Johanna Spaey – Kleine encyclopedie van de eenzaamheid (De Standaard)

Garnituur

Lees hier de krantenversie: Johanna Spaey – Encyclopedie van de eenzaamheid

 

Tijdens de jaren dat ik alleen in Brussel woonde, nam mijn vader altijd zijn gereedschapskist mee bij bezoeken. Altijd was er wel iets wat haperde of lekte, wat om zijn praktische aandacht vroeg. In ‘Kleine encyclopedie van de eenzaamheid’ (De Geus)  schrijft Johanna Spaey onder het lemma ‘alleenwonende’ het volgende: ‘Daarom deze tip voor handige mensen met een goed hart: breng als je bij alleenwonende klunzen op bezoek gaat spontaan een hamer, een schroevendraaier en een boormachine mee.’

Wie bij een boek met het woord ‘eenzaamheid’ in de titel enkel droefenis verwacht, kan ik geruststellen: meerdere lemma’s uit deze eigenzinnige, avontuurlijke encyclopedie lieten me glimlachen. Zo is de garnituur bij uw portie frieten altijd eenzaam. ‘Nooit klapt eens iemand in zijn handen als hij jou ziet liggen,’ schrijft Spaey.

Natuurlijk komt de eenzaamheid van Franz Kafka hier voorbij, net als die van Billie Holiday en van de personages van Edward Hopper. Toch weet de schrijfster je te verrassen met haar keuzes. Ze laat je nadenken over de eenzaamheid van de cinefiel: waar moet hij heen met al zijn intense emoties tijdens een bioscoopbezoek? Of wat te denken van de eenzaamheid van de ruimtevaarder of die van de hooligan? Eenzaamheid kan charmant zijn (het eenmansorkest) of problematisch (de psychoot), gewild (de wandelaar)  of ongewenst (de seksverslaafde). Allemaal kennen we eenzaamheid en net omdat het zo een universeel gevoel is, leent het zich uitstekend voor een encyclopedische aanpak. Gelukkig is dit boek ook heel persoonlijk. Je kan het zelfs lezen als een soort autobiografie. Waar gaat de blik van de schrijfster naar uit? Wat houdt haar bezig? De oorlog komt, net als in haar eerdere boeken, vaak aan bod. Verder duiken hier veel bijbelfiguren op, filosofen, schrijvers. We lezen hoe Spaey probeert om te gaan met literaire kritiek, hoe ze reageert op de veel te vroege dood van een familielid.

Erg aantrekkelijk zijn de tunnelwegen die door deze encyclopedie lopen. Dit boek voert de lezer richting meer leesvoer. Ze hoorde ik voor het eerst over het werk van Maria Termini, die zich als kluizenaar terugtrok in de bossen van Maine. Sowieso duikt hier veel ‘boekige’ eenzaamheid op. Die van de laatste bladzijde, die van het ezelsoor in het bibliotheekboek. Boeken lees je meestal in eenzaamheid, maar ze brengen ook mensen samen. Zo verwoordt het Spaey het: ‘Door het ezelsoor stap je het leven van een onbekende binnen. Soms kleeft de frustratie in de regelmaat waarmee de ezelsoren het boek markeren: om de tien bladzijden zit er een, nog steeds achthonderd bladzijden te gaan, God verlos ons van Ulysses. En plots voel je je niet langer alleen. Iemand denkt net als jij.’

 

Kathy Mathys