Matthew Gregory Lewis – De monnik (De Standaard)


Rammelende kettingen

Incest, moord, heiligschennis, verkrachtingen : achttiende-eeuwse moralisten wisten zich geen raad met ‘De monnik’, toen het voor het eerst verscheen in 1896. Samuel Taylor Coleridge beschreef het boek als ‘een roman die ouders terecht zou doen verbleken wanneer ze hem aantroffen in de handen van hun zoon of dochter.’ Het anonieme werk was zo een hit dat na enige maanden al een tweede druk verscheen. Gestreeld door het succes onthulde de auteur zijn identiteit. Matthew Gregory Lewis bleek niet alleen een welstellende burger, hij zetelde ook als parlementslid – een detail dat niet alleen Coleridge tegen de borst stuitte.
Het verhaal speelt zich af in het Madrid van de late achttiende eeuw. Lewis schetst de stad als een plek waar echte religiositeit het veld heeft geruimd voor hysterisch bijgeloof. In de openingsscène zijn we getuige van een preek van Ambrosio, de abt van de kapucijnen. Deze tv-predikant avant-la-lettre brengt verschillende toehoorders in vervoering. Na het vertrek van de congregatie blijft Ambrosio alleen achter en sluipt de duisternis de kerkmuren binnen. Al gauw wordt het de lezer duidelijk dat de abt minder nobel en nederig is dan hij zich voordoet. Hij worstelt met donkere verlangens en wanneer hij de kans krijgt om die te botvieren, komt Ambrosio in een neerwaartse spiraal terecht. Hij begint een seksuele relatie met Matilda, een aanbidster van de monnik die zich, vermomd als jongen, in de abdij had gemeld om dichter bij haar held te kunnen zijn. Lewis onderbreekt zijn hoofdverhaal geregeld voor het verhaal van Antonia, Ambrosio’s zus, en dat van Agnes, een non die uit het klooster wil ontsnappen om bij haar geliefde, Raymond, te zijn. Op welke manier deze personages elkaars pad kruisen is te ingewikkeld om hier uit de doeken te doen. Het volstaat te zeggen dat dit huiververhaal de tand des tijds wel degelijk heeft doorstaan. Aan suspens ontbreekt het ‘De monnik’ niet en al zijn sommige passages een beetje ‘over the top’, dat kan het leesplezier niet bederven. Lewis was zich overigens goed bewust van de gezwollen dramatiek van sommige scènes. De toon van zijn roman is zondermeer satirisch en zijn spot met religieuze huichelarij klinkt bijzonder modern. Met zijn uitwijdingen over Ambrosio’s verleden levert Lewis impliciet kritiek op het beperkende regime in kloosterordes. De tijdgenoten van de auteur stoorden zich vooral aan de bovennatuurlijke passages in de roman. Ook het Faustiaanse pact van Ambrosio met Lucifer kon volgens een aantal moraalridders niet door de beugel. Toch schaarden sommige auteurs zich achter ‘De monnik’. Mary Wollstonecraft, bijvoorbeeld, was onder de indruk van de moderne portrettering van de vernuftige Matilda.

Matthew Gregory Lewis leverde met ‘De monnik’ een hoogtepunt uit het gotische romangenre. ‘De burcht van Otranto’ van Horace Walpole wordt algemeen erkend als de eerste mijlpaal uit het genre. Ann Radcliffe was een van de meest populaire schrijfsters van gotische romans. In tegenstelling tot Radcliffe gaat Lewis zich meer dan eens te buiten aan grafische beschrijvingen. Zijn martelscènes in een oude kloosterkelder en zijn verkrachtingstaferelen zijn naar achttiende-eeuwse maatstaven behoorlijk expliciet. Geen wonder dat markies de Sade zijn bewondering uitsprak voor het werk. Ook Walter Scott was een fan en later nog voelde André Breton affiniteit met de irrationele elementen in het verhaal. Toch is Lewis’ stem niet helemaal authentiek. Hij ontleende heel wat elementen aan de Duitse literatuur. Lewis woonde een aantal jaren in Weimar, waar hij kennismaakte met Johann Wolfgang von Goethe. Hij vertaalde een aantal van zijn werken en kwam in aanraking met de Duitse Romantiek. Met name Gottfried August Bürger, Friedrich Schiller en Veit Weber beïnvloedden hem bij het schrijven van ‘De monnik’. De legende van ‘De bloedende non’, die een belangrijk motief vormt in de roman, haalde hij uit de Duitse folklore. Lewis vermeldt trouwens een aantal van zijn inspiratiebronnen in de roman. Na ‘De monnik’ wierp Lewis zich vooral op als toneelschrijver maar hij zou nooit meer het niveau van zijn debuutroman evenaren. Vanaf de derde druk werd ‘De monnik’ zwaar gecensureerd en pas in 1980 verscheen de tekst voor het eerst opnieuw in een ongekuiste versie. Deze eerste, zeer degelijke, Nederlandse vertaling vertrekt ook vanuit de oorspronkelijke tekst.

Matthew Gregory Lewis, De monnik. Vertaald door Ineke Mertens, Voltaire, ‘s-Hertogenbosch, 430 blz., 24,9 euro. Oorspronkelijke titel : The Monk.