Margaret Atwood – The Blind Assassin (De Standaard)


Margaret Atwood – De blinde huurmoordenaar (2000)

Na drie onverzilverde Booker Prize-nominaties was het in 2000 dan toch raak voor Margaret Atwood. Met ‘Het verhaal van de dienstmaagd’, ‘Alias Grace’ en ‘Katteoog’ greep ze naast de prijzenpot maar voor ‘De blinde huurmoordenaar’ kreeg ze eindelijk haar bekroning. Gemor over de kwaliteiten van Atwoods Booker-winnaar – ze zou de prijs gekregen hebben voor haar roemrijke carrière en niet om haar tiende roman zelf – waren niet van de lucht. Helemaal ten onrechte, als je het mij vraagt. ‘De blinde huurmoordenaar’ is een ongemeen spannend boek met een ontknoping die zich pas aan het einde helemaal laat raden. Atwoods debuutroman ‘De eetbare vrouw’ (1969) had al een feministische ondertoon en dat is hier niet anders. Gelukkig klinken Atwoods ideeën, verpakt in gortdroge volzinnen, nooit prekerig en zitten ze het verhaal niet in de weg.
Atwood, die meteen na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog geboren werd, groeide op in Noord-Québec. In ‘Negotiating With the Dead – A Writer On Writing’ beschreef ze het Canada van de jaren 1950 als een bange natie die enkel wakker lag van de zoektocht naar het ultieme schoonmaakproduct. Gelukkig vond Atwood in dat culturele braakland toch haar weg. Op het garagedak van haar ouderlijke huis las ze zowel gerespecteerde klassiekers als vunzige pulp, waarin personages bezwijken voor wellustige buitenaardse wezens. Als beginnende schrijfster overwoog Atwood om zelf pulpromans te schrijven maar ze had er naar eigen zeggen weinig talent voor. Toch waagt Atwood nog geregeld uitstapjes in genres waar veel ‘serieuze’ schrijvers hun neus voor ophalen, sciencefiction bijvoorbeeld. Ze deed dat nooit zo glansrijk als in ‘De blinde huurmoordenaar’, een mysterieroman over twee zussen die tijdens de jaren 1930 verliefd worden op dezelfde man. Iris en Laura Chase zijn de dochters van een aan lager wal geraakte industrieel met een drankprobleem. Hun moeder stierf voortijdig en de meisjes zien een rits vereenzaamde gouvernantes en onorthodoxe leraren de revue passeren. Ze vallen beiden voor Alex Thomas, een linkse rakker die verkeerdelijk beschuldigd wordt van brandstichting. Om haar vaders bedrijf te redden trouwt Iris tegen haar zin met een succesvolle zakenman. Iris’ steriele huwelijk vervult haar met weerzin, wanneer ze er tijdens het schrijven van haar memoires op terugblikt. Iris is inmiddels hoogbejaard en ze wil haar levensverhaal kwijt voor het te laat is.
Wat er nu precies gebeurde tussen Alex en de zussen kom je heel geleidelijk te weten. Laura’s memoires krijgen we niet want de jongste zus stierf in een ongeval toen ze negentien was. Toch lezen we onrechtstreeks hoe ze alles beleefde. Laura schreef namelijk een autobiografische roman, ‘De blinde huurmoordenaar’, over de geheime liefde tussen een gehandschoende society dame en een voortvluchtige politieke verzetsstrijder. De voortvluchtige – lees Alex Thomas – is, behalve een passionele minnaar, ook de geestdriftige schrijver van bloeddorstige pulp vol heldinnen met dramatische boezems en rode stiletto’s. Met ‘De blinde huurmoordenaar’ krijg je dus eigenlijk drie verhalen voor de prijs van één: Iris’ memoire, Laura’s roman en de pulp van Alex Thomas. Het lijkt wat ingewikkeld misschien, maar Atwood sleept je moeiteloos mee tot aan de verrassende finale. Ze amuseerde zich duidelijk kostelijk met de drie verhalen, die elk een heel eigen stijl en toon hebben. Iris’ memoire is een Griekse tragedie met knipogen naar de gotische roman. Laura’s schandaalboek begint als een tweestuiverroman en ontpopt zich tot een ontredderend liefdesverhaal. Alex’ kleurrijke sciencefiction is meer dan de slagroom op de taart. Zijn meeslepende verhalen lijken in het begin helemaal los te staan van de rest van de roman, tot je ontdekt dat ze zich als vermomde autobiografie laten lezen. Zowel de wereldvreemde Laura als de pragmatische Iris zijn fantastische Atwoodpersonages. De hoogbejaarde Iris, die hier het vaakst het woord neemt, is een vinnige vrouw die weigert om in brave pastelkleuren te schrijven. Haar hulpje mag dan wel denken dat ze bijna klaar is voor de schroothoop, Iris laat zich niet zomaar aan de kant zetten. Haar rake observaties over ouder worden en fysieke aftakeling behoren tot het scherpste proza dat Atwood al schreef.

Kathy Mathys