slotte, is dat van Oskars grootmoeder, overigens de zus van Anna, die haar man huwde toen zijn woorden al op waren. Over Anna en het Duitse verleden kunnen ze niet praten en hun huwelijk is er een van moeizame regels. Oskars grootvader noemt het een huwelijk van milimeters. Wanneer de grootmoeder zwanger blijkt, keert haar man terug naar Duitsland. Hij is, naar eigen zeggen, niet in staat om verder te leven.

Net als in zijn debuut geeft Foer de drie vertellers een heel eigen stemgeluid. Grootvader schrijft in lange zinnen vol komma’s, aarzelend, twijfelend. Zijn vrouw stuurt Oskar brieven met heel korte zinsneden, zodat ze bijna in ademnood lijkt. Oskars idioom is een mix van Franse filosofische termen en internettaal. Zo heeft hij het over het googolplex aantal dingen die hij nog wil doen. Oskar houdt een boek bij met foto’s en notities, Dingen Die Me Zijn Overkomen. Een aantal foto’s vonden ook hun weg naar de roman, die beelden bevat van sleutels, deurklinken, een lichaam dat uit de WTC-torens valt enzovoorts. Foer voert ook op typografisch vlak experimenten door. Hij verkleint systematisch de regelafstand in grootvaders relaas, zodat de tekst bijna onleesbaar wordt en dan uitmondt in een zwarte onleesbare ruis. Of hij laat bladzijden wit. Schokkend of compleet vernieuwend zijn deze experimenten niet. Toch zijn ze nooit gratuit en verhogen ze de emotionele impact van deze roman over communicatiestoornissen en verlies op een ingrijpende wijze. In zijn eersteling kwam Foer hier en daar bijna sentimenteel uit de hoek. Nu gaat hij wel eens over de schreef. Wanneer je leest dat ‘er een traan rolde over zijn wang die op zijn vinger bleef liggen’ wou je dat Foer zichzelf wat temperde. Toch komt de auteur ook om de haverklap met aangrijpende beelden op de proppen. Wanneer Oskar vreest dat zijn moeder boos is: ‘Ze voelde dat ik mezelf in mijn onzichtbare slaapzak dichtritste en ik voelde dat ze niet echt van me hield.’ Extreem luid en ongelooflijk dichtbij is als geheel minder sterk dan Foers debuut maar weet toch te ontroeren, te charmeren en biedt voldoende stof tot nadenken.

Binnenkort verschijnt in De Standaard der Letteren een interview met Jonathan Safran Foer.

***
Jonathan Safran Foer, Extreem luid & ongelooflijk dichtbij. Vertaald door Gerda Baardman en Tjadine Stheeman, Anthos, Amsterdam, 346 blz., 18,95 euro. Oorspronkelijke titel: Extremely Loud & Incredibly Close.

De auteur

Jonathan Safran Foer (1977) studeerde filosofie aan Princeton. Zijn debuutroman Alles is verlicht kreeg in 2002 de Guardian First Book Award en de National Jewish Book Award. Het boek werd verfilmd door Liev Schreiber met Elijah Wood in de hoofdrol. Extreem luid & ongelooflijk dichtbij is zijn tweede roman.