A.M. Homes – De dochter van de minnares (De Standaard)


Pakje met roze linten

Dat de Amerikaanse schrijfster A.M.Homes zoveel over complexe en getroebleerde ouder-kindrelaties schrijft, is geen toeval. In de memoire ‘De dochter van de minnares’ doet ze een boekje open over haar eigen verleden.

Kathy Mathys

Of haar moeder corseletten dan wel puntbeha’s droeg toen ze zeventien was, vraagt Homes zich af. En of ze flirterig van haar cocktail in longdrinkglas nipte op haar eerste date met Homes’ vader. De meeste kinderen zouden het antwoord op intieme vragen over hun ouders schuldig blijven. Meer nog, velen tasten maar al te graag in het duister wanneer het op de glibberige details van hun ouders’ seksleven aankomt. Voor Homes ligt het anders want tot haar éénendertigste kende ze haar biologische ouders niet eens. Ze groeide op bij een liefhebbend maar afstandelijk Joods gezin. Homes’ adoptiemoeder verloor haar eigen kind, een zoon, vlak voor baby Homes via een privé-adoptie het verlies kwam ‘goedmaken’. Homes’ moeder liet haar ongewild aanvoelen hoezeer ze haar zoon bleef missen. ‘Ik was van jongs af aan in smart ondergedompeld, vanaf de eerste dag waren al mijn lichaamscellen permanent in de rouw,’ schrijft Homes.
Rond de kerst van 1992 duikt Ellen Ballman, Homes’ biologische moeder, plots op. Via haar advocaat zoekt ze contact met de dochter die de zeventienjarige Ballman afstond voor adoptie. In 1961 kregen de Homes een telefoontje van Ballmans advocaat: ‘Uw pakketje is er. Er zitten roze linten omheen’. Ballman had een affaire met Norman Hecht, haar veel oudere, getrouwde baas. Hecht had zelf al drie kinderen en zijn vrouw was zwanger van het vierde. Toch trapte Ballman voor even in zijn mooie praatjes. Toen de bevalling naderde was de passie tussen baas en winkelmeisje al serieus bekoeld en stemde Ballman ermee in het kind af te staan aan een ‘deftige Joodse familie’. Ballman zou nooit trouwen en naar eigen zeggen, zette Oprah Winfreys show haar ertoe aan om Amy Homes op te sporen. Homes beschrijft de telefoongesprekken met een gefrustreerde, vereenzaamde vrouw die tegen elke prijs de verloren jaren wil goedmaken. Telkens wanneer Ballmans ‘gruizige, enigszins dierlijke’ stem door de hoorn kruipt, voelt Homes zich uitgelepeld. Ze herkent facetten van Ballmans krankzinnigheid bij zichzelf. Op bepaalde vlakken is er echt ‘sprake van een DNA-match’. Toch voelt ze ook afkeer en minachting voor de vrouw aan de andere kant van de lijn. Haar taalgebruik vol grammaticale fouten, haar plakkerige opdringerigheid en gebrek aan verfijning zijn voor Homes misselijkmakend. Ze besluit al snel dat ze blij is dat Ballman haar afstond, ook al heeft ze altijd een sterk gemis gevoeld. Homes is ervan overtuigd dat haar bijna pornografische fascinatie voor gezinnen en bloedverwantschappen haar naar de pen deed grijpen. Omdat ze haar eigen geschiedenis niet kende, begon ze die van anderen te verzinnen. Homes zal Ballman uiteindelijk slechts twee keer ontmoeten. Eén keer duikt haar moeder ongevraagd op op een boekenpresentatie. Een tweede ontmoeting vindt plaats in de New Yorkse Oyster Bar, waar Ballman zich tot Homes’ ontzetting tegoed doet aan een weelderige portie kreeft, terwijl haar dochter nauwelijks kan ademhalen van de spanning. Homes voelt zich danig bedreigd door haar moeder dat ze het contact uiteindelijk verbreekt. Geen wonder als je leest dat Ballman vraagt of Amy haar niet kan adopteren, nu haar oude dag eraan komt. Pas jaren later, na Ballmans dood, zal de schrijfster er spijt van krijgen dat ze haar moeder afscheepte.
Ballman vormt de spil van de memoire, al heeft Homes het ook over haar vader. Norman Hecht vroeg Homes om een DNA-test ‘voor hij haar in zijn gezin toeliet’. Hecht zal haar uiteindelijk nooit de naam van zijn kinderen vertellen. Homes moet het stellen met een zielige krantenfoto van haar stiefzus die haar dochtertje opdirkt als Barbiepop voor een McDonald’s-evenement. Homes schreef zelf het beruchte kortverhaal ‘A Real Doll’, waarin een jongetje de Barbiepop van zijn zusje verkracht. De kloof tussen de ironische, intellectuele schrijfster en de All-American mom gaapt diep. Al merkt Homes dat ze, behalve haar fysieke trekken, weinig gemeen heeft met de Hechts, toch probeert ze haar vader te behagen. Ze heeft het uitputtende gevoel eeuwig auditie te moeten doen. Omdat Hechts vrouw zich bedreigd voelt door de bastaard ontmoet Hecht Homes enkel in hotelbars. Hij bekijkt de gereïncarneerde maîtresse met een onmiskendbaar seksuele blik. Ook de relatie met de vader springt af, wanneer hij zich steeds meer als een leugenaar en manipulator laat kennen.
De eerste 135 bladzijden van ‘De dochter van de minnares’ zijn ijzingwekkend en doen Homes’ inferieure laatste roman ‘Dit boek redt je leven’ helemaal vergeten. Zonder pathetiek en met haar briljante gevoel voor zwartgeblakerde humor blikt Homes terug op de turbulente jaren waarin Ballman en Hecht haar leven binnenrolden. Homes’ obsessie met ‘de chemische DNA-ketting die nu eens als fraai versiersel om je hals hangt en dan weer als een verstikkende keten’ laat haar na Ballmans dood niet los. In 2005 begint de schrijfster als een gek RootsWeb en JewishGen af te schuimen op zoek naar informatie over haar voorouders. Dat Homes nood heeft aan een coherente plotlijn en wat houvast, begrijpen we best. Toch zijn haar bevindingen en ontdekkingen niet altijd even boeiend voor de lezers. De scherpte verdwijnt ook uit haar proza en Homes laat zich zelfs gemeenplaatsen ontglippen als ‘Ik heb met verbijstering gezien hoe diep en uitgestrekt het World Wide Web is.’ Of ze maakt een kromme vergelijking tussen de papiersnippers die uit de vernielde WTC-torens in New York dwarrelden en de losse fragmenten waarnaar ze zelf op zoek is. Die melodramatische toetsen doen wel wat af aan wat nochtans een onbetwistbaar meesterwerk leek te worden. Gelukkig maakt het mooie slot, waarin Homes het heeft over de moeder van haar adoptiemoeder, veel goed. Jewel Rosenberg, aan wie het boek is opgedragen, stimuleerde Homes in haar schrijverschap en deed haar zelfs beslissen om op de valreep moeder te worden. De lesbische Homes was al 39 toen ze, met behulp van de wetenschap, probeerde zwanger te worden. Duizenden dollars en twee jaar later werd Juliet Spencer Homes geboren.

***
A.M.Homes, De dochter van de minnares, vertaald door Wim Scherpenisse en Gerda Baardman, De Bezige Bij, 214 blz.