Yann Martel – Beatrice en Vergilius (De Standaard)


De schreeuw van de brulaap

Acht jaar na ‘ Het leven van Pi’ schreef Yann Martel opnieuw een verhaal waarin dieren een sleutelrol hebben.

Kathy Mathys

‘ Geschiedenis geeft ons feiten, kunst creëert begrip.’ Aan het woord is Henry, een schrijver die een bestseller schreef met dieren in de hoofdrol. Henry is een Canadese polyglot die geïnteresseerd is in filosofische vertellingen. Je hoeft geen genie te zijn om in het hoofdpersonage van Yann Martels ‘ Beatrice en Vergilius’ de schrijver zelf te herkennen. In 2002 won Martel de Booker Prize voor ‘ Het leven van Pi’, een verhaal over een Indische jongen die zich samen met een Bengaalse tijger midden in de oceaan bevindt. In ‘Beatrice en Vergilius’, Martels eerste roman in acht jaar, vertelt Henry waarom hij zo vaak dieren gebruikt in zijn werk. De lezer zou minder cynisch, onbevangener kijken naar dierlijke personages. Waarom Martel in zijn nieuwste boek nu precies een brulaap en een ezel opvoert, is niet helemaal duidelijk. Gaat het hem om de verbetenheid van de brulaap, zijn gruwelijke schreeuw? Het is één van de vele vragen die de lectuur van dit fascinerende boek opwerpt.

Henry zit in een impasse, nadat zijn uitgever een moeilijk verkoopbaar boek over de representatie van de Holocaust afwees. Henry vindt het verbazingwekkend dat er zoveel komedies, thrillers en sprookjes bestaan over oorlog, terwijl de Holocaust een veel minder diverse literaire weerslag kende. Waarom enkel ooggetuigenissen, anekdotiek, historisch realisme? Wie schrijft de eerste Holocaust-fabel, de eerste Holocaust-vampierenfilm?

De schrijver trekt samen met zijn vrouw naar een niet nader genoemde grootstad waar hij een brief krijgt met daarin fragmenten uit een toneelstuk. De personages in het stuk zijn Vergilius, een brulaap, en Beatrice, een ezel. Verder bevat de envelop ‘ De legende van de heilige Julianus de gastvrije’, een verhaal van Flaubert over een dierenmoordenaar. Henry is geïntegreerd door het pakje en hij zoekt de briefschrijver op. Henry’s zoektocht, waarvan de sfeer herinnert aan de beste speurtochten uit het werk van Paul Auster, leidt hem naar een taxidermist. Al 65 jaar herschrijft de man hetzelfde toneelstuk. Hij roept Henry’s hulp in om het onzegbare te beschrijven, zoals het geluid van een lijdende brulaap. Geleidelijk aan groeit bij Henry het vermoeden dat de aap en de ezel symbool staan voor Holocaust-slachtoffers.

Yann Martel combineert in zijn werk heldere, haast sentimentele observaties met obscure, filosofisch geladen metaforen. Zo lezen we dat Henry schrijft ‘ om de leegte in zichzelf te vullen ‘ en dat kunst wel eens voorkomt ‘ uit een verborgen zelf’. Naast deze belegen ‘wijsheden’ fonkelt het in dit boek van de intrigerende vragen en beschrijvingen. Hoe verhouden kunst en geschiedenis zich? Zorgen verhalen ervoor dat dode historische feiten niet verpieteren? Geloven mensen eerder het onvoorstelbare dan het vertrouwde?

Martel goot zijn vragen en ideeën over de weergave van dood en geweld, en meerbepaald de Holocaust, in een ongewone vorm. ‘Beatrice en Vergilius’ begint traditioneel- verhalend en mondt na 70 bladzijden uit in een toneelstuk, dat bijna uitsluitend wordt onderbroken voor Henry’s gedachten en zijn gesprekken met de taxidermist. We komen de winkel met dieren, bevroren in volle actie, weinig uit. In dat opzicht lijkt ‘Beatrice en Vergilius’ op ‘Het leven van Pi’ met zijn piepkleine set.

De naargeestige, oncommunicatieve taxidermist is geen sterk ontwikkeld personage. Hij representeert een idee. Sommige passages van zijn toneelstuk hebben een mooie cadans en zijn boeiend. Andere missen, ook aldus Henry, een drive. Verwacht geen klassieke roman. ‘Beatrice en Vergilius’ is een hybride vorm met, behalve theaterfragmenten, ook essayistische passages en een wetenschappelijke exposé over taxidermie. Er zijn verwijzingen naar ‘La Divina Commedia’ van Dante en naar het werk van Diderot. Martel speelt met woorden en goochelt met verwijzingen. Heet de schrijver van de theatertekst ook Henry omdat kunstenaars en taxidermisten beiden het verleden bewaren, of zijn er andere, meer lugubere connotaties?

Wie alle vragen op de laatste bladzijde beantwoord wil zien, zal de nieuwe Martel frustrerend vinden. Dit is geen ‘Het leven van Pi’. Toch blijft dit boek spannend tot op de laatste bladzijde, vooral dankzij de locatie. De winkel is een erg dankbare, tot de verbeelding sprekende setting, het ultieme podium voor een verhaal over horror en geweld.

***
Yann Martel – Beatrice en Vergilius – Prometheus – vertaald door Marijke Versluys – 224 blz. – 17.95 euro. Oorspronkelijke titel: Beatrice and Virgil. De Nederlandse vertaling verschijnt op 17 juni.