Joan Didion – Fixed Ideas (De Tijd)


Helden en slechteriken

In ‘Fixed Ideas – America Since 9.11’ beschrijft de Amerikaanse publiciste Joan Didion de koers die de Bush-administratie nam sinds 11 september 2001. Het werd een helder essay met een aantal interessante inzichten over de Amerikaanse politiek van de laatste decennia.

Kathy Mathys

Behalve als romanschrijfster geniet Joan Didion bekendheid om de politiek getinte stukken die ze schrijft voor ‘The New Yorker’ en ‘The New York Review of Books’. ‘Fixed Ideas’ is gebaseerd op een lezing die Didion gaf in de New Yorkse openbare bibliotheek. Het essay werd vervolgens in ‘The New York Review of Books’ gepubliceerd en is nu ook in boekvorm verkrijgbaar.
‘New York Times’-columnist Frank Rich verbaast zich in zijn voorwoord over de snelheid waarmee het publieke debat na 11 september van al zijn scherpe kantjes werd ontdaan. Wie kritische vragen durfde te stellen over wat de CNN ‘America’s new war’ noemde, werd moreel corrupt verklaard. Dezelfde toon van verbazing om dit nieuwe intellectuele klimaat vinden we terug in Didions essay. Na de ramp van 11 september trok de in New York residerende schrijfster op tournee voor de promotie van haar laatste boek, een collectie van essays over de Amerikaanse politiek tussen 1988 en de verkiezingen van 2000. Buiten New York detecteerde ze een fundamentele angst voor de onmiddellijke repercussies van de tragedie. Veel van haar lezers meenden dat de rouw om de slachtoffers meteen zou gevolgd worden door een opflakkering van ongezond nationalisme. Ze vreesden dat de regering het klimaat van treurnis zou misbruiken om meer politieke eenheid te creëren. Immers, wie zich achter de wraakoperatie van de Amerikaanse regering schaarde, kon maar beter ook de andere agendapunten goedkeuren. Steun aan de oorlog tegen terreur betekende impliciet verdere belastingsverminderingen en de systematische eliminatie van vakbondsgroeperingen.
Bij haar terugkeer naar New York was Didion verbaasd over het aantal vlaggen op de Upper East Side. De schrijfster had verwacht dat de gruwelijke aanslagen aanleiding zouden geven tot introspectie en tot vraagstelling. Ze stelde echter vast dat er weinig of geen moeite werd gedaan om 11 september in een historische context te plaatsen. In een mum van tijd werd de ramp herleid tot een simplistisch verhaaltje waarin alle aandacht uitging naar ‘de helden’, ‘de geliefden’ en ‘de families’. Het zou weinig tactvol zijn, zo werd geluisterd, om de feiten al te grondig te onderzoeken.

Morele klaarheid

Intellectuelen als Susan Sontag werden zwaar onder vuur genomen in ‘The Weekly Standard’ omdat ze opperde voor een meer kritische analyse. Het gros van de pers bestempelde de vijand als een bende ‘evildoers’ (slechteriken) en wie de identiteit van de tegenstander op genuanceerde wijze wou onderzoeken, werd uitgemaakt voor verrader. Op 12 september al werden publicaties over islam, Afghanistan en buitenlandse politiek uit de winkelrekken gehaald. De vraag naar Amerika’s aanwezigheid op het wereldplan werd eensklaps taboe. Het leek wel, aldus Didion, dat de verworvenheden van de Verlichting allemaal waren weggeveegd. Didion citeert Roger Rosenblatt van ‘Time’ : ‘Deze horror had dan toch één positief gevolg : hij maakte een einde aan het tijdperk van ironie en postmodernisme. Nu zijn we beland in een tijd van morele klaarheid’. Toch is het net die eenduidigheid en helderheid waaraan het de Amerikaanse politiek volgens Didion ontbreekt. Ze keert 60 jaar terug in de tijd naar de Franklin Roosevelt-regering. Hij was de eerste Amerikaanse president die moeite deed om zowel op goede voet te staan met de joden in Palestina als met de Saudis. Op die manier kreeg Amerika olie uit Saudi-Arabië en werd het tevens geprezen om haar voortrekkersrol in de joodse kwestie. In de praktijk leidde dit tot een benarde situatie. Sinds Roosevelt doen Amerikaanse leiders steevast publieke uitspraken die in tegenspraak zijn met wat achter gesloten deuren plaatsvindt. Zestig jaar lang al gaat de Amerikaanse regering conflicterende verbintenissen aan, meestal met het oog op korte termijn politieke doeleinden. Deze situatie creëert een atmosfeer waarin het onmogelijk wordt om een openlijk publiek debat te voeren. Zo stelde de president van de universiteit van Harvard laatst dat je wordt uitgemaakt voor antisemiet wanneer je vragen durft stellen over de geschiedenis van de Israëlische kwestie. Deze attitude heeft volgens Didion niets te maken met morele tact maar wel met pragmatisme en politiek. In de Verenigde Staten, aldus Didion, zijn er te veel heilige huisjes, te veel vastgeroeste ideeën die met een rookgordijn omhuld zijn en niet in vraag mogen worden gesteld. De democratie komt op de helling te staan door een politieke koers die veel weg heeft van een Hollywoodscenario. De administratie in het Witte Huis tracht het script te herleiden tot een eenvoudige story met duidelijke helden en slechteriken. Lastige nevenverwikkelingen – zoals de arrestatie van duizenden immigranten die niets met al Qaeda te maken hebben of het mysterie van de anthraxaanslagen – worden zo snel mogelijk weggewerkt. In de late zomer van 2002 werd aan stafchef Andrew Card gevraagd waarom de oorlog in Irak zo lang op zich liet wachten en zijn antwoord was eerlijk maar verontrustend : ‘Vanuit marketingoogpunt zou het niet interessant zijn om een nieuw product te lanceren in augustus’. Toch kon Bush ook niet te lang talmen en werd de oorlog best afgerond voor zijn ambtstermijn voorbij was.
In 1986 schreef Didion een stuk over de rondreis van toenmalig vice-president George Bush Sr in Israël en Jordanië. De trip werd op film vastgelegd en Bush stond erop dat er voortdurend kamelen te zien waren. In haar verslag van de reis stelde Didion dat Amerika’s politieke leiders andere naties gebruiken als arena voor een aantal politieke stunts. Bovendien lijkt het Amerikaanse publiek de presidenten daarvoor te belonen. Zo werd Lyndon Johnson populairder na zijn interventie in de Dominicaanse Republiek en Ronald Reagan na zijn invasie van Grenada. Er is ondertussen weinig veranderd. Over het ‘waarom’ van de operatie in Irak liet Bush zich talloze keren ontvallen dat hij niet meer op zijn beslissing terugkwam, alsof dat de oorlog rechtvaardigde. Volgens Didion ligt ook aan de oorlog in Irak een vastgeroest idee ten grondslag : het idee dat Amerika andere naties dient te beschermen of de les te spellen. Sinds de val van de Sovjet-Unie ligt de weg open voor een Amerikaanse imperialistische politiek. Heel wat Amerikaanse kranten zijn ervan overtuigd de meeste naties de V.S.-bevrijders verwelkomen. Michael Kelly in The Washington Post gaat nog een stapje verder. Volgens hem ziet de huidige jongerengeneratie in het Midden-Oosten de Verenigde Staten niet langer als de grote vijand maar als de ‘natuurlijke bevrijder’.

Joan Didion ‘Fixed Ideas – America Since 9.11’
New York Review of Books, New York, 2003
ISBN 1 – 59017 – 073 – 3, 44 blz., 6,79 euro