Binnie Kirshenbaum – Groene wegen (De Standaard)


Zij: een gescheiden New Yorkse veertiger voor wie mensen observeren een ornithologische bezigheid is en die verhalen vertelt om in leven te blijven. Hij: een getrouwde Amerikaan die polo’s draagt van Brooks Brothers, tien dagen oude Wall Street Journals leest op Italiaanse terrassen en bang is voor zijn herinneringen. Sylvia is na haar ontslag naar Europa gereisd, waar ze Henry ontmoet, die slechts nu en dan samenleeft met zijn vrouw. Sylvia doet ons hun verhaal dat begint in Florence en via Triëst naar Berlijn en Krakau leidt. Er zijn tussenstops in hotels met naargeestig donkere tapijten en kroonluchters. We verzeilen in onooglijke bistro’s en in vooroorlogse bioscopen, wier schoonheid je hart breekt.
Toch is ‘Groene wegen’, veel meer nog dan een reisverhaal, een roman over vertellen, herinneren en de grilligheid van ons geheugen. Sylvia heeft het vooral over de vrouwen in haar familie. Haar moeder hield van symmetrie en orde – een antidotum tegen de waanzin van Sylvia’s grootmoeder. Ze was dramatisch en schijn-sentimenteel: ze huilde om ontvangen postkaarten en keilde ze nadien bij het koffiedik in de afvalbak. Sylvia hecht erg aan het stoffelijke, familiefoto’s met somber kijkende kinderen, afgebrokkelde theeserviezen.
Kirshenbaum brengt met ‘Groene wegen’ een aangrijpende ode aan de generatie van na de Eerste Wereldoorlog. Haar roman bevat dan ook schitterende mini-verhalen over Alma Mahler en Pierre-François Guerlain, beroemde figuren uit dat tijdperk. Wie nu de indruk krijgt dat deze roman ruikt naar mottenballen kan ik gerust stellen. ‘Groene wegen’ is geen sentimentele klaagzang over ‘de goede oude tijd’. Sylvia – scherpzinnig, analytisch – ontmantelt haar herinneringen, wantrouwt ze. Haar familieleden zijn als verstorven materialen die in haar handen verpulveren.
‘Groene wegen’ is ook een schuldbekentenis aan Sylvia’s vriendin, Ruby. Hoe het precies zat tussen die twee kom je geleidelijk aan te weten. Kirshenbaum goot haar verhaal in een grillige structuur die wonderwel werkt. Net als Henry en Sylvia, die zich zonder al te veel haast over kleine Europese binnenwegen slingeren, laat de lezer zich meeslepen op dwaalsporen, zijsprongen. ‘Groene wegen’ is een vederlichte roman die op een ongedwongen manier toch erg diepzinnig is. Tussen de naden zitten zinderende gedachten. In wezen is het een pleidooi voor een vol leven. Of om het met Kirshenbaums woorden te zeggen: ‘Soms is niets doen, helemaal niets doen, het armzaligste wat er bestaat.’

***

Binnie Kirshenbaum – Groene wegen – Ailantus – Amsterdam – Vertaald door Nina van Rossem – 254 blz. – oorspronkelijke titel: The Scenic Route

Wie is Binnie Kirshenbaum?

Volgens Binnie Kirshenbaum ( ° 1964) kan een naam een vloek zijn. De schrijfster vindt dat die van haar doet denken aan kookboeken, niet aan literatuur. Kirshenbaum is in Europa nog nauwelijks bekend, ook al komen Amerikaanse schrijvers woorden te kort om haar te prijzen. Kirshenbaum schreef al twee verhalenbundels en vijf romans. Granta Magazine nomineerde haar als een van de Best Young American Novelists en van twee van haar romans komen er wellicht verfilmingen. ‘Groene wegen’ is haar eerste in het Nederlands vertaalde werk. Behalve romancier is Kirshenbaum een erg enthousiaste docent creatief schrijven aan de Columbia University in New York. Eén van haar studenten is de onlangs gedebuteerde Reif Larsen.