Margaret Atwood – De tent (De Standaard)


De verdienste van de schaar

In ‘De tent’, een bundeling kortverhalen en observaties, blikt Margaret Atwood terug op het verleden. Ondanks haar droge humor klinkt de schrijfster bijzonder somber.

Kathy Mathys

‘De tent’ is geen werk voor Atwood-beginners. Daarvoor is het te cryptisch, te grillig en excentriek. De Canadese schreef inmiddels dertig boeken, waaronder de romans ‘Het verhaal van de dienstmaagd’, ‘De eetbare vrouw’ en ‘De blinde huurmoordenaar’. Atwood waagde zich al aan de meest uiteenlopende genres, waardoor ze een erg divers oeuvre heeft. Toch valt er een rode draad te bespeuren: Atwood schopt graag tegen heilige huisjes. Keer op keer doorprikt ze vastgeroeste denkbeelden en clichés. Ze verdraait de mythen en waarheden, die we nauwelijks nog zelf bevragen. Onlangs nog publiceerde ze ‘Penelope: de mythe van de vrouw van Odysseus’, waarin ze Homerus’ beroemde ‘Odyssee’ vanuit vrouwelijk oogpunt bekeek. Ook in ‘De tent’ gaat Atwood aan de slag met bekende mythes. ‘Het is niet makkelijk half goddelijk te zijn’ toont ons een ander facet van Helena van Troje. In ‘Salome was een danseres’ treedt Salome aan als stripteasedanseres. Atwoods updates van bekende verhalen zijn een mix van klassieke en hedendaagse elementen. In ‘De versie van Horatio’ geeft Hamlets vriend Horatio zijn versie van de feiten. ‘Ik leefde mee, ik hoopte dat ik wijze raad gaf. En vervolgens was het aan mij om de niet onaanzienlijke troep op te ruimen,’ vertelt hij. Atwoods Horatio heeft het eeuwige leven. Hij maakte honderden oorlogen mee en noemt zichzelf ‘een verzamelaar van onrecht’. Dit is één van de vele verhalen waarin Atwood op zoek gaat naar de hedendaagse relevantie van een eeuwenoude klassieker.
Atwood ontmythologiseert niet alleen de bekende verhalen. Ook haar eigen schrijfproces wordt gedeconstrueerd. ‘Ik werk aan mijn eigen levensverhaal. Ik bedoel niet dat ik het reconstrueer, ik neem het uiteen, ‘ schrijft ze in ‘Levensverhalen’. De ik-verteller van dit verhaal neemt schaar en lucifer en voelt zich bevrijd nadat de woorden zijn gewist, de foto’s vernield. ‘De tent’ bevat talloze beelden die de ontoereikendheid van de schrijversstem illustreren. ‘Taal wordt puin in je strot’ schrijft Atwood in ‘De baby in de boom’ en in ‘Stem’ heeft ze het over haar ‘stem als een onzichtbare vampier gehecht aan mijn keel’. Atwood vaart ook uit tegen literaire clichés, zij het op luchtige toon zoals in ‘Plots voor exotische mensen’. Wie er te exotisch uitziet, is volgens Atwood gedoemd om een amorele dégénéré of een komische bediende te spelen in een roman.
Feministische thema’s zijn een andere constante in Atwoods werk. ‘Breng moeder terug; een bezwering’ is een bittere lofzang op de traditionele moeder, ‘de koningin van het wafelijzer, gulle uitdeelster van tandpasta, toverfee met kinderjodium’. Dit stukje doet denken aan ‘Negotiating With the Dead – A Writer on Writing’, waarin Atwood in minder cryptische termen schreef over het bekrompen Canada waarin ze tijdens de jaren veertig en vijftig opgroeide.
‘De tent’, dat ook illustraties bevat van de schrijfster, is een mix van scherpe, soms komische stukjes. Niet elke bijdrage is even geslaagd. Sommige passages lijken te veel op haastig neergekrabbelde observaties.

**

Margaret Atwood, De tent, Prometheus, Amsterdam, vertaald door Servaas Goddijn, 152 blz. Oorspronkelijke titel: The Tent.

De auteur

Margaret Atwood (1939) schreef meer dan dertig boeken, waaronder romans, gedichten en essays. ‘De blinde huurmoordenaar’ kreeg in 2002 de Booker Prize.