Esther Freud – Meneer Mac en ik (De Standaard)

9200000030638546Overzees kanongebulder

 

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog strijkt een Schotse kunstenaar neer in een Engels kustdorpje in de nieuwe sfeervolle roman van Esther Freud.

 

Kathy Mathys

 

In 1915 werd de Schotse architect en kunstenaar Charles Rennie Mackintosh even verdacht van Duitse spionage. Dat was in de periode dat hij in het Suffolkse kustplaatsje Walberswick woonde. De verdenkingen leidden zelfs tot een korte arrestatie.

De Engelse schrijfster Esther Freud, die afwisselend in Londen en Suffolk woont, liet zich door dit incident inspireren voor ‘Meneer Mac en ik’, een klassieke vertelling over oorlog, natuur, kunst en opgroeien. De schrijfster kiest voor een jonge verteller. Thomas Maggs is de zoon van een caféhouder. Hij is dertien en heeft een moeizame relatie met zijn pa die te veel drinkt en anderen de schuld geeft van de mislukkingen in zijn leven. Wanneer de vader ‘aan de loop is’, zoals Freud de alcoholescapades omschrijft, kan hij gewelddadig uit de hoek komen. Thomas houdt van boten, van de zee en van tekenen. Zijn moeder wil hem weghouden van het water, ze heeft veel baby’s verloren en wil niet dat haar enige zoon schipper wordt of visser.

Freuds hoofdpersonage is een dromerige jongen die oog heeft voor ‘het wit fluisterende moeras’, voor de dorpelingen en dieren in het kustplekje dat leegloopt tijdens de lange winterdagen.

Er gebeurt niet veel, de jaarlijkse komst van de haringmeiden die de vis kaken is al een evenement. En dan arriveren de excentrieke Mackintosh en zijn vrouw Margaret MacDonald.

 

Vaderfiguren

 

Op een terloopse manier geraakt Thomas bevriend met het kunstenaarspaar uit Glasgow dat betere tijden heeft gekend. Mackintosh en MacDonald zijn beroemde vertegenwoordigers van de arts-and-craftsbeweging. Van hem zijn de Glasgow School of Art bekend en ‘Huis voor een kunstminnaar’, van haar de schilderijen ‘Zeven prinsessen’ en ‘De geheimzinnige tuin’. Wanneer ze neerstrijken in Suffolk is Mackintosh haast al zijn opdrachtgevers kwijt. Hij schildert nu asters, rozen, winterviolier. ‘Het leven is het groene blad,’ hoort Thomas hem zeggen. Wanneer Margaret naar Glasgow reist, stuurt haar man brieven die Thomas stiekem leest voor hij ze op de post doet. Thomas en zijn zus Ann verbazen zich over de woorden waarmee de geliefden elkaar aanspreken.

Dan dient de oorlog zich aan. Op sommige avonden horen de dorpelingen het gebulder van de kanonnen in Vlaanderen. Vakantiegangers ontvluchten het dorp, het kunstenaarspaar blijft want Parijs, hun initiële bestemming, is inmiddels te gevaarlijk.

Freud schreef met ‘Meneer Mac en ik’ een traditionele roman die gelukkig meer weg heeft van ‘The Wild’ of ‘Huis in zee’ dan van haar vorige, ‘Een kwestie van geluk’. Ze is goed in eenvoudige, sprekende details, heeft oog voor de beweging in natuur en landschap. Haar stijl is toonvast met af en toe een beeld dat blijft hangen: ‘Ze heeft een stem diep uit het binnenland, zonder een spoortje zee’. Het decor is zinderend, je voelt dat Freud de plek in het bloed heeft zitten.

Naast Mackintosh creëert de schrijfster een andere vaderfiguur voor Thomas, George Allard bij wie de jongen een baantje heeft. Thomas leert van beide mannen over het leven.

De beschrijvingen van de kunstwerken zijn scherp, je kan je er iets bij voorstellen. Freud is de dochter van de overleden kunstenaar Lucian Freud. Wellicht heeft ze haar vader ooit gadegeslagen in zijn atelier.

Dat ‘Meneer Mac en ik’ niet echt lang nazindert, komt doordat de schrijfster weinig verrassingen in petto heeft voor de lezer. Het verhaal gaat traag – dat is niet erg –, maar het is ook wat voorspelbaar. Toch maakt het boek nieuwsgierig, zowel naar de locatie als naar het Schotse kunstenaarspaar.

 

***

 

Esther Freud – Meneer Mac en ik – De Bezige Bij – 318 blz.9200000030638546